Kanab - Bryce Canyon
De Johnson Canyon Road voert ons onverhard door gekleurd landschap.
Het Kodachrome Basin valt daarna een beetje tegen, maar Bryce Canyon beneemt ons de adem: ongelofelijk mooi!
Dit reisverhaal begint met dag 1.
Woensdag 19-7-2000
Ontbijten in het Rocking Café: blauw met oranje geschilderd stucwerk, namaak afgebladderde plekken, super lekker ontbijt.
***Red. En geweldige Kokkin en schuchter obertje, ze zou PineappleJuice op het menu gaan zetten want dat vond ze wel een heel goed idee ;-)
Vandaag willen we naar Bryce Canyon .
Over de gewone weg zouden we nu verder terug moeten naar die Junction waar ik mijn boekje heb teruggekregen, en van daaruit naar het noorden, dan naar het oosten, en daar kunnen we dan Bryce in, dat noord-zuid loopt.
Maar op de kaart heb ik tussendoor weggetjes gezien, unpaved, en zo te zien is er zelfs een doorsteek naar het National Park van Bryce.
Terug naar Johnsons Canyon dus, een stukje terug op de weg die we gisteren hebben gereden. Eerste stukje van de Johnson Canyon - Skutumpah Road is verhard.
We zien een Coyote oversteken!!!
***Red. Om even later een echte spookstad te zien, alleen nog maar door weer en wind getijsterde donker gebeitste planken die het silhouette van de stad met de laatste vezels overeind houden...
De spookstad is een movieset voor westerns, trouwens...
Als we rechtsaf slaan naar Deer Springs wordt het onverhard. Door bos, over hoogvlakten, bochten. Na Deer Springs moeten we links, Meadow Canyon in, om bij Bryce uit te komen.
Dat mislukt, maar we vinden het niet erg, want de rotsen waar we tussendoor kronkelen (langs een rivier)
worden mooier en mooier en mooier. Niet alleen kleuren rood en oranje, maar ook echt geel (zwavel), en dat met groene bomen ertussen. Echt fantastisch.
***Red. Meer dan fantastisch dit was echt een ongelooflijke ervaring zoveel kleuren en dan absoluut stuifzand afgewisseld met Moerasbosjes, te weird voor woorden en 1 tegenligger...
We steken nog de Bull Valley Gorge over, hoewel we nog niet weten hoe die heet, en alleen met verbazing zien hoe diep het opeens naast de weg is.
Als we op asfalt komen, kiezen we voor het Kodachrome Basin, rechtsaf.
We verwachten onze kleurenpracht, maar dan in het kwadraat, maar het blijken een aantal fallussymbolen te zijn.
Wel leuk en bijzonder, maar het valt een beetje tegen vergeleken bij wat we zelf ontdekt hebben.
Wat wel weer leuk is, is dat je toegang moet betalen, maar er is niemand. Je moet het in een envelop stoppen, en in een soort brievenbusje stoppen. Iedereen doet het, en het brievenbusje wordt niet uit elkaar gehaald (is gewoon van hout).
Op naar Bryce nu.
We willen ten westen van de weg door Bryce, langs de rivier rijden, net naast het National Park, net zoals we in Zion hebben gedaan dus. East Fork
Creek (de east fork van de Sevier river
).
Ook daar kunnen we weer doorsteken naar de "achterkant" van Bryce, dus misschien lukt het nu wel.
Op de geasfalteerde weg langs Bryce kasteelachtige rotsen, in rood, wit en oranje. Feeëriek.
Dan de East Creek. Een brede vlakke dirt road, al snel door naaldbos, naast een moeras waar de rivier door loopt. Af en toe een dammetje (bevers!).
Een Great Blue Heron (een soort Blauwe Reiger, maar, zoals alles in Amerika, veel groter dan de onze).
***Red. Hebben uitgebreid mogen observeren hoe ie ontbeet, wat een pracht vogels zijn die o zo gewone Schijtreigers toch !
Doorrijden naar Robinsons's Canyon. Smaller, een echte dirtroad.
Uitzicht, met weer die vreemde kasteelachtige rotsen, met mensachtige structuren (helaas niet op de foto...). Je kunt er van alles in zien.
Op de terugweg vinden we de afslag naar het National Park. Steil, smal, stenig, een prachtige dirtroad door het bos (met helaas voor mij net Ernst achter het stuur). Maar we rijden wel in een rondje!
Als we weer uitkomen waar we vandaan kwamen zie ik op de kaart hoe het precies zit, en leid ik ons naar de ingang van het park. Een hek.
Shit, op slot!
Dan dus maar via de officiële weg. Op het hele korte stukje asfalt tussen East Creek en Bryce Canyon word ik aangehouden door een politie met zwaailichten. Ik zie hem meteen in m'n spiegels, en stop maar. Ik hoef niet tegen de auto te gaan staan of zo, wat ik eigenlijk had verwacht. Hij komt gewoon naar me toe, om te vertellen dat ik 72 miles/hour reed, waar je maar 60 mocht. Hij zal me matsen, zegt hij: hij maakt er 70 van.
