Valencia
Een dagje rustig aan vandaag.
We lopen door de mercado in de Ciutat Vella (ook Jugendstil), en bekijken de 15de-eeuwse Lonja, die prachtige details huisvest.
Ook de Botanische tuinen zijn erg aangenaam.
Dit reisverhaal begint met dag 1.
Vrijdag 14 september 2007
We ontbijten op het terras van een bar in onze "hotelstraat".
Wat in Catalunya (en voor zover ik weet de hele rest van Spanje) een "grande café solo" (een grote zwarte koffie dus) heet, blijkt hier een pietepeuterig kopje espresso op te leveren. Hier in Valencia moet je voor een grote kop koffie "Café Americano" bestellen (wat volgens mij in de rest van Spanje geen dubbele espresso is, maar een verdunde espresso).
Bij die koffie hebben we respectievelijk een boccadillo con jamon en een bocadillo con tortilla de patates (broodjes dus).
Ik kan me nog goed herinneren dat we ooit moe en hongerig bij een bar kwamen, broodjes bestelden, en te horen kregen dat ze die niet hadden, terwijl ik ze zag liggen! Dat waren broodjes die hun eigen naam hadden, bleek later: in Spanje komt het er op aan exact het juiste woord te weten voor eten, anders verhonger je er ;-)
Vandaag lopen we eerst door de Mercado Central, de overdekte markthal in het oude centrum, heel groot, en ook weer in Jugendstil.
De kerk er achter is de iglesia de los Santos Juanos (de kerk van de Heilige Jannen).
Deze mercado wordt nog steeds gebruikt voor waar hij voor is gebouwd: elke ochtend is er een enorme markt, met heel veel vis, vlees (ben je op zoek naar een hele ham of een schapekop?), fruit en groente, specerijen, noten, kaas, kortom, met alles wat eetbaar is.
Sommige kramen zijn voorzien van prachtige tegeltableaus.
Buiten aan de Los Juanos kerk hangt deze Maria.
Aan wie een kerk ook is gewijd in Spanje, een nuestra señora ontbreekt nooit.
Naast de Mercado Central staat het sobere, rechthoekige gebouw van de de Lonja de la Seda (in het Catalaans de Llotja de la Seda), de Zijdebeurs.
Het gebouw is gebouwd tussen 1482 en 1548, en is geheel intact. Het staat op de werelderfgoedlijst.
De Lonja is gebouwd in de Valenciaanse Gouden Eeuw, de 15de eeuw, toen Valencia een van de handelscentra van de Middellandse Zee was, en de zijdeindustrie in Valencia een bloei doormaakte.
Je komt dan eerst in een grote hoge zaal met gedraaide pilaren. Je ziet er hier eentje van op de foto.
Je kijkt hier met zo'n zuil mee naar boven. Het plafond is gewelfd, en je ziet rechts boven op de foto het koord van een lamp.
Dit is de Sala de Contratacion, de zaal waar de koopcontracten werden gesloten, ook wel de Sala columnario genoemd, de hal van de zuilen.
De koepels zouden oorspronkelijk blauw zijn geschilderd, met witte en gele sterren, om de hemel voor te stellen. De gedraaide zuilen stelden stammen voor van palmen: de bomen groeiden hier tot in de hemel.
Op de muren, in het Latijn:
Inclita domus sum annis aedificata quindecim. Gustate et videte concives quoniam bona est negotiatio, quae non agit dolum in lingua, quae jurat próximo et non deficit, quae pecuniam non dedit ad usuram eius. Mercator sic agens divitiis redundabit, et tandem vita fructur aeterna.
Wat zoiets betekent als:
Ik heb vijtien jaar gedaan over de bouw van dit beroemde huis. Proef en zie, medeburgers, dat goede handel betekent dat er geen leugens worden verteld, dat er gezworen wordt bij een goede vriend en dat die beloften worden nagekomen, dat het geld niet gebruikt wordt voor eigen gebruik. Zo veroorzaakt de koopman een stroom van rijkdomd, en zal het leven eeuwig vruchtbaar zijn.
Via een binnenplaats (met sinaasappelbomen: de Patio de los Naranjos) kun je naar een tweede zaal, de Consulado del Mar, het Consulaat van de (Middellanse) Zee.
