Albi - Mheer
We nemen nu bredere wegen, maar lange stukken daarvan zijn nog steeds uitermate plezierig om te rijden.
Via Rodez en Mende rijden we naar Le Puy-en-Velay.
Vandaar rijden we via St Etienne naar Lyon, waar Ernst ons dwars doorheen rijdt, wat tot mijn grote verbazing prima lukt.
In een dorp vlak voor Bourg-en-Bresse vinden we onderdak in een prachtig oud hotelletje boven een bar.
De volgende dag rijden we via de Jura naar de N57, die we volgen tot in Luxemburg.
In Luxemburg komen we nog een rally tegen van klassieke auto's, en we rijden binnendoor, langs bekende wegen, naar huis.
Dit reisverhaal begint met dag 1.
Vrijdag 21 september 2007
Het ontbijt in dit "Budget Ibis" hotel is erg lekker, met kaas en ei en vleeswaren (dat is beslist niet vanzelfsprekend in Frankrijk: vaak moet je het hier doen met stokbrood, boter en jam).
We vertrekken uit Albi, in de richting van Rodez, via de N88.
Dat is zo'n typisch Franse weg die perfect is om op te schieten: steeds lange stukken met twee rijstroken voor één richting zodat je kunt inhalen, en dan weer een stuk met één rijstrook per rijrichting.
De bochten zijn perfect; daar hebben Franse wegenbouwers patent op, lijkt het, om wegen zo aan te leggen dat elke bocht voorspelbaar is.
Onderweg kom je af en toe door een dorp.
Volgens mij kun je aan zo'n foto onmiddellijk zien dat dit een Frans dorp is.
De huizen die goed in elkaar zitten, terwijl er weinig aandacht aan het uiterlijk is besteed, zoiets moet het zijn.
We rijden in een boog om Rodez heen, en zien de Cathedrale Notre Dame de Rodez, met de toren in steigers, hoog boven de stad uit steken.
Het is inmiddels al lang weer tijd om te lunchen.
We zien een McDonalds langs de ringweg in Rodez, en houden daar pauze.
Het weer is prachtig.
We rijden verder over de N88, naar het oosten, en zien op een gegeven moment een kasteel.
Even later zien we het beter liggen. Het is het Chateau de Bertholène, vrijwel geheel in ruïnes.
We rijden door via de N88 tot we uitkomen op de snelweg, de A75, die we in de richting van het noorden rijden.
Het is een snelweg met een behoorlijke hoeveelheid bochten; je rijdt hier een pas over, de Col de Fagette.
En ondertussen kun je van de uitzichten genieten.
Na die pas dalen en dalen we, en tenslotte rijden we de Vallée du Lot in, met grandioze uitzichten.
Waar de snelweg de Lot verlaat, draait de N88 er van af om de Lot te volgen. Wij volgen mee.
Dit is een hele mooie weg, die alle bochten van de Lot meedraait.
De Lot heeft ook zandstenen rotswanden laten ontstaan, waar wij langs rijden.
De N88 is, kortom,. een uitermate plezierige weg om op onderweg te zijn: snel, rustig en erg mooi.
Na Balsièges wordt het landschap om ons heen indrukwekkender. Er verschijnen vreemde witte uitsteeksels tussende bomen.
De weg komt uit in Mende.
We rijden er dwars doorheen, onder andere langs de op de Cathédrale Notre-dame et Saint Privat.
De N88 loopt verder: eerst een stukje langs de Lot, en dan naar het noordoosten.
Wij blijven steeds de N88 volgen.
En ook hier is het weer een erg mooie weg.
We zitten dan ook midden in de Cevennen.
We rijden de Col de la Pierre Plantée over.
Niet echt hoog (1264 meter) en het is ook geen col met haarspelden, maar het verklaart wel hoe het komt dat het in de Cevennen zo vaak koud is.
De weg is tamelijk rustig, en als je verkeer tegenkomt kun je prima inhalen.
We houden nog even pauze bij een benzinestation.
Er zijn daar medemotorrijders (die hebben we veel gezien langs deze weg: terecht!). De vrouw achterop kan bijna niet meer afstappen, zo stijf en pijnlijk voelen haar ledematen. Wat ben ik dan blij met m'n Mulhacennetje!
Er is ook een klein jongetje, aan het spelen met een plastic trekker en zand. De zon schijnt, het leven is goed.
Je komt zelden door de bebouwde kom via deze weg.
Hier komen we door Pradelles.
In Frankrijk staan langs wegen waar veel ongelukken gebeuren vaak figuren langs de weg, op de plaats waar iemand verongelukt is.
Hier zie je links de achterkant van zo'n bord. Op de voorkant staat vaak de leeftijd vermeld, en het jaar waarin het ongeluk plaats vond.
Of het helpt weet ik niet; confronterend is het wel.
