Güstrow (Duitsland) - Mheer (Nederland)
Vanuit Güstrow rijden we verder via Schwerin, en als we de Elbe zijn overgestoken zijn we voormalig Oost-Duitsland uit.
We lunchen (met echte kantharellen) op de Lüneburger Heide.
Wanneer we verder rijden gaat het regenen, steeds harder. Tenslotte zit er niets anders meer op dan via de Autobahn naar huis te rijden, in het donker, door noodweer...
Dit reisverhaal begint met dag 1.
Donderdag 8 september 2011
Het ontbijt is hier weer zoals het hoort tot 10 uur (in plaats van tot 9 uur gisteren in Trelleborg), dus we kunnen een beetje uitslapen en op ons gemak ontbijten. De zon schijnt zelfs, en er is veel blauw in de lucht.
Het buffet van Hotel Altstadt is uitgebreid: ik kan als toetje mozzarella met tomaat nemen.
We hadden gekletst met deze mensen die de fiets hebben meegenomen. Mecklenburg Vorpommern is ideaal voor fietsen.
Güstrow is een prachtig oud stadje. Vanuit onze hotelkamer kijken we uit op het centrum, maar het is overal waar we kunnen kijken volledig opgebroken.
Maar afgezien van die opgebroken straten ziet het centrum er welvarend uit: mooi opgeknapte vakwerkhuizen.
En dan rijden we weg, vanaf de achterkant van het hotel (de voorkant is in het opgebroken gedeelte).
Ik zie de kinderkopjes van gisteren nu bij daglicht.
En zo rijden we Güstrow uit, voor het grootste gedeelte via kinderkopjes.
Ik hoop dat ze die in het centrum behouden! Dat ze ze opnieuw goed leggen, daar ben ik het volkomen mee eens: op veel plaatsen zijn ze weggezakt tot enorme kuilen.
De 104, die ons verder naar het zuidwesten brengt, is voornamelijk recht.
Het is zo'n weg met bomen er langs, waarvan Duitsland er nog heel veel heeft. Er is zelfs een route die langs alleen maar van dit soort wegen leidt, de Deutsche Alleenstrasse. Hij is 2900 kilometer lang, en de weg die we nu rijden maakt er geen deel van uit: kun je nagaan hoeveel wegen met bomen er zijn.
Nou vooruit, deze telt misschien niet mee omdat de bomen maar aan één kant staan.
Je rijdt hier door landbouwgebied, met flinke stukken bos er tussen.
We zitten hier in het merengebied, de Mecklenburgische Seenplatte, en af en toe zien we ook vanaf de weg zo'n meer liggen.
Vlak voor Schwerin zie ik een enorme roofvogel in een weiland zitten, met een enorme lichte kop: een Zeearend! Helaas op een stuk met geen enkele ruimte om te stoppen: ik kan hem niet aan Ernst aanwijzen (en hij staat dus ook niet op de foto).
Voor Schwerin is links en rechts een meer te zien, de Schweriner See, en dan rijd je de stad in. Helaas gaan we net om het oude stadscentrum heen; het ziet er uit als een prachtige stad.
Als je om dat oude centrum van Schwerin rijdt (via de B104) steek je nog een meer over, de Ziegelsee. Dat meer reikt helemaal tot in het oude centrum.
We rijden Schwerin uit via smallere wegen. Deze begint wel erg recht!
Maar al snel is de weg niet meer recht, en komen we bovendien af en toe door een dorpje of een gehucht.
Hier is dat Gross Rogahn (ter verwarring is dat veel kleiner dan Klein Rogahn, trouwens).
Hier stond, of staat, een vakwerkboerderij, voor de liefhebber van restaureren. Je kunt heel mooi zien hoe het dak in elkaar zit.
Het is een erg aangenaam weggetje, waar we over rijden. Hier zijn we net Stralendorf gepasseerd.
Dit vakwerkhuis (in Dümmerhütte) zou wel eens net zo'n rieten dak kunnen hebben als het huis van twee foto's hier boven eigenlijk hoort te hebben!
Via deze aangename weg rijden we verder in de riching van Wittenburg.
Het is landbouwgebied hier, en daar hoort een Schmutziger Fahrbahn bij, van tijd tot tijd. Hier is er zo'n hoeveelheid modder op de rechterhelft van de weg terecht gekomen (en is het zo nat) dat ik maar liever links blijf rijden zolang dat mogelijk is.
Vanuit Wittenburg rijden we verder naar het zuidwesten. Hier rijden we door Gross Bengerstorf (dat alweer kleiner is dan Klein Bengerstorf). Over kinderkopjes.
Het is ook in Gross Bengerstorf waar je dit prachtige electriciteitshuisje kunt vinden (ik neem tenminste aan dat dit een elektriciteitshuisje is).
Het landschap en de wegen zijn hier, zoals je kunt zien, nergens spectaculair. Maar alles is wel erg aangenaam. Deze koeien hebben schaduw, geaccidenteerd terrein, en alles maakt een vriendelijke, niet kapotgerationaliseerde indruk.
