San Miniato - Bedonia
We nemen langzaam afscheid van San Miniato, rijden heerlijk door de Apennijnen, en vinden een hotel in Bedonia.
Dit reisverhaal begint met dag 1.
Zaterdag 3-6-2001
(Hier het interieur van de kerk in San Miniato)
Je moet hier je kamers voor tien uur verlaten hebben, maar dat lukt niet echt als je om half elf wakker wordt. We doen het rustig aan, het
inpakken, want te laat zijn we toch al. De kamerschoonmaakster vindt het niet zo'n probleem, geloof ik...
***Red... De concierge komt wel even kloppen of we weten dat we eigenlijk 10 uur weg zouden moeten zijn... Maar als we om 12 uur
vertrekken verontschuldigt hij zich toch voor het storen terwijl ik niet eens had gebeten noch geblaft.
Als ik het bonnetje van 1 nacht niet wil hebben raakt ie helemaal in paniek, want ik Moet dat aannemen, uiteindelijk pak ik het aan, verfrommel
het en geef het weer terug, dan is alles goed en lachen we hartelijk...
Met de motoren naar het pleintje van San Miniato, want daar vlakbij zit een soort bar waar je lekkere broodjes en koffie en van alles kunt eten, staand aan die bar, of zittend op het terrasje aan de achterkant, waar je uitkijkt over de vlakte (want de bar is uiteraard ook aan de heuvel van San Miniato vastgeplakt).
(Op de foto een San Miniato-plein dat niet in het verhaal voorkomt, met allerlei Trompe l'oeil effecten)
Wanneer we de motoren neerzetten (onder het toeziend oog van een politieagent, wat toch het gevoel geeft dat je veilig je Ortliebs kunt
laten zitten), stapt er een Italiaan op ons af, en vraagt of we soms uit Engeland komen.
"Ollanda".
"Aha, si, orangina", antwoordt hij, wijzend op de fles oranje limonade die bij de R3B achterop gebonden zit.
Wat prachtig associatief bedacht, merken we op terwijl we naar de bar lopen, en die nummerborden van ons kun je inderdaad eigenlijk alleen maar met
Engelse borden verwarren.
We hebben een tafeltje kunnen inpikken, naast de afgrond, en zitten daar met een heerlijk ontbijtje (alles in die bar is lekker, de hamsoorten, de broodsoorten, de kaas, de sinaasappelsap, en niet te vergeten de koffie natuurlijk!), ik heb een focaccia met kaas en tomaten, en sinaasappelsap en espresso en water, wanneer diezelfde Italiaan binnenkomt.
Hij gaat aan een tafeltje verderop zitten, en begint de krant voor te lezen. De jongetjes aan het tafeltje naast hem kijken een beetje gegeneerd zijn kant op. Hij leest in een waanzinnig tempo die krant voor, zonder hakkelen of verbeteren. Een ongelofelijke prestatie! We hebben de autist van San Miniato ontmoet, en hij heeft prachtige talenten, en hij ziet er nog tevreden uit ook...
***Red... Hij is geweldig want hij leest niet alleen voor, maar ook nog eens op z'n Jean Dulieus met verschillende tonen, en heel rijk
geïntoneerd, hij weet van zoiets banaals als een krant een hoorspel te maken, jammer dat ie Italiaans praat ik versta er niks van ;-(
Maar dat geeft niet want alles is perfect: een fijne afgrond, geen telefoontjes, maar vers gebakken broden mmet heerlijke Prosciuto Crudo
en Pomodoro.
En zo vertrekken we op zaterdag om een uur of twaalf voor de reis naar huis, die deze keer echt vakantie is, en waar we lekker lang over zullen gaan doen.
Ernst vertelt me dat hij een prachtig weggetje weet (wat precies de route blijkt te zijn die ik al had uitgetekend ;-). We rijden dus weer naar Vinci.
Ik merkte het zelfs al bij het naar beneden rijden vanaf ons hostal: de Roadrunner is er bijna niet toe te bewegen in zijn één weg te rijden, dan houdt hij verschrikkelijk in, en knalt alleen een beetje zieligjes uit zijn uitlaat. Voor we in San Miniato waren heeft Ernst al mijn Ortlieb bovenop de zijne gebonden, onder luid protest van mij, omdat ik zo zat te zeuren over die Roadrunner. Dat sloeg natuurlijk helemaal nergens op, want ik had op geen enkele manier last van dat ding, en volgens mij vindt hij het alleen maar stoer staan om met twee Ortliebs te rijden, maar het hielp natuurlijk geen zak.
