Las Vegas - Springdale
We verlaten Nevada, rijden een stukje door Arizona, en komen dan in Utah aan. Buiten Las Vegas is meteen de woestijn begonnen, met mooie kleuren overal.
In Utah rijden we naar Zion, dat hoger ligt. Rotsformaties in alle mogelijke variaties, en lekker eten en onderdak in Flanigan's Inn.
Dit reisverhaal begint met dag 1.
Zondag 16-7-2000
Hiernaast Sam's Town wanneer je het niet moet zien: overdag :-)
Opstaan om 1/2 11 (het was gisteren errug laat). Net op tijd om uit te checken. Het plan is om iets te zoeken waar we kunnen ontbijten, daar het vliegveld te bellen, en als de bagage gevonden is (die hopelijk met de eerste vlucht uit Dallas is meegekomen) vragen hoe we bij de bagage claim kunnen komen met de auto.
Een prima plan, alleen zien we nergens iets van breakfast, en Ernst heeft eigenlijk sowieso geen trek, en het lijkt hem handiger om maar meteen naar het vliegveld te gaan. Ik móet eten (gisteren hebben we natuurlijk alleen wat van dat laffe vliegtuigspul gekregen), maar als we de Strip opdraaien hebben we nog steeds niks gevonden.
Daar staat alles stil: overdag valt het verkeer níet mee. We ontwaren een McDonalds, kunnen zowaar na een eeuwigheid kruipen daar parkeren, en dan zien we een enorme rij, én geen breakfast...
Hiernaast stiekum al foto's van toen we uit Vegas weg waren...
Weg dus maar weer. De twee tenten die we daarna checken hebben rijen van minstens een uur, en dat red ik niet. Wat een klotestad :-(
We draaien dus zo snel mogelijk van de Strip af, en spotten een Subway Deli. Eenmaal binnen blijken die geen ontbijt te hebben, maar wel sandwiches
en koffie enzo. Ernst eet twee bananen en voelt zich belabberd.
Karin, Pieter en ik bestellen sandwiches met alleen kaas of alleen ham, wat enorme verbazing wekt (dus geen uitjes, tomaten, sla, worteltjes, kool, of
ander konijnevoer erbij? Dus alleen kaas? Dus echt alleen kaas?).
Er is geen wc, zodat Ernst naar de overkant moet lopen, naar Hard Rock Café. Ik probeer te bellen maar het mobieltje blijft "connecting" zeggen. De stemming is hopeloos. Ik probeer in de bloedhete auto (het is hier minimaal 45 graden in de schaduw) te bellen, maar wordt op een eeuwigdurende wachtlijn gezet.
Dan maar naar het vliegveld. Er staan bordjes naar de bagage claim! Daar blijkt dat we voor een quarter per hour kunnen parkeren, vlakbij. Ernst en ik lopen naar het kantoortje, en zien de twee Ortliebs al staan!!! Alles is, zoals altijd, helemaal goedgekomen. We kunnen beginnen aan het tweede gedeelte van de vakantie!.
Vanaf de Boulder Highway draaien we de 146 op, de Lake Mead Road . Dan nemen we North Shore Scenic Drive, en worden meteen verwend met bochtjes, en het ene na het andere fantastische vergezicht op steeds weer nieuwe bergen, kleuren, structuren. Ernst blijft foto's maken.
Voor Overton draaien we naar rechts, om Lake Mead te bekijken, een stuwmeer, maar de bergen zijn veel spectaculairder. Tussen de bergen Joshua Trees .
Tenslotte draaien we de interstate 15 op, en ik zet de cruise control op 75. Endless, vlakten, joshua trees. Na Mesquite ("the fastest growing town of Nevada") met golf course en palmen, rijden we Arizona in. Onze tweede desert state.
De weg blijft helemaal vlak, maar opeens staat er een bord met "curves ahead", en "strong crosswinds possible",
en rijden we de canyon in van de
Virgin River (af en toe te zien als een miezerig modderig stroompje).
Eén en al bochten, ze gaan maar door, door de canyon, en de Amerikanen gaan allemaal netjes naar rechts (hier is het systeem keep your lane, tenzij wordt aangegeven dat left voor passing is, zoals hier, en ze houden zich er perfect aan). Ik kan er heerlijk doorheen scheuren, en de Explorer doet het prima in de bochten.
