San Miniato
Verslagje van het leven tijdens een conferentie, met foto's van San Miniato.
Dit reisverhaal begint met dag 1.
Maandag 28-5-2001
(Hiernaast een stukje gang in onze gevangenis, met Italiaanse kunst.)
Om 9 uur begint de working group, en voor dat tijdstip is er ontbijt in de eetzaal van het klooster. Het probleem is dat we, uiteraard, geen wekker hebben meegenomen (ik heb echt nog nooit een wekker meegenomen, dus daar denk ik niet eens aan, aan de mogelijkheid dat het in dit geval wel eens handig was geweest), en de bemanning/bevrouwing van ons hostal is niet van dien aard dat ze in staat zijn ons te wekken (de bijzonder dikke man heeft het gepresteerd om me helemaal naar onze kamer te begeleiden de allereerste keer, met de lift natuurlijk, die er echt vijf keer zo lang over deed als wanneer je de trap neemt, en dan viel ook nog eens tot twee keer toe het licht uit, maar tot meer dan dat is hij echt niet in staat, en het meisje is erg aardig, maar lijkt me ook niet bepaald van het stipte type).
Het gevolg is natuurlijk dat ik zo'n keer of vijftig wakker wordt voordat het echt tijd is, en dan weer niet uit mijn bed kan komen. Ernst is zo lief dat hij me op de motor brengt, dan ben ik er net nog voor negenen.
We gaan uiteraard tegen het verkeer in, maar stuiten daarbij op twee Italiaanse politieagenten, precies op de plek waar we linksaf moeten slaan, waar zo'n bord staat te vertellen dat dat niet het idee is. Wat doe je dan? De weg vragen natuurlijk.
Er ontstaat eenzelfde soort situatie als met de oude mannetjes: overleg met elkaar, moeilijke blikken, en tenslotte tegen ons: het is niet eenvoudig uit te leggen, dus is het het handigste als jullie hier linksaf slaan. En vervolgens leggen ze de rest van de route uit, deze keer net iets anders dan de oude mannetjes, waardoor we de heuvel waar de toren op staat via de andere kant rondrijden, en net iets minder vaak tegen het verkeer in gaan.
Iedereen blijkt al vertrokken naar de meeting, maar de Italiaanse obers rennen alle kanten op om mij nog snel van koffie, jus d'orange en een croissantje te voorzien. En zo ben ik precies om klokslag negen uur in het zaaltje waar ik de komende dagen 8 uur per dag zal doorbrengen. Ik zal niemand met de presentaties gaan vervelen ;-)
Lunchen en diner gaat elke keer gezamenlijk, en 's avonds is Ernst er ook bij. De eerste avond willen we samen ergens aan een tafel gaan zitten (na afloop van mijn "werk" zijn we nog even een stukje gaan rijden, en daarbij nogal verdwaald, zodat we een uur te laat verschijnen, wat in Italië gelukkig betekent dat iedereen net begonnen is met eten), maar dat blijkt niet de bedoeling: er staan overal naamkaartjes, we zijn ingedeeld .
(Op de foto een straatje in San Miniato, waar ik die week vrijwel niets van heb gezien)
Shit, dat lijkt me helemaal ellendig voor Ernst, moet hij tussen al die mensen gaan zitten van mijn werk, omdat ik zo nodig voor datzelfde werk hier naar toe ben gekomen.
***Red... Alsof ik zo'n verlegen mannetje ben als jij ;-)
Het blijkt een perfect idee: zowel Ernst en ik hebben het heel erg naar ons zin gehad. Op de één of andere manier werkt het beter als je tussen wildvreemden wordt neergezet dan wanneer je zelf een tafel moet uitkiezen.
Het is dan ook een gezelschap met een enorm hoog percentage hele leuke mensen. De Fransman François, uit Bretagne, die geen wijn lust (maar wel van mening is dat cider niet tot de alcoholhoudende dranken behoort), die met zo'n lekker Frans accent prachtige verhalen kan vertellen over het verkeer in Parijs of zo, zodra hij een beetje is loskomt.
