Cardona - Frankrijk
Overdag kunnen we het kasteel van Cardona uitgebreid bekijken. Dan rijden we Spanje uit, via de Pyreneeën en Andorra, Frankrijk in. Einde van de reis.
Dit reisverhaal begint met dag 1.
Vrijdag 2-6-2000
De Spanjaarden zijn hier gemiddeld wat stugger dan in Andalucia, en de twee dames die rondlopen tijdens het ontbijt, om in de gaten te houden waar tafeltjes moeten worden afgeruimd, of eieren moeten worden bijgehaald, dragen daar in hoge mate toe bij.
Degene die het meest ontevreden kijkt laat een bord kapot vallen op de grond, en Ernst roept, door de volle ontbijtzaal:
"Olé". Ze moet lachen! En elke keer dat ze bij onze tafel in de buurt is lacht ze ons opeens extra vriendelijk toe.
Je moet gewoon even doorzetten hier, dan zijn ze net zo lief als daar in het zuiden.
Voor we vertrekken dwalen we nog een beetje in het kasteel.
De kerk, die er in is gebouwd, is niet te bekijken, omdat die bezet is door een groep Spaanse voetballertjes, maar verder kunnen we vrijelijk
ronddwalen, het uitzicht bekijken, en hier en daar een deur proberen te openen. Het kasteel is nogal rigoreus verbouwd om er een parador van te
maken, zodat achter sommige geheimzinnige deuren een nieuw gebouwde muur blijkt te zitten.
Tijdens onze ontdekkingstocht snappen we ook beter waarom die ene lift op de zevende etage begint (en doorgaat tot, wat was het, de veertiende?), en die andere tot helemaal onderaan: als Nederlander ben je niet zo gewend aan dit soort hoogteverschillen.
En waar je ook over de daken kijkt, overal zie je de Spaanse halfronde dakpannen.
Ondertussen leren we ook nog dat dit kasteel op Romeinse fundamenten staat, en dat dit een belangrijke plaats voor ze was vanwege het zout dat hier werd gewonnen . Dat gebeurt nog steeds!
Naast onze motoren staa dit lieve brommertje, met tanktas, geparkeerd.
We voelen ons een beetje weemoedig, want vandaag gaan we de kaart van het laatste stukje Spanje verwisselen voor die van Frankrijk.
Via Solsona rijden we naar de grote rode weg die ons via La Seu d'Urgell naar Andorra zal brengen.
Eerst nog tanken, want Andorra halen we waarschijnlijk niet, en er zullen wel niet veel benzinepompen zijn tot aan Andorra in verband met het prijsverschil.
De pomp lijkt gesloten, maar dan komt er een vrouw vanaf de overkant van de weg aanrennen. Ze is helemaal perplex over de hoeveelheid vliegen op de koplampen van de motoren, en gaat met een stuk papier aan de gang, zonder enig resultaat. Dan duwt ze Ernst het papier in zijn handen: laat hij het maar doen, vooral ook bij mijn motor ;-)
De Pyreneeën blijven magnifiek, ook al ben je op de terugweg, en rij je naar dat verschrikkelijke Andorra toe. De Gieren zweven je meteen weer om de oren, en de besneeuwde toppen torenen boven de onherbergzame hellingen uit.
Het doet me een groot genoegen om te zien dat de benzine in Andorra nauwelijks meer kost dan in Spanje. Wat laat iedereen zich toch graag bedotten.
We rijden naar de motorzaak waar Ernst zich van de zomer ten einde raad maar Michelin T66's heeft laten aansmeren, en ik heb me er al op voorbereid dat ook ik de reis naar huis met die kutbanden zal gaan maken.
De zaak is inmiddels flink verbouwd: het was al een glaspaleis, maar het is nu een dubbel zo groot glaspaleis. Tsja, er komen nogal hordes mensen af op het GOEDKOOP GOEDKOOP, blijkbaar (en dat terwijl ik vorig jaar zelf heb kunnen konstateren dat Termaat goedkoper is, de smerige inhalige geldwolven van Andorra, want Termaat betaalt wel eventjes wat meer aan de belasting...). Je snapt het, het gaat tegen al mijn principes en gevoelens en wat je maar niet meer kunt verzinnen in om hier mijn geld te gaan doneren.
En wat blijkt? Ze zijn dicht! Ze houden siësta. Het is vijf over één, en ze zijn tot vijf uur dicht! Godverdegodver. Kom ik helemaal naar dat klote-Andorra, ben ik over al mijn weerzin heengestapt om hier nieuwe banden te halen, ZIJN ZE DICHT!!!
Ernst is geloof ik al bang dat ik er een verschrikkelijk pesthumeur van krijg (hoe komt hij erbij?), maar ik ben eigenlijk blij dat ik ze toch niet hoef te subsidiëren, en bovendien bevestigt het alleen maar mijn weerzin tegen Andorra, waar ik alleen maar blij mee ben natuurlijk ;-)
Goed, verder naar Frankrijk dus. Het begint een beetje te regenen. De afdaling vanuit Andorra is weer een Mantraweg met Mantra-haarspeldbochten, maar niet echt GS-met-totaal-versleten-Trailwings-proof. Ik glibber er maar zo'n beetje doorheen, en verbaas me er over dat al die auto's nog veel langzamer rijden dan ik.