Later, tijdens één van de ritten hier, heeft hij wat aan een gaskabel zitten frutten, omdat hij vermoedde dat de synchronisatie niet echt geweldig was, en dat leek wel wat te helpen, alleen wil hij nu dus bijna niet meer vooruit komen in zijn één.
Wanneer we de Arno zijn overgestoken, en ik heb moeten remmen voor ik de grote weg kon opdraaien, wil hij gewoon helemaal niet meer op snelheid komen, blijft knallen uit zijn uitlaat en absurd inhouden, en bovendien klinkt er een raar geluid. Ik stop, om te kijken of er een gat in de uitlaat zit of zo. Nee dus. Ik weet niet of ik hiermee door moet rijden, want het klinkt niet gezond.
Ernst komt terugrijden, om te vragen hoe ik het in mijn hoofd haal om hier te stoppen, en gelooft weer niks van mijn verhaal: we zullen wel stoppen als het ergens makkelijk kan, dan kijkt hij wel even.
***Red... Ja ik hoef de ortlieb niet te nemen, en ze gaat harder als ooit te voren door de meest scherpe haarspelden, hoe kan er dan iets substantieels mis zijn, dan denk je dat het een niksie is.
In Vinci haalt Ernst een paar auto's in bij een stoplicht, maar dat springt op rood dus ik moet wachten. Als het op groen springt slaat steeds de motor af als ik op wil trekken, want het is hier steil naar boven en de Roadrunner trekt het niet. Dan maar bruut geweld, en veel toeren maken en met slippende koppeling rijden. Zo haal ik het dan tenslotte wel, en Ernst, die aan de overkant staat te wachten, merkt op: "Oh, er is echt iets aan de hand he, met de Roadrunner. Waarom heb je dat niet gezegd?"
De godvergeten lul :-(
"Dat heb ik gezegd, daarom was ik ook gestopt net."
"Maar waarom heb je het niet eerder gezegd?"
"Ik heb het verdomme al in Nederland gezegd, en je zou er naar kijken, zei je, ja, dan ga ik niet lopen zeuren of je d'r naar wilt kijken. Ik
heb het er verdomme al de hele vakantie over, dat er iets mis is".
"Ja, maar er is echt iets mis."
"Ja, natuurlijk is er echt iets mis, lul, dat zeg ik je toch al al die tijd?"
Nou ja, hij friemelt weer een beetje ergens onder aan die gaskabel, en weer lijkt het een beetje te helpen. Helemaal gerust ben ik er niet op: het zal verdomme toch niet zo zijn dat ik die arme Roadrunner aan het martelen ben door zo lang door te rijden met die kwaal? Ik had aan Ernst gevraagd of het kwaad kon, en ik ging er eigenlijk van uit van niet, omdat hij er maar geen aandacht aan besteedde, maar ik moet dat soort dingen ook niet aan hem overlaten.
We rijden ondertussen op zo'n lekker weggetje waar bijna niemand anders rijdt, door het bos, met de heuvels aan de rechterkant en het uitzicht links, kijk daar ziet u dorpje zus en daar ligt dorpje zo schattig te wezen. Ik rij achter Ernst aan, deze route om Pistoia heen heeft hij gisteren na veel trial en error gevonden. We moeten daarvoor wel een stukje vlakte oversteken, en komen door Montecatini. Daar rijd ik op een voorrangsweg, en komt er van rechts, van een smal straatje dat heel steil naar boven loopt, een Porsche aanrijden. Erg hard. Hij lijkt niet te stoppen, dus ik moet in de remmen, en dan remt hij op het allerlaatste moment toch nog met zijn Porscheremmen, en lacht me uit. Haha, wat leuk zeg, een motorrijder tot stoppen dwingen. En dan godverdegodver nog wel één met een motor die het bijna niet doet.
Ik haal hem in bij een stoplicht, en bij het volgende stoplicht, waar ik voor rood stop, rijdt hij weer langs mij heen. Maar daarna staat hij
stil, in de file, en kan ik naast hem komen staan om hem in het Nederlands voor gore zak uit te schelden. En de heerlijkste wraak is
natuurlijk dat hij dan opeens ziet dat ik voor hem val in de categorie waarvoor zijn strategie in het leven is:
"flirten en je beste smile opzetten en je charmant voordoen".
Dat mislukt nogal ;-)))
Tsja, dat is de ellende met het misse deel der Italianen: dat zijn van die niet-leuke flirters (er zijn zat leuke manieren), die de rest van de mensheid dwarszit als dat kan zonder risico voor henzelf. Blèèèh.