En dan hebben we Uwe, de in Zweden wonende Duitser, die bezig is met een campagne om de Zweden te bewegen een Nobelprijs voor Informatica in te voeren (hij had al kontakt met een secretaresse van het Nobelprijzenbureau, en hij bestookte haar met emailtjes, maar die deur was dichtgezet, dus nu vertelde hij het zijn studenten bij elk college, wie weet zou er ooit één hoge pief worden bij het Nobelprijzencommittee), en verder propageert hij zo vaak mogelijk zijn idee om overal ter wereld, maar vooral in Duitsland, elke twintig jaar de hele boel aan grondwet, ordeningen en organisatie van een land weg te sodemieteren, zodat er totale chaos ontstaat, en alles overnieuw kan groeien.
En Peter, de bijzonder op alcohol gestelde Engelsman, met zijn superbritse uitspraak, en dito manier van verhalen vertellen ("In Brazilië vertelde zijn taxichauffeur hem, omdat hij benieuwd was wat nou het idee was van stoplichten, dat je bij rood door moest rijden, en moest toeteren. Aha, en bij groen? Dan moet je doorrijden, en goed luisteren...").
Gouden tip van hem zijn de Scilly Islands (die we dan ook beslist een keer zullen opzoeken), want daar hadden ze de pubtijden zo slim verdeeld over de drie eilanden, dat je overal steeds de boot naar het volgende eiland kon nemen, en daar verder kon drinken. Het eten was er ook erg goed (wat weer tot hilarische lachsalvo's van onze Fransman leidde).
***Red... The Correct Pronunciation of the Scilly Islands is Silly Islands...
Hoe heette onze Zweed ook alweer? Hij was jaloers op ons, en sloeg zichzelf voor zijn kop dat hij niet op de motor was gekomen: hij had het makkelijk kunnen halen, over de Autobahn, op zijn Ducati. Daarnaast had hij een Husaberg, die ook te zien was toen zijn Mac bij het aansluiten van de beamer voor zijn presentatie neerstortte en weer moest opkomen: zijn wallpaper was een over en door de modder vliegende Husaberg ("yes, that's my hobby"). Hij weet allerlei plekjes in Zuid-Zweden, dus we zijn uitgenodigd ;-)
En dan die verschrikkelijk lieve man van Adobe, die met pensioen was, maar het niet kon laten te komen, met zijn vrouw. Hen tweeën had ik vier jaar eerder ontmoet, en hij vroeg door over hoe het mij in de tussentijd was vergaan, waarop ik hem maar van mijn instorten en weer overeind krabbelen op de hoogte stelde. En dan is het heerlijk als iemand daar goed op kan reageren, en duidelijk snapt waar je het over hebt.
En Ivan, de twee meter lange, in Californië wonende Rus, die mij vertelde over de lengtes van Masai die niet meer groeien over de generaties, en hoe dat zit met het groeien in de rest van de wereld, en die vol weetjes en slimmigheidjes zat. En die zijn vrouw en twee kindertjes had meegenomen, die mij heel lief aanboden dat ik hun knuffelzeehond wel even mocht vasthouden toen ik opmerkte hoe zacht hij was.
En Judy, de voorzitster (die hier haar speech houdt), die me had uitgenodigd, met haar zware Zuidafrikaanse accent, rood-grijze krulletjes en een altijd lachend gezicht, die de manipulator achter de tafelschikkingen was (de vrouwen keurig verdeeld over alle tafels), en die Ernst zat te bewerken om mij te bewerken om volgend jaar naar Zuid-Afrika te gaan.
***Red... Alsof dat nodig is? Gewoon met z'n tweeën op de XT ;-þ
En Vincenso, de Italiaan uit Pisa die alles georganiseerd had (in zijn eentje; hij had driekwart jaar niets anders gedaan dan deze week organiseren), en voortdurend maar aan iedereen aan het vragen was of alles wel naar wens verliep en of iedereen het wel naar zijn zin had. Als ik antwoordde dat ik het fantastisch naar mijn zin had, kneep hij me in mijn wang! Nou ja, ben je 45 jaar, en word je in je wangetjes geknepen...