De N88 is erg lang. De uitzichten zijn mooi, en er zijn op veel plekken bochten, maar hij blijft lang :-)
Tenslotte wordt het drukker, en rijden we Le Puy en Velay binnen.
Le Puy en Velay is direct te herkennen door het beeld op de rots: dat is de Notre Dame de France op de Rocher Corneillle.
Le Puy en Velay heet ook naar deze rotsen: puy komt van het Latijnse podium, hoge berg.
Het is spitsuur in Le Puy, maar Frankrijk is motorminded: de auto's gaan voor je opzij, zodat je gemakkelijk naast de file naar voren kunt doorrijden. Dat hebben we onderweg ook veel meegemaakt: dat is een erg aangename eigenschap van Franse automobilisten.
De N88 verandert na Le Puy en Velay in een snelweg. Niet onaangenaam: een snelweg met bochten en uitzichten.
Daarna wordt het weer een "gewone" weg. En nog steeds komen we vaak motorrijders tegen.
Voor de terugweg zijn dit soort N-wegen heerlijk: je hoeft niet te puzzelen op de route, je schiet enorm op. Op de terugweg wordt alles steeds minder onbekend, en bij mij zorgt dat er voor dat ik steeds sneller naar huis wil. En toch rij je nog steeds echt door het landschap en af en toe door een dorp of stad.
Ik hoop dat het nog erg lang duurt voor alle N-wegen in snelwegen zijn veranderd, of liever gezegd, dat dat nooit zal gebeuren.
De kans lijkt me ook klein, want dan zouden de péages geen voordeel meer opleveren.
Kijk: alsof de Fransen dit soort wegen speciaal hebben aangelegd voor ons motorrijders, voor als we op de heen- of terugweg zijn.
Een stuk voor St Etienne verandert de N88 weer in een snelweg, die sterk stijgt en daalt, en een aantal enorme viaducten heeft.
De weg blijft snelweg als we langs St Etienne komen, en ook daarna, op weg naar Lyon.
Ik ben dan ook blij als ik een McDonalds zie aangekondigd bij een afslag: het is al laat, en langzamerhand is het wel genoeg snelweg geweest.
Het blijft snelweg tot aan Lyon.
Als we daar in de buurt komen gaat Ernst voorop rijden: we zijn van plan om dwars door het centrum te rijden.
Het is nu echt donker geworden.
De Rhône loopt dwars door Lyon. Hij is hier ongelofelijk breed.
Op een gegeven moment komen we achter een absurd mooie auto te rijden.
Daar blijven we zo lang mogelijk achter en naast rijden.
Het is een Facel Vega II, een hele zeldzame, hele dure Franse auto.
Als we er bij een stoplicht naast komen te staan bedankt de chauffeur Ernst voor de aandacht en de foto's.
Hij vertelt over de auto, dat hij extreem zeldzaam is. Dat klopt: er zijn er slechts 180 van gemaakt.
Dan neemt Ernst een afslag, en komen we terecht in een wirwar van over en door elkaar lopende wegen, waardoor ik al snel alle gevoel voor oriëntatie kwijt ben.
We rijden, heb ik op een gegeven moment het idee, over de busbaan.
En dan, bij een stoplicht, zie ik opeens een bord "Bourg-en-Bresse", rechtdoor! Precies de kant die ik op wil!
Ik roep Ernst toe dat hij het achtste wereldwonder is, of misschien wel het eerste, en dan steekt een buschauffeur (we staan op dat moment stil naast een bus) z'n hoofd uit het raampje en vraagt of we op vakantie zijn, en hij meldt dat het "dommage", jammer, is dat we al weer naar huis moeten, en hij wenst ons Bonne Route.
Lyon is een prachtige stad, dat is duidelijk :-)
We volgen de door Ernst gevonden D1083, in de richting van Bourg-en-Bresse.
Niet ver voor die stad rijden we door Servas, en zien daar Le Relais du Postillon (geen website).
We stoppen, ik ga naar binnen, en het blijkt zowel een café-restaurant te zijn als een hotel, en ze hebben een kamer. Perfect!
De motoren mogen achter staan, op de binnenplaats van de eigenaars.
De kamer is absurd goedkoop, heeft typisch Frans roze bloemetjesbehang, en Brigitte Bardot hangt als zigeunermeisje aan de muur. De vloer is bedekt met versleten linoleum, en de tv lijkt een van de allereerste tv's ooit gefabriceerd. Dit vind ik het leukste soort hotelletje in Frankrijk dat ik me kan voorstellen.
We drinken witte wijn beneden in de bar, terwijl er rugby op tv is.
Voor een terugweg-dag was deze dag echt helemaal perfect!
