Trujillo - Cordoba
Vanuit Trujillo rijden we via de Sierra de Guadalupe naar Cordoba.
Dit reisverhaal begint met dag 1.
Woensdag 24-5-2000
Verder dan Trujillo had ik eigenlijk niet eens gedacht, in Nederland. Dat ons volgende doel Cordoba is, komt eigenlijk door de medewerker van het Ministerie van Agricultuur die Engels kende: hij had gezegd dat we eigenlijk naar Cordoba en Granada zouden moeten gaan, volgens hem absoluut de mooiste steden van Spanje.
Maar eerst ontbijt! Het ontbijt in een parador is een waar banket, waar je alles wat je maar wilt bij elkaar kunt sprokkelen. Allerlei
vruchtensappen, uiteraard ham en eieren in verschillende vormen, en ook tomatenpulp en olijfolie (je kunt uit allerlei soorten kiezen)
om een echt spaans ontbijt te maken met een geroosterd stuk brood.
Ons ritme zal de komende tijd er uit bestaan dat we ons helemaal volvreten bij het ontbijt; overdag doorrijden, en af en toe Kas limon
met chips drinken en eten, en dan om tien uur 's avonds nog een beetje eten. de perfecte dagindeling voor ons ;-)
Bij het inpakken kan ik mijn sleutels niet vinden.
Nou weet iedereen die mij een beetje kent dat dat een regelmatig terugkerende gebeurtenis is, waar je verder geen aandacht aan moet besteden, maar deze keer kon ik ze *echt* niet vinden.
Opeens *wist* ik dat ik de motor ook niet op slot had gezet, dus ik rende langs de twee binnenpleinen met sinaasappelbomen, door de ingang, naar de motor, en verdomd, de sleuteltjes zaten er nog in!!! Al die tijd op een volledig open parkeerplaats gestaan, waar iedereen kan komen, en niemand had de sleuteltjes aangeraakt!!!
***Red. En ze is geen Ezel dus bereid u maar vast voor op nog meer spannende sleutelverhalen...
Als we wegrijden vanaf het Plaza Mayor moet ik een vrachtwagentje van rechts voor laten gaan, maar die ziet dat ik een meisje ben, en staat er op dat ik voor ga, op de motor ;-)
Spanjaarden kunnen gewoon niet anders dan galant zijn, dat zit in de genen, en het maakt niet uit of de dame motorrijdt of een jurk en hoge hakken aan heeft ;-)
We rijden de vlakte op, richting Sierra de Guadalupe. Al snel zitten we weer op bochtige wegen, soms kloteweggetjes, soms met prachtig strak asfalt.
Hier merk ik voor het eerst dat mijn voorwiel af en toe wegschuift, wat raar is, want meestal heeft alleen de achterkant die neiging.
Hier rijden we af en toe langs plantages met die wit-met-geel-en-paarse bloemen, die overheerlijk ruiken.
Het zijn, zo vind ik later uit, exemplaren van de
Cistus florentinus, die hier gewoon in het wild groeit.
De weg vanaf Guadalupe is weer zo'n scheurweg, met gigantisch veel bochten, allemaal overzichtelijk, en vrijwel geen verkeer. Smullen!
Op een gegeven moment slaan we rechtsaf van deze gele (verbeterde) weg, en komen op iets wat je nauwelijks nog asfalt kunt noemen terecht.
Bij een dorpje rij ik per ongeluk naar binnen in plaats van er omheen, en nu komen we terecht in een wirwar van straatjes, die uiteindelijk tot een karrepad blijken te leiden.
Alle dorpen zijn hier blijkbaar opgezet volgens de Moorse bouw: smalle kronkelende straten, met hier en daar een pleintje, en altijd is een dorp op een heuvel gebouwd.
De man aan wie we de weg willen vragen kijkt snel een andere kant op, zodat hij niks met deze vreemde wezens te maken hoeft te hebben, maar er komt een veel dapperdere vrouw op ons af, die uit eigen beweging uitlegt hoe we weer op de weg kunnen komen. Ze wordt uiteraard uitgebreid bedankt en uitgezwaaid, en daarna zwaait iedereen naar ons, op de drempel gezeten, of uit het raam kijkend.
Buiten het dorp zie ik een Gier vliegen die er anders dan anders uitziet. Het blijkt een Monniksgier te zijn! Heb ik die ook nog gezien!!!