Hier hielden rechters zitting over problemen rond de handel en de scheepvaart op zee.
Boven de stoel van de consul hangt een tegeltableau, dat zo'n consul voorstelt.
Het plafond is van hout, in ingewikkelde geometrische figuren.
Boven het Consulado del Mar zit nog een zaal, met een plafond van zwartgelakte houten balken met draken en andere figuren, in reliëf, in bladgoud.
Dit is de Camara Dorada, de Gouden Kamer.
Dit plafond komt, als ik het goed heb begrepen, van het oude stadhuis, dat in de negentiende eeuw is gesloopt. Dit plafond vond men gelukkig de moeite waard om te redden, en zo is het hier terecht gekomen.
Beneden, in de Consulado del Mar vind je bij alle raam- en deuromlijstingen figuurtjes uit steen: draken, centauren (half mens half paard), met leeuwen vechtende mannen, enzovoort. Met heel veel detail.
Hier vecht een op de grond liggende man met, tsja, met wat voor beest? Een draak?
Hier vecht een man (met een prachtige baard) met een leeuw.
Hij heeft z'n hand in de muil van de leeuw (maar hij heeft een tamelijk serene gezichtsuitdrukking, alsof hij er niet helemaal bij is met z'n gedachten).
Hier een ruiter te paard, en zo te zien een centaur (zie de hoeven aan z'n voeten) met een hamer.
Hier een vogel en een man.
Je kunt niet goed zien of de vogel een kurk in de anus van de man propt of er een drol uit pikt.
Ik denk dat laatste, want op allerlei plaatsen waren mannetjes te zien met een half uit hun anus stekende drol.
Hier is een Spaanse Jeroen Bosch aan het werk geweest!
Hier zie je nog eens zo'n gedraaide zuil, en hoe de bogen van het koepelvormige plafond uit die zuil lijken te ontspringen.
Helemaal in het midden hangt een rood ding. De ingang van de hemel?
We slenteren verder door de stad.
Hier, bij La Botiga de les Especies (kruidenwinkel, op z'n Catalaans) valt me weer op hoe vreemd relatief armoede en rijkdom zijn. Deze winkel zit hier van oudsher, en het gaat niet slecht maar het is ook geen vetpot.
Maar toen de winkel werd opgericht was het relatief goedkoop om bijna de hele voorgevel vban je winkel te betegelen met speciaal voor jouw winkel gemaakte tegeltableau's. Dat is nu bijna onbetaalbaar.
Vergezeld van donkere wolken komen we bij de Jardi Botanic, de Botanische Tuin van de Universiteit van Valencia.
Het is een behoorlijk grote tuin: je kunt er lange tijd door brengen.
Hier een kas.
Overal in Valencia vliegen Halsbandparkieten.
Hier krijgen we er eentje erg mooi in het vizier, en hij laat zich zelfs fotograferen.
Vlakbij de botanische tuinen staat de Porta de Quart (ook wel Torres de Quart genoemd, of Torres de Cuart op z'n Spaans).
Cuart slaat op Poble de Cuart: een dorp dat hier buiten de stadspoorten lag.
Dit was de toegang tot de stad vanuit Castilië, uit de 15de eeuw.
De gaten die aan de buitenkant in de muren zijn geslagen door kanonnen, worden nu gebruikt door Papegaaien.
Als we daarna even naar "huis" gaan barst er een onweer los, met veel regen.
Op het nieuws op de tv zijn ondergelopen straten te zien, maar het is niet duidelijk of dat hier in Valencia is of ergens anders in Spanje.
Als het weer (uren later) droog is lopen we naar de El Corte Ingles vlak in de buurt, waar we het Cocina para Dummies boek kopen waar ik mijn zinnen op heb gezet, en Ernst vindt daar de adapters die hij nodig heeft.
Je kunt daar zelfs een waterdichte motorjas kopen voor 79 euro (we hebben niemand gezien die niet in korte broek en overhemd reed), en helmen (die heeft wel iedereen op hier).
.
We eten bij La Taberna de la Reina.
Het is hier erg lekker eten, en erg vriendelijke bediening.
Ernst legt per ongeluk 20 euro teveel op het schaaltje met de rekening, en dan komt de ober een beetje geschrokken terug, om te zeggen dat er een vergissing moet zijn.