Zaterdag 22 september 2007
Over deze dag heb ik destijds geen aantekeningen meer gemaakt. Alles moet dus uit mijn hoofd (de herinneringen zijn afwezig tot erg wazig) en aan de hand van de foto's.
Vanuit onze kamer konden we uitkijken op de motoren.
Dat is uiteraard een bonuspunt :-)
De Relais du Postillon heeft zelf geen ontbijt. Sterker nog, gisteravond vertelde de eigenaar dat er vandaag niemand zou zijn: we hebben van te voren betaald, en hebben beloofd dat we alles op slot zullen doen en de sleutel door de brievenbus zullen gooien.
Aan de overkant is een bar, die nog niet open is, maar er is geregeld dat we bij de "Tabac-Presse" koffie krijgen, en stokbrood met boter.
Dit is hoe een Frans hotelletje hoort te functioneren, wat mij betreft :-)
Vanwege het heerlijke verblijf hier nog een foto van het hotelletje: Le Relais du Postillon in Servas.
We rijden zonder enig probleem door Bourg-en-Bresse (ik kan voorop blijven rijden want ik heb de navigatiehulp van Ernst niet nodig).
We nemen de D1083, in de richting van Lons-le-Saunier.
Onderweg komen we door Villemotier, waar deze prachtige muurschildering te zien is van de bakker.
Hij heeft het zelfs tot Wikipedia geschopt :-)
De D1083 is een aangename weg. Je komt niet echt door de bergen van de Jura, maar je ziet ze wel steeds rechts van je liggen.
Van tijd tot tijd zie je die typische boerderijen van de Jura, met hun overstekende daken. Er is altijd een stuk dak dat veel verder oversteekt, en wordt ondersteund met houten palen zodat er een galerij ontstaat waar je van alles droog kunt bewaren.
We kunnen ook merken dat we door de Jura rijden doordat je op veel plaatsen wijn kunt kopen en/of proeven: Côtes du Jura.
De D1083 wordt de N83, en we rijden nu in de richting van Arbois.
Hier is weer een motorrijder: Frankrijk is een motorrijdersland.
Een stukje voor Arbois staat dit monument, met een bord: Arbois, Pays de Louis Pasteur.
Louis Pasteur is namelijk geboren in Arbois, en daar is Arbois uiteraard trots op.
Of het beeld ook op Louis Pasteur slaat betwijfel ik eerlijk gezegd: ik heb geen flauw idee wat het voorstelt (een vrouw die iets doet met iets, maar wat dat iets is?).
Ook hier is duidelijk wijn te koop :-)
We komen in de buurt van Besançon, en de N83 wordt bergachtiger.
Via de N83 rijden we Besançon binnen, en het leuke van deze weg is dat je dan direct langs de Citadel komt.
Vanuit Besançon nemen we de N57, naar het noorden.
We rijden om Vesoul heen, en blijven de N57 volgen.
Wanneer we een benzinestation binnenrijden zie ik dat Ernst z'n camera laat vallen. Een tegemoetkomende auto rijdt er niet niet overheen, en dan kan ik m'n motor zo neerzetten dat de camera veilig is.
De lens blijkt helemaal scheef te zitten. Ernst trekt de lens recht, en dan doet hij het weer! Ongelofelijk :-)
Helaas zijn de foto's hierna wel erg onscherp. Een heel stuk verder heeft Ernst er opnieuw naar gekeken, en de lens stond toch nog niet helemaal recht.
De N57 komt uiteindelijk in de Vogezen terecht, langs Epinal, in de richting van Metz en Nancy.
Die snelweg komt dwars door Thionville, waar de Église Saint-Joseph de Beauregard vlak langs de snelweg staat.
We rijden Luxemburg stad in, blij weer van de snelweg verdwenen te zijn.
Daar zien we een groot aantal klassieke auto's, alle kanten op rijden. Er is duidelijk een ralley aan de gang, en we staan precies op een onduidelijk punt, zodat auto's alle kanten op rijden en ook weer vanuit alle kanten aan komen rijden.
We maken van de gelegenheid gebruik om te pauzeren.
Deze "kattenrug" kan ik me goed herinneren: de veearts van het dorp waar ik geboren ben had er eentje.
Er zitten echt prachtige exemplaren bij.
Dit is - denken we - een Jaguar.
Echt hele mooie auto's zitten er tussen. De eigenaars komen uit heel Europa.
We blijven nu weg van de snelweg: Ernst leidt ons door Luxemburg.
Het begint al weer donker te worden.
We tanken uiteraard in Luxemburg. In Wemperhardt, om precies te zijn, bij het benzinestation waar we vaak op een zaterdag via een lekker ritje naar toe rijden om te tanken.
We zitten weer in bekend gebied.
In België eten we friet langs de weg, en dan is het nog maar heel kort rijden tot we thuis zijn.
Einde van een erg mooie tijd, en wat is Spanje dan weer ver weg!