De Roadrunner doet moeilijk en ik voel me ongelofelijk geschoffeerd door die mij uitlachende zak, en dat terwijl we weer op hele mooie weggetjes rijden. Jezus, wat voel ik me labiel, opeens de loodzware last van dat werk van mijn schouders, maar dan in plaats van de Italiaanse obers die me in de watten legden Italianen die het leuk vinden om net te doen alsof ze met 100 op je in gaan rijden, en vervolgens met een grote smile naar je kijken alsof je je speciaal voor hen hebt uitgekleed in de Playboy. Als Ernst vraagt wat er aan de hand is begin ik te janken...
En dan is er, uit het niets, dat caféetje in het bos, met groot terras, waar een Italiaanse jongen weer laat zien hoe aardig Italianen kunnen zijn, en waar we even wat drinken en ik bij kan komen.
We rijden hier voortdurend door het bos, en dan steeds omhoog en weer omlaag, en bocht na bocht na bocht.... De Apennijnen op hun best.
Na de witte weggetjes van Ernst z'n route moeten we een stukje rode weg via Abetone , de S12, (geen straf, absoluut geen straf), en dan een gele weg naar de Passo delle Radici van 1529 meter, inclusief haarspeldbochten natuurlijk, en dan rijden we via allerlei verschillende witte weggetjes naar het noorden.
Het is hier heel erg mooi, want het bos wordt afgewisseld met open stukken, rotsachtig terrein. Wat heel absurd is, is dat de bergen hier ongelofelijk in beweging zijn: overal staan waarschuwingsborden dat het asfalt niet je dat is, en soms valt de weg zo twee meter naar beneden, en op veel plekken zijn er stukken uit de weg geslagen.
Hier hangt de paal aan de telefoondraad, in plaats van andersom...
We moeten zelfs een stuk omrijden over een privé (onverharde) weg, omdat de hele weg naar beneden gestort is! Een absurd gezicht. Hele stukken van de route zijn dan ook onverhard, dus ook het rijden is heel afwisselend.
Ernst vraagt of het nu echt goed gaat met de Roadrunner, en is helemaal teleurgesteld als dat niet het geval is. Hij wil er weer aan gaan prutsen, maar dat wil ik niet, want beter dan dit is hij tot nu toe nog niet geweest, en in minder dan dit heb ik geen zin.
"Maar we moeten hem perfect afstellen", vindt Ernst, maar ik geloof er geen zak van dat het alleen maar een kwestie van afstellen is. Het wordt er slechter op, en ik moest het meteen zeggen, dus dat doe ik. Ernst prutst weer. Het is nu nog veel slechter, ik kom nu echt vrijwel niet meer vooruit, en krijg er zat van, en brul met het gas om verdomme toch nog een beetje van mijn plaats te komen.
Weer prutsen, en nu gaat het wel weer. Maar Ernst wil hem "perfect" hebben, en gaat er nu zelf op rijden.
"Hier valt helemaal niet mee te rijden!!!", meldt hij.
Nee, hehe, dat weet ik na die twee weken zo langzamerhand ook wel, maar het zal toch moeten, nietwaar?
***Red... Eigenlijk retestom dat ze altijd zo der best doet om alle problemen te omzeilen, want als ik had geweten dat het zo lastig rijden was had ik hem wel naar een motorzaak in Florence gebracht ofzo ;-(
Nu komt Ernst z'n opofferende geest helemaal in actie: "Ik rij op de Roadrunner, en ga hem afstellen, en jij rijdt op de R3B, dan kun je eindelijk weer eens lekker rijden".
Lekker rijden, noemt ie dat... Die noppen zijn totaal versleten, behalve aan de zijkanten. Als je die R3B een bocht instuurt lijkt er eerst helemaal niks te gebeuren, en dan valt hij zo'n beetje om, en ondertussen glijdt hij alle kanten op. Geef mij maar de Roadrunner....
***Red... Vrouwen ;-(((
Ernst prutst wat aan de Roadrunner, is helemaal verbaasd dat "perfect" afstellen niet lukt, en besluit dan dat hij er op blijft rijden zodat ik weer even plezier kan hebben. Nou, nee dus. Ik kruip door de bochten, de R3B voelt helemaal hopeloos aan, en ik heb het sowieso gehad: ik heb niet om dat "afstellen" gevraagd, en ik heb al helemaal niet om de R3B gevraagd, en ik heb er geen zin meer in.