(San Miniato heeft nog een echte onvervalste scharensliep...)
Vanaf dag één uur één had ik een verschrikkelijke last van zenuwen. Ik zou donderdag mijn presentatie houden. Het probleem was vooral dat het gezelschap bestond uit hoogleraren die allemaal heel erg veel onderzoek gedaan hadden en de wereld in hun zak hadden, plus mensen die tientallen jaren in het bedrijfsleven hadden gezeten bij ontwikkelingsafdelingen enzo, en vergeleken daarbij ben ik natuurlijk een verschrikkelijk groentje, en ik had dan ook voortdurend het gevoel dat ik hier per vergissing was uitgenodigd.
Ik had mijn probleem al voorgelegd aan een op Long Island wonende Chinese, die vertelde dat zij voor het eerst had gesproken nadat ze pas haar PhD had gehaald, en dat ze zich toen net zo voelde, maar dat iedereen het prachtig had gevonden. Hmm, ja, maar ik heb nog bij lange na geen PhD...
(de fauna van San Miniato...)
Woensdag aten we, na een excursie, die wij per motor deden en de rest per bus (volgens Peter had de guide toch wel één grapje gemaakt dat wel iets humoristisch had) in een restaurantje in Vinci (jawel, Vinci van Leonardo). We waren alweer te laat, en werden uitgenodigd aan een tafel met een jongen uit Berlijn (nog net geen PhD had hij me toevertrouwd: zijn hoogleraar had geëist dat hij mocht komen, want eigenlijk was dat tegen de regels), en een Amerikaans echtpaar, Bob, een hele gemoedelijke, erg gezette man, en zijn vrouw, een energiebom met grijs kort haar en bijzonder levendige donkerbruine ogen, die schildert en kunstgeschiedenis geeft, Liisa.
Ook aan hen legde ik mijn probleem maar voor (de Duitse jongen: "Zenuwen? Dat kan toch helemaal niet? Die moeten allemaal zijn opgebruikt toen ik aan de beurt was, dat kan niet anders"). Bob raadde mij aan gewoon te vertellen dat ik aan het begin van mijn onderzoek sta ("Draai de situatie om, en maak gebruik van de mogelijkheden"), en gewoon raad en advies te vragen. En om vooral langzaam te praten, want als je zenuwachtig bent praat je meestal veel en veel te snel. Hij was ook nog bereid om de volgende ochtend extra vroeg op te staan zodat ik mijn presentatie even op hem kon oefenen, de goeierd.
Het waren twee prachtmensen, zwaar conservatief, en zoals Lisa zat af te geven op Clinton zou ik bijna pro-Bush worden ;-)
(En dit zie je dan aan een half afgebroken huis...)
De Duitse jongen hoorde er van op dat Duitse toeristen overal zo onwelkom zijn, daar had hij nog nooit iets van gemerkt (wat heel voorstelbaar was, want hij was gewoon een verschrikkelijk lief jongetje). Hij was heel benieuwd of dat met de oorlog te maken had, en waar dat het geval is en zo (heel raar eigenlijk, maar zelfs in Italië hebben we het vaak gemerkt, dat ik opeens een betere kamer kreeg als ze mijn paspoort zagen...)
Carlo, onze ober van het klooster, bediende hier ook, en die zagen we deze avond voor het laatst, dus hebben we maar even afscheid van hem genomen, want hij had ons heel erg voorgetrokken al die tijd (wij kregen altijd als eerste ons eten en als er speciale hapjes waren waarvan er niet genoeg voor iedereen was, kregen wij steevast de eerste portie). Ik kreeg een echte handkus.
De volgende ochtend, toen ik aan de beurt was voor mijn presentatie, fluisterde Bob me nog even dat ik alles moest vergeten wat hij had gezegd, en het op mijn eigen manier moest doen, dat is altijd het beste. Maar zijn adviezen waren goud waard, en het ging perfect ;-)
Eindelijk kon dan de vakantie beginnen...
***Red... Hehe, voortaan vragen of je als eerste mag hoor ;-(