En dan zijn we in Frankrijk. We hebben een Engelse Blade ingehaald, met achteropzitvrouw, en dan maak ik de vergissing dat ik eventjes niet meer
helemaal zeker weet of die twee banen inderdaad allebei voor onze richting zijn, want de baan voor het tegemoetkomende verkeer is opeens nergens
te zien (een heel eind verderop, zie ik later). Dat realiseer ik me na een inhaal actie in een bocht, dus ik moet een beetje afremmen daar op die
rechterbaan.
De Blade maakt er gebruik van om er langs te gaan, want die kon het al niet erg hebben dat ik hem inhaalde, en hij doet steeds op de rechte stukken
enorm zijn best om ons in te halen.
Het allermooist is nog dat de volgende bocht erg nat is, en dan kruipt hij echt vooruit, zodat ik op mijn glibberbanden geen andere keuze heb dan hem weer voorbij te gaan. Er zijn te veel bochten, dus hij haalt ons maar steeds niet in, arme ziel.
We komen door een stadje, en de Blade blijft pal achter ons rijden, langs het verkeer dat stilstaat voor kruisingen en stoplichten en dergelijke. Als we het stadje uit zijn blijf ik auto's inhalen, met Ernst en de Blade in mijn kielzog, als ik opeens voor de auto voor me een politiebusje ontwaar. Die wil ik natuurlijk ook voorbij rijden, maar het lijkt me raadzaam het iets netter te doen dan ik tot nu toe deed, en ook een beetje op de aanwezigheid van dubbele strepen enzo te letten.
En dan mindert het politiebusje vaart, en stopt aan de linkerkant van onze weghelft, tegen de dubbele middenstreep aan.
Tsja, dan ga ik er maar rechts langs, denk ik, want ze zullen die auto wel willen aanhouden of zo. Als ik er rechts langs rij stapt net één van de gendarmes uit, en ik knik hem maar vriendelijk toe. Hij kijkt me aan, en gebaart dat ik door mag rijden.
Hij schijnt over Ernst wat langer nagedacht te hebben, maar de Engelse Blade rijder wordt aangehouden!
Achteraf zegt Ernst dat hij zeker wist dat ze mij wilden aanhouden, want mijn inhaalacties waren verre van legaal. Het mooie is dat ik er geen moment aan heb gedacht dat ze mij op het oog hadden, dat heeft me waarschijnlijk gered, of ze konden zich niet voorstellen dat zo'n vriendelijk lachend meisje als ik iets verkeerds zou doen.
Ik rij nu op de 1:1000.000 kaart van Michelin, van heel Frankrijk, wat als voordeel heeft dat Clermont-Ferrand lekker dichtbij lijkt, maar wat als nadeel heeft dat het in de praktijk maar niet opschiet. Het is trouwens ongelofelijk hoe goed je op die kaart kunt rijden, ondanks de hoge schaal, en dan hoef je zelfs nog niet eens alleen over de grote wegen.
Het duurt dus eindeloos lang voor we in Toulouse zijn, en de weg is vlak en saai. Het schiet, zoals vrijwel altijd in Frankrijk, wel lekker op: er zijn ook telkens stukken waar het even twee banen voor onze richting wordt zodat je daar kunt inhalen, en tussendoor inhalen is meestal ook geen probleem.
Dan gaan we Toulouse in, want we hebben geen zin in de péage er omheen. Ernst leidt ons door de stad, en we zijn er op wonderbaarlijke wijze binnen een half uur doorheen!
We zijn nu echt op doorreis, en gaan onmiddellijk af op de eerste McDonalds die we zien (zijn in Frankrijk erg dik gezaaid). Binnen hangt een kaart van "America", in de tijd dat nog lang niet alles was ontdekt. Niets van waar we van de zomer naar toe gaan is ingetekend.
Als we weer weggaan zijn er een paar Franse scooterjongetjes die vol bewondering zijn voor de motoren, en willen weten hoe hard ze gaan, en waar we vandaan komen, en waar we zijn geweest (op het antwoord "Spanje" veronderstelt één van de jongetjes dat we dan zeker met de trein zijn gegaan. De bewondering wordt nog groter als dat niet het geval blijkt te zijn).
Vanaf Montauban wordt de weg wat aangenamer: bochten en uitzicht.
Het trieste van de terugweg naar Nederland is dat het landschap steeds minder indrukwekkend wordt. Op de heenweg ben je jezelf voortdurend aan het verbazen over hoe mooi Frankrijk eigenlijk is, en op de terugweg ziet het er allemaal maar gewoontjes uit.
In Brive slaan we rechtsaf richting Clermont-Ferrand , en we beginnen al een beetje uit te rekenen hoe laat we op de camping kunnen zijn. De zon wordt roder en roder, en gaat heel, heel langzaam onder (veel langzamer dan in Spanje).