Op zo'n kronkel-kloteweggetje rij ik een totaal niet overzichtelijke bocht om, en zie vlak voor me de hele weg vol staan met schapen. Remmen!!! En maar hopen dat Ernst het op tijd ziet. Die komt vrolijk aanscheuren, ziet mij stilstaan, snapt niet wat ik daar sta te doen, en ziet *dan* pas de schapen. Hij staat echt net op tijd stil.
Even later zien we het perfecte, idyllische stenen bruggetje: we komen langs een heuvel aanrijden (rivier links, heuvel rechts),
en kijken uit op een prachtige oude stenen brug, waarover de weg linksaf, over de rivier gaat.
Aan de overkant staat naast de weg een honderden jaren oude olijfboom. Alles is helemaal perfect.
Het begint donker te worden: zwarte wolken! Op de een of andere manier zie ik steeds blauwe plekken in de richting waar we naar toe gaan, maar we ontkomen niet aan echte regen. Ernst heeft zijn regenspullen alweer aan; ik concentreer me op het blauw.
Als alles weer blauw is lanterfanteren we lekker nog even (Ernst probeert de mierensnelweg die zich daar voor onze voeten afspeelt van richting te laten veranderen, maar ze zijn erg volhardend, die mieren) bij een stuwmeer, en dan gaan we verder, richting Almaden.
We komen nog weer bizarre en mooie rotsformaties tegen, en de weg is inmiddels weer breed geworden. Vlakbij Cordoba wordt de gele weg zelfs een rode weg, met uitzicht op de bergen die de achtergrond van Cordoba vormen.
*Red. Heel absurd om midden in dat stuwmeer een tientallen meters lange brug zomaar van de kant naar ergens midden in het water te zien verdwijnen, is echt heel surrealistisch, volgens mij heeft Dali het allemaal helemaal niet verzonnen... En die weg naar Cordoba is echt weer ene heerlijke Mantra weg brede overzichtelijke bochten helaas is het 5 uur en kunnen we er door de drukte niet echt van genieten ;-(
Als we naar het centrum van Cordoba rijden en een bordje "Parador" zien kunnen we het niet laten ;-) Dit parador blijkt helaas een modern hotel te zijn, dat tegen de heuvels aan ligt.
We spreken af dat we het alleen doen als we een kamer met uitzicht op de stad kunnen krijgen. Ik fatsoeneer mijn haar weer enigszins en vraag in mijn liefste Spaans naar een kamer, met deze keer voor de zekerheid in het Engels er maar bij de vraag of het kan met een view on Cordoba. Dat is duurder, maar het kan!!! Dat wordt alweer Parador-slapen dus.
Na mij komen twee Duitsers vragen of ze hun kamer kunnen ruilen, voor eentje met "a site on the city".
De mevrouw van de recptie begrijpt niet wat ze bedoelen, maar uiteindelijkt blijkt inderdaad dat het kan, met bijbetaling.
Dat doen de Duitsers niet...
Onze bagage wordt voor ons naar boven gebracht, en onze motoren mogen op een speciale plek, vlak voor de ingang (in plaats van op de speciale motorenparking een eind weg).
*Red. Altijd weer wonderbaarlijk wat een enorm effect het heeft als je niet zelf een plekje zoekt, maar gewoon vraagt waar *zij* de motoren het liefste hebben ;-)
Het is een uur of tien, dus we kunnen nog makkelijk de stad in om te gaan eten. De Roadrunner laten we staan, en de R3B brengt ons naar het centrum, volgens een route die is ingetekend op een plattegrondje dat ik van de receptiemedewerker heb meegekregen, en dat ik eenmaal *in* het centrum, kwijt blijk te zijn geraakt.
We dwalen te voet door de op Moslim-wijze gebouwde kronkelige straten van oud-Cordoba (alle straatnaambordjes zijn gemaakt van prachtige tegeltjes, alleen daarom al zou ik er willen wonen), tot we op een enigszins toeristisch aandoend plein komen, het Plaza de las Tendillas, met een aantal restaurants-met-terras, en een fontein in het midden, met ruiterstandbeeld.
De eigenaar van het restaurant waar we neerstrijken kent uitstekend Frans, dat hij graag spreekt, en heeft overheerlijk eten. Hier eet ik voor het eerst Gazpacho (koude soep, waar je verse stukjes paprika, tomaat, ui, en geroosterd brood door doet).