Klein Bengerstorf is dan wel groter, en heeft ook kinderkopjes, maar wat mij betreft wint Gross Bengerstorf het met z'n elektriciteitshuisje ;-)
Tenslotte rijden we de bredere B5 op. In Zahrensdorf komen we langs dit kerkje.
Dit kerkje is een van de oudste in Mecklenburg-Vorpommern: hij komt uit 1230. De foto op z'n website laat zien dat er intussen gerestaureerd is: hij heeft z'n ramen teruggekregen sinds die foto.
Het middelste stuk is het oudst (en is van veldsteen, oftewel, van de stenen die gewoon op de akkers werden gevonden en weggehaald). De toren en het andere gedeelte zijn van later datum.
We houden die B5 aan tot Lauenburg, en steken daar de Elbe over.
Daarmee zijn we de grens overgestoken tussen voormalig Oost- en West Duitsland: de Elbe vormde hier de grens.
Het stadspanorama dat je ziet is Lauenburg: we kijken hier naar het noorden.
We rijden nu via de B209. Hier rijden we Lüneburg binnen.
In het voorbijgaan neemt Ernst nog even een foto van een hotel dat er leuk uit ziet, tussen de bomen, Hotel zur Hasenberg (of het nog steeds functioneert weet ik niet: ik heb geen website kunnen vinden).
Zo te zien is Lüneburg een erg mooie stad. Een Porsche voor ons probeert steeds heel langzaam te rijden tot het stoplicht op oranje springt, en dan met veel gas door te rijden. Hij rekent er niet op dat wij net zoveel gas kunnen geven. Is dat een sport voor hem, om motorrijders voor rood te laten wachten? Hij probeert het bij elk stoplicht opnieuw.
Als we Lüneburg door zijn en verder rijden zien we af en toe bloeiende heide. Veel huizen met vakwerk en baksteen. Mooie dorpen.
In Amelinghausen stoppen we bij Gasthaus Fehlhaber. Het ziet er aantrekkelijk uit van de buitenkant (we hebben geen foto helaas, maar het is een mooie herberg in vakwerk). En als je naar binnen loopt is dat net zo: er zijn verschillende ruimtes, voor het café, voor de stamgasten, en om te eten.
Er is één man die alle bediening voor z'n rekening neemt, een oudere man man (ik heb het idee dat hij tegen de 70 loopt of die leeftijd al is gepasseerd). Hij is erg vriendelijk, en hij is misschien dan wel niet de snelste; hij merkt alles op.
Er staan kantharellen op de kaart: een buitenkans! Het eten is hier erg lekker. We nemen dan ook uitgebreid de tijd om er van te genieten (en om weer warm te worden: het is droog, maar het waait hard en het is koud).
We rijden verder, Amelinghausen uit. Het is nog drrog.
Wanneer we door Solltau rijden begint het te regenen.
Fallingborstel is een crime: al het verkeer rijdt hier door een aantal smalle winkelstraten. Er zijn stoplichten met enorm lange rijen: als er eentje op groen springt staat de kruising vol, zodat elke keer hooguit twee auto's door kunnen. De straten zijn zo smal dat we niet gemakkelijk voorbij die rijen kunnen komen.
Het is nu regen, regen, regen, met heel vervelende automobilisten, die gas geven of naar links uitwijken als je wilt inhalen.
Voorbij Minden is een McDonald, waar we koffie drinken en overleggen.
In dit tempo zou het tot in de ochtend duren voor we thuis zijn. We kunnen hier de Autobahn op richting Dortmund. Voor Dortmund kun je dan over naar die naar Keulen, en bij Keulen-West kun je verder naar Aachen. Dat wordt ons plan.
Het is een verschrikking: het regent zo hard dat je nauwelijks zicht hebt. Links razen de Duitsers nog steeds met 250 km/u blind door.
We zien een Mini die is gaan tollen, en een ander geraakt heeft. Een moedige man heeft z'n Mercedes dwars er voor gezet om het verkeer tegen te houden.
Ik begin te denken dat we maar een hotel moeten nemen: voor morgen is droog weer voorspeld. Maar dan wordt het weer droog, en krijg ik het idee dat we het makkelijk halen.
En dan begint het weer te regenen... Het is inmiddels ook donker geworden. Ik vind het afschuwelijk, maar wil nu alleen nog maar naar huis. We sukkelen met maximaal 100 door de regen. Veel auto's rijden nu trouwens ook niet harder meer.
Bij een benzinestation waar we tanken vind ik het een troostrijke gedachte dat we niet de enigen op de Autobahn zijn die het niet zo comfortabel hebben: ik benijd de inzittenden van deze auto niet!
Ze hadden nog meer pech dan wij: hij had de auto net gekocht, ergens in Mecklenburg Vorpommern, en moest nu al de olie bijvullen. Tot overmaat van ramp liet hij bij dat vullen de dop in het carter vallen. Hij kon er om lachen: petje af!
Het is 1/2 12 als we thuis komen, we zijn totaal op...