Het weggetje van de camping staat niet op mijn kaart, maar ik kan wel ongeveer bekijken waar het zo'n beetje moet zijn. Als we niet door Clermont-Ferrand gaan, maar eerder afslaan, hoeven we net niet meer te tanken, en maken we minder kilometers. Bovendien kan Ernst dan zijn GPS van de Ixis in de praktijk testen.
Vlak na Bourg-Lastic slaan we af naar Herment. We moeten de D987 blijven volgen, maar als we een stuk uit Herment zijn gereden heb ik het idee dat de richting niet klopt. Bovendien staan er geen paaltjes meer met het wegnummer. En ja hoor, de doorgaande weg bleek in Herment rechtsaf te zijn.
Nou ja, het zat er toch niet in dat we onze tenten nog in het licht op zouden kunnen zetten.
We rijden door tot St Gervais d'Auvergne, waar we vreemd genoeg (volgens de kaart kan het wel) niet rechtdoor kunnen. Ernst z'n Ixis meldt vrolijk dat we daar nou juist wel naar toe moeten.
De routeaanwijzing bekijkende denk ik dat we eerst rechtsaf moeten, over de D227, en dan linksaf, de D109 op. Zo gezegd zo gedaan, en als ik denk dat ik de D109 zie, doe ik mijn knipperlicht naar links aan, sorteer voor, en zie dan dat er een ander wegnummer dan D109 staat aangegeven. Ik stuur naar de kant, en rij daardoor bijna tegen Ernst op, die er natuurlijk volkomen van uit ging dat we linksaf zouden slaan.
Nou ja, het ging goed...
We gaan toch maar naar links, en dan blijkt dat de Fransen de weg tot aan Châteauneuf les Bains anders heeft genoemd, en daarna wel de D109.
Wonder boven wonder komen we het bordje naar St Rémy de Blot tegen. Als we daar doorheen staan vergt het nog even wat puzzelwerk, omdat Ernst z'n Ixis er vast van overtuigd is dat we bij een boerderij moeten zijn aan de rechterkant van de weg, maar daar zit toch overduidelijk geen camping Moto Touché .
Maar niet zo lang verder zien we de camping, overduidelijk. Ik rij net een stukje te ver, stop, en wil omkeren, als een stomdronken motorrijder me in het frans vraagt of ik soms bij de camping moet zijn. Gaat hij uitgebreid staan wijzen hoe ik daar moet komen, terwijl ik de oprit daar tien meter verder voor me zie ;-)
Ik rij voor Ernst de oprit op, en stuif maar meteen naar boven. Helemaal bovenaan zitten wat andere stomdronken figuren bij elkaar. Dat ze
stomdronken zijn zie ik niet meteen, en als ik naar boven rij hoop ik dat het nl.motorfietsers zijn.
Ze zitten nogal in de weg: ik kan nog net langs ze zo'n kampeerweitje opduiken. Ze vinden het allemaal erg komisch, en lachen zich een ongeluk.
Omdraaien is nogal lastig daar, want er staan veel te veel tentjes, en omdat die zatlappen voor de uitgang zitten moet ik precies op de juiste
manier aan komen rijden om er langs te kunnen, maar opstaan, laat staan helpen? Nee hoor, uitlachen. Ik had eigenlijk gewoon over ze heen moeten
rijden.
Nou ja, ik had toch al een hekel aan Harleyrijders. Deze hebben hun motor trouwens allemaal beneden staan: er staat geen enkele motor hier boven.
Een eind verder beneden is het weitje van nl.motorfiets.
Het voelt bijna een beetje wezensvreemd, opeens weer tussen de nl.motorfietsers, na onze indrukwekkende reis.
We lopen met Roland mee naar het terras, waar (vrijwel) iedereen zit. Een blij weerzien (plus een nieuwe kennismaking, met Ria). We beginnen natuurlijk meteen verhalen te vertellen over Spanje, maar het rare is dat we er zo vol van zijn dat we daardoor automatisch het gevoel krijgen niet helemaal over te komen. Het voelt heel vertrouwd en plezierig aan, daar op dat terras met onze vrienden, maar een groot deel van ons rijdt gewoon nog steeds in Spanje rond.
Binnen wordt muziek gespeeld. Het lijkt mij volslagen onmogelijk daarmee te slapen, en bovendien heb ik, ondanks dat ik eigenlijk compleet uitgeput ben, teveel energie in mijn lijf, van alles wat we hebben door- en meegemaakt. Ernst en ik gaan SWINGEN.
We krijgen nog eventjes gezelschap van Michiel, en krijgen af en toe zelfs nog andere motorrijders op de dansvloer.
Tenslotte is het voor ons genoeg geweest.
We gaan slapen. Morgen zal ik ongetwijfeld ziek zijn, dat ben ik altijd als ik veel later dan normaal naar bed ga, en al helemaal als ik ook nog eens heb gedanst, en/of heel erg moe ben, maar dat geeft niet. Ik heb me toch al lang voorgenomen om morgen niet te gaan rijden met die klotebanden, maar lekker op de camping aan mijn verhalen te gaan schrijven.
We zien de zon opkomen, en horen een nachtegaal zingen. Kijk maar, Frankrijk is ook best mooi ;-)