We zijn aan de late kant met eten, uiteraard, en de restauranthouders stapelen hun stoeltjes en tafeltjes alweer op, voorzover er niemand op zit.
Vòòr ons zitten twee Japanners, een man en een vrouw, ook naar de fontein te kijken.
Zonder enige aarzeling stapelen de obers de stoeltjes van ons terras precies voor hun tafeltje op, zodat ze aan uitzicht niets anders hebben dan een stapel stoelen.
De Japanners krijgen helemaal de slappe lach van dit voor hun waarschijnlijk wel heel merkwaardige gedrag van de Spanjaarden. Wij moeten natuurlijk ook verschrikkelijk lachen, en de enige die begrijpt dat dit niet helemaal de manier is waarop je met gasten omgaat is de (volgesn mij Franse) eigenaar, die beveelt dat de stoelen een stukje opzij moeten. Je ziet aan de obers dat ze absoluut niet snappen waar al die nutteloze moeite voor nodig is ;-)
*Red. hier viel ons plan om in Spanje onze vetrolletjes kwijt te raken dus geheel in duigen, want het eten was hier opeen heel smaakvol en gevarieerd, niet meer een kale lap vlees en een kwak rijst, maar van allerlei watjes en lekker kruidig klaargemaakt, zal wel de erfenis van de Moren zijn...
Terwijl we door de straten doolden hadden we aan de kreten die vanuit de huizen opstegen al gemerkt dat er *iets* met voetbal was. Een ander voorteken waren de dranghekken die rond de fontein waren opgesteld.
Als we bijna klaar zijn met eten, verschijnt er een groepje jongens, die over de hekken springen, de fontein in. Ze hebben een vlag bij zich, met FC Madrid er op. Binnen de kortste keren is het hele plein vol voetballiefhebbers, en is iedereen nat. Na nog een poosje heeft het ruiterbeeld een FC Madrid petje op. Het is een enorm feest.
We vragen aan de restauranthouder wat er aan de hand is. Nou, Madrid heeft gewonnen van Valencia. Aha, en dus viert Cordoba feest? maar natuurlijk ;-) Het is prachtig om te zien. Geen enkele vernielzucht, alleen maar blij, en idioot doen. Er fietst iemand door de fontein, en anderen glijden over het randje.
Dan komt er iemand op Ernst af. Waar hij vandaan komt. Nederland ligt, als altijd, goed in de markt. "Je denkt dat dit feest is
he?".
"Ja, we vinden het prachtig!".
Nou, dit is nog niks. Willen jullie me alsjeblieft, alsjeblieft beloven naar de
Feria te gaan? Daar kun je zien hoe Cordoba feest viert. Cordoba heeft de beste feria van iedereen. Wil je dat alsjeblieft beloven?".
Dat doen we uiteraard, en we krijgen nog gedetailleerde beschrijvingen mee hoe we daar moeten komen ook, al hebben we geen idee wat de Feria zijn.
***Red,. eerst wacht ik nog tot eindelijk een van de helden die de sokkel van het meters hoge standbeeld hebben beklommen ook het beeld zelf beklimt Heel vreemd er waren wel 20 mensen op en af geklommen maar er was er maar eentje die werkelijk op het beeld durfde te klimmen om hem een halve voetbal als petje op te geven ;-)
Als we zijn uitgegeten, en de feestvreugde op het plein iets afneemt, lopen we terug naar de motor. Cordoba is zo'n stad waar je dan volkomen onverwacht op een Romeinse tempel stuit.
Nou ja!!! De motor stond naast een vuilcontainer, en iemand heeft er zijn vuilniszakken tegenaan geplempt!
We rijden naar de feria, en kunnen die makkelijk vinden doordat de straten op een gegeven moment met feestlampjes verlicht worden, ons over een brug leiden die van echt duizenden lampjes is voorzien.
De ingang van de feria bestaat uit een enorme poort die geheel uit lampjes bestaat.
Als we door de poort heen gaan, zien we een kermis, weliswaar een hele grote, maar tamelijk uitgestorven (het is nu een uur of twee 's nachts). Verder zien we nog wat biertenten, maar daar hebben we niet zo'n zin in.
We rijden dus maar terug naar ons Parador, maar snappen de jongen die zo trots was op zijn Feria niet helemaal...
*Red. als dit feesten is in Spanje geloof ik dat we ze nog een hoop moeten leren...