Als ik naast Ernst kom rijden, zegt die iets van dat we dan maar over de snelweg naar huis moeten, waarop ik zeg dat als het hem allemaal te langzaam gaat hij maar op moet rotten, dat ik dan wel alleen naar huis rij. Of zo iets... Hopeloos dus... En ik kan er verdomme ook niet eens vandoor spurten, zoals anders....
Nou ja, bij ons komt alles altijd snel weer goed, en ik mag weer terug op de Roadrunner, en we kunnen weer tempo rijden. Langzamerhand begin ik het wel een sport te vinden om voorzichtig met de Roadrunner om te gaan, dus om hem op toeren te houden en vooral zo weinig mogelijk af te zakken in snelheid.
***Red... Volgens mij heeft ze gewoon stiekum een knopje wat ze uit en aan kan zetten erop zitten, want ze gaat weeer als de brandweer door de haarspelden, ik snap niet hoe ze dat voor elkaar krijgt ???
De Apennijnen zijn fantastisch hier, het ene Passo'tje na het andere (wel zielig voor de Roadrunner natuurlijk), en hier heel veel uitzichten, en erg weinig dorpen. We rijden voortdurend in het niets, tussen de rotsen, op wegen die voor de helft onverhard zijn. En bovendien: ik heb het allemaal gevonden, al die witte weggetjes, met die kaart met onwerkbare schaal!
***Red... Zelfs de bron van al onze taalproblemen heeft ze weten te vinden ;-)
Het is laat. We zijn in de buurt van ons hotelletje in Varese Ligure, met de twee bedjes die toch één groot bed bleken te zijn, een stukje noordelijker. De enige grotere plaats hier is Borgo Val di Taro, maar hoe we ook zoeken daar, er is niets van een restaurant te vinden. Verder dus.
Het gaat ook nog eens regenen. Tegen de tijd dat we in Bedonia komen, regent het zelfs kei- en keihard. We gaan even schuilen onder een afdakje, en dan zie ik dat we tegenover een hotel-restaurant staan. Ik ren naar de overkant, en vraag of er plaats is.
(Dit is een foto van een ansichtkaart: zo zag ons hotel er een paar tientallen jaren geleden uit).
Ik word in perfect Brits Engels geantwoord, dat dat het geval is ;-)
We krijgen kamer 106, schrijft hij op een briefje, en of hij mijn paspoort mag zien. Zodra hij ziet dat dat Nederlands is (en niet Duits, neem ik aan) pakt hij sleutel 109 ("that's a better room").
Hij heeft jarenlang in Engeland gewerkt, zo verklaart hij. Het is echt heel vreemd, om iemand het ene moment gewoon normaal Italiaans te horen spreken en dan echt perfect Brits Engels ;-)
Hij regelt onmiddellijk dat we de motoren zijn zijn garage zetten (naast de Mito van zijn 16-jarige zoontje). En het heerlijkste is natuurlijk dat we ook nog kunnen eten, ook al is het ver na etenstijd (het is al lang elf uur geweest).
Het eten is superlekker. Hij heeft geen kaart, maar komt ons vertellen wat we allemaal kunnen kiezen. Ik neem natuurlijk Mozzarella met tomaten als antipasti (vóór de pasta, het voorgerecht dus), en vervolgens heeft hij gnocchi met echte truffels!!!! Ik heb nog nooit echte truffels gegeten en ben er zo'n beetje al mijn hele leven benieuwd naar geweest! Het allerraarste is dat het precies zo smaakt als ik altijd al had gedacht, maar dan nog veel en veel lekkerder!
Tijdens het eten (de rest, na de truffels, weet ik niet meer, maar de wijn was ook heerlijk ) komt onze Italiaanse gastheer af en toe even bij onze tafel staan. Italiaans is een bijzondere taal, zo vertelt hij in zijn vlekkeloze Engels. Zo heb je lange klinkers en korte. Een lange wordt gevolgd door twee ellen, en die klinkt heel anders dan een korte. En zo vlecht hij er af en toe Italiaanse woorden tussendoor met lange en korte klinkers, en dan laat hij ons weer verder eten, tot hij weer met een volgende taalkundige wetenswaardigheid komt ;-)
Echt een verschrikkelijk lieve hotelhouder, in een plek in de Apennijnen waar je heerlijk kunt rijden.
Dus: Hotel San Marco, Bedonia , perfect ;-)
***Red... Met heel vreemd voor zo'n lief klei gedoetje een groot zwembad op het dak, het hele dak eigenlijk als ik de foto zo bekijk ;-)