Dat betekent 40 dollar boete. Het vervelendste is nog wel dat ik niet meteen mag betalen: ik krijg een briefje, waarop staat dat ik die 40 dollar binnen 14 dagen betaald moet hebben aan de een of andere rechtbank, en anders word ik geacht over drie maanden ter zitting te verschijnen. Het schijnt dat je het bij het postkantoor kunt betalen, zegt hij nog :-(
***Red. Wat een angst, ik mocht er niet eens een foto van maken... Maar ja dat vraag ik lekker toch en de Pliessie vond het zoals gewoonlijk geen enkel probleem, vond het wel Cool dat ie voor het eerst een Nederlandse op de bon had gegooid, en vond dat we wel voorzichtig moesten doe met zulke waardevolle bagage...
De weg naar Bryce is maar 50 mile, en hij blijft in mijn spiegeltje zichtbaar. Moet ik me opeens ook nog gaan gedragen :-(
In Bryce stoppen we bij de eerste de beste parkeerplaats, bij Sunset Point.
In mijn notitieboekje staat alleen maar "zie foto's". Het is namelijk gewoon niet te beschrijven hoe ongelofelijk mooi het daar is.
***Red. Eeen stuk of wat fotootjes (plusminus 756 ofzo) maal 1000 woorden..
Je staat hoog aan de rand van een soort amfitheater, helemaal gevuld met vertikale rotsstructuren. Die structuren lijken op kastelen, burchten, kathedralen, steden. Hier en daar zie je er juist mensen in.
Alles is van een ongelofelijk sterk oranje, met wit bekroond. Roze ook hier en daar. Bomen ook nog eens daartussen.
***Red. En die hebben weer donkerrobijnrode stammen met een ongelooflijk vetgroene naaldenpracht, die net als bij de slager het stenenvlees voller rood doen schijnen in de steeds maar onderlijkendgaande zon.
Er zijn veel meer mensen hier, maar dat maakt niet uit. Je ziet zelfs mensen in de verte beneden, maar ook dat geeft niet.
Je staat en je kijkt en je kunt niet geloven dat jij daar staat en dat dit bestaat. Je blijft kijken.
We gaan er een eindje in, de Navajo trail lopen.
Onderweg zitten er nog hele mooie Steller's Jays op het hekje, donkerblauw met bruin, en een kuifje, en ongelofelijk weinig bang, en erg nieuwsgierig.
Afdalen.
Steil naar beneden via een paadje dat ertussendoor slingert.
Soms moet je door een poortje.
Hele lage poortjes.
Als je omhoog kijkt, zie je hoe ongelofelijk hoog die rotsen zijn.
Beneden in de canyon een riviertje, en de bomen die daar staan zijn waanzinnig hoog, voordat ze een beetje blad (is: naald, in dit geval) krijgen. Hoe groeien die hier? De stammen zijn helemaal gedraaid zien we.
***Red. Een verticale stitch van 5 foto's is nodig om 1 boom vast te leggen, wat een doorzetters zijn dat deze Pijnbomen...
Soms kun je bijna niet geloven dat een stuk rots niet door mensenhanden is neergezet.
De stammen van de dennen laten een vreemd gedraaide bast zien, alsof de bomen tijdens hun groei maar draaiden en draaiden om de zon te vinden.
Een beeldentuin...
Ik zie Violet-Green Martins rondvliegen (een soort Zwaluwen), en de Raven verzamelen zich. Die gaan blijkbaar met z'n allen ergens slapen. Ik bedenk dat die vogels hier wonen.
Stel je voor, dat je een vogel bent, en hier woont!!!
We rijden naar de Lodge, die een restaurant heeft, en waar plaats is! Het eten is superlekker. Wordt opgediend door een Indiaan ("So you want extra cheese?" als Ernst gezegd heeft dat hij niet van kaas houdt, en dan zo'n lachje als hij Ernst z'n verschrikte gezicht ziet).
***Red. NIET !!! (ik lust geen kaas, dus dat wil ik niet !)
Een neger ruimt af en brengt drinken. Bij de tafel naast ons wordt hij geroepen om het eten terug te brengen: het is "too cold". Wat een
zakken.
Hij gaat zitten schommelen in een schommelstoel, tot grote hilariteit van Pieter, die hem steeds voorbij de deur ziet verschijnen en verdwijnen.
Als we naar de auto lopen (de Lodge heeft helaas geen plaats meer voor ons vannacht) komt hij er aan lopen, met Pieter z'n zonnebril in zijn handen. "You want it back?".
Hij vraagt waar we vandaan komen. Ernst zegt: "Holland. You know, but we didn't bring any with us...". Dat vindt hij erg leuk. Hij gaat er beslist nog een keer naar toe, naar Holland, dat moet een geweldig land zijn.
We vinden even verderop een motel in een trading post achtig iets. De winkel is prachtig: houten boardwalk aan de voorkant, houten overkapping, alles binnen van hout, en je kunt er alles krijgen, van eten tot tuinartiekelen, kleren of souvenirs (en pharmacy-spul natuurlijk). Het motel-gedeelte ziet er van buiten ook zo western-achtig uit, maar van binnen is het echt een bunker, een jeugdherberg.
***Red. En het had een bad, en vanuit het bad konden we heerlijk Startrek kijken...
Maar dat maakt niet uit, slapen!