Dan zitten we alweer in Utah , onze derde desert state.
Meteen na St George (we zitten hier hoog...) gaan we van de 15 af, de 9 op, richting Zion National Park.
Het is al snel weer een "oh" en "ah" landschap met bergen in vreemde en mooie vormen en kleuren.
Ik heb thuis gezien dat er een weg links voor het National Park afslaat, er hier en daar doorheen leidt, de
Kolob Reservoir Road , en bij
Lava Point Overlook eindigt.
Dat lijkt me wel wat, want verder kun je alleen over één weg die iedereen natuurlijk rijdt het park in, om dan naar het eindpunt te
kunnen rijden en weer terug. Het is zelfs nog erger, zien we op borden: je mag alleen met een shuttle door de canyon.
Op de één of andere manier hebben we mijn weggetje niet gezien (Ernst krijgt natuurlijk op zijn kop, want die is de kaartlezer, wat
lastig is omdat ik de routes bedenk), merken we als we bij de ingang van het National Park staan. Terug dus.
Ik met een pesthumeur, want ik ben bang dat het allemaal te laat wordt, en weet niet hoe ver terug we moeten.
Gelukkig weet het landschap me al snel weer te betoveren: het is beslist geen straf deze weg drie keer te moeten rijden. Die bergen staan er al zo
lang, en hebben al zo veel gezien, wat zit ik hier te emmeren over dat het straks donker wordt...
De Kolob Reservoir Road komt veel eerder dan verwacht. Bocht na bocht na bocht na bocht ("caution: narrow winding road").
Een rots in de vorm van een hondekop.
Rood, oranje, wit en zwart, gladde wanden alsof ze gepolijst zijn, hoekig en grillig, afgerond, alles zie je hier door elkaar. Alles in het licht van de ondergaande zon.
Pieter en Wouter springen van rots naar rots,
wat in het geval van Pieter een beetje mislukt;
ik zoek vogeltjes die zich alleen maar laten horen, en Ernst springt met blote voeten in de hitte over keien en gras om de hondekop vanaf de juiste plek op de foto te krijgen: the Meningitis Man...
We stoppen om een donkerrode rots te fotograferen die zo mooi oplicht. Vlak voor ons landt een piepklein vogeltje in het topje van een struik. Een Kolibrie!!!
Hij zet z'n veertjes op, bibbert met z'n staartje, en blijft dan perfect stil zitten. Roodbruin, met wit halsbandje en groen petje. Een prachtige Rufous Hummingbird!
We rijden verder
tot Lava Point Overlook, met uitzicht over de bergen langs de canyon:
de Guardian Angel, Volcano Knoll, Angels Landing, Pocket Mesa, Lady's Mountain, the East Temple, enzovoort.
Er loopt een chipmunkje , die we belonen met een pecannoot, waarop hij echt tot vlakbij Ernst z'n fototoestel komt scharrelen.
Op de terugweg is het licht nog mooier geworden.
Paarden die over de weg lopen, Cowbirds tussen de koeien, een heel mooi lichtblauwe Mountain Bluebird op het hek.
Honger. In Springdale , vlak voor het National Park, ontdekt Wouter een restaurant: Flanigan's Inn. Veel auto's op de parkeerplaats, veel mensen binnen, in een houten huis met grote glazen wand aan één kant. Dat moet wel goed zijn.
Als we even moeten wachten tot er ruimte is zien we dat je hier ook kunt slapen! Ik regel meteen een grote kamer met 2 queensize bedden, en dan gaan we eten.
Het restaurant van Flanigan's Inn heet het Spotted Dog Cafe .
Overheerlijk eten. Mexicaansachtige, met Mesquite-hout geroosterde kip voor Karin, gefrituurde Mozzarella en Zuchini voor mij, kip met allerlei jalapeño's en andere pepers voor Ernst. Sandwich met steak voor Wouter, en een cheeseburger voor Pieter (die zal hij vrijwel elke dag eten deze vakantie).
De kamer is in houten cabins. Een bad. Heerlijke bedden. Pieter slaapt op de bank. Moe, moe, moe.
Ernst is helemaal gelukkig. Hij heeft vanavond overheerlijk gegeten, voor het eerst in deze vakantie, en voelt zich eindelijk weer mens.
***Red, Niks aan toe te voegen, gewoon geweldig, eindelijk vakantie !