Mheer - Limburg an der Lahn
We vertrekken pas om 4 uur 's middags. Via smalle weggetjes rijden we door de Hoge Venen de Eifel in.
De GPS brengt ons vervolgens via de bredere wegen door de Eifel, tot we hem op kortste route zetten. Het is zondag: erg veel motorrijders hier!
We rijden een stukje langs de Rijn, met wijnstokken en kastelen aan weerskanten.
In Limburg an der Lahn zien we hotel Nassauer Hof daar prachtig aan de Lahn liggen. Ze hebben een kamer, en erg lekker eten.
We moeten de eigenaar beloven dat we Limburg nog zullen bekijken, en dat doen we die avond. Een erg mooi stadje.
Dit reisverhaal begint met dag 1.
Zondag 31 juli 2013
We vertrekken om bijna 4 uur: een uurtje later dan ik had gehoopt, en bijna 4 uur later dan Ernst had gepland. Ik moet nog eens uitpuzzelen wat er precies wringt, bij plannen en Asperger. Maar toegegeven, ik heb dezelfde ellendegevoelens bij moeten inpakken als Ernst, hoewel ik er wel voor zou zorgen dat alles veel eerder klaar is. Maar Ernst is onze inpakker: hij krijgt alles altijd op de meest logische manier in de meest kleine inpakvolumes, en dan zelfs nog zo dat je er gemakkelijk bij kunt.
Het is geen probleem dat we zo laat vertrekken: ik heb twee dagen gerekend voor de afstand tussen Mheer (dat je hier ziet) en Tiefenbach vlakbij de Duitse grens met Tsjechië. Dat is gemakkelijk te halen, ook als je om vier uur 's middags vertrekt.
Dit wordt m'n eerste vakantie op de Guzzi V7. Ik heb er al een paar duizend kilometer op gereden:ritjes naar de Ardennen en de Eifel en woonwerkverkeer, maar ik heb 'm nog nooit meegenomen op een echte vakantie.
Hij is voorzien van twee Hepco & Becker koffers, de Strayker, die we zonder binnentassen gebruiken. We hebben ze nog niet getest: ik zal tijdens deze reis voortdurend in m'n spiegels kijken of ze er nog op zitten, maar ze hebben elke proef uitstekend doorstaan ;-)
Ik doe er een paar duizend kilometer over voor een motor echt "van mij" voelt: dat is inmiddels het geval. Ik ben heel erg benieuwd hoe hij tijdens deze vakantie zal bevallen.
We rijden Nederland uit via bekende weggetjes: we wonen vlakbij de grens. Hier rijden we op een van de boerenweggetjes tussen Noorbeek en Ulvend, dat precies op de grens tussen Nederland en België ligt.
Via St. Martensvoeren en St. Pietersvoeren komen we terecht op de N612 in de richting van Henri-Chapelle.
Dat is een vrij rechte weg die een grandioos uitzicht biedt over het dal van de Berwinne.
Aan de overkant kun je (hier niet te zien) in de verte de Ardenenn zien opdoemen.
Die weg brengt je langs de Henri-Chapelle American Cemetery and Memorial.
Hier liggen 7992 Amerikaanse soldaten die hun leven verloren tijdens de Tweede Wereldoorlog.
De granietblokken die je ziet vormen de colonnade, waarop namen van vermisten staan. In het gebouwtje zit een kapel.
Als je heel goed kijkt kun je nog net, in het midden, de vleugels zien van de Angel of Peace, achter de colonnade.
Langs de weg staan aan weerszijden pilaren met gestileerde adelaars.
Aan de rechterkant zie je weer de colonnade.
We rijden binnendoor verder, en komen (via de brede N61) in Eupen.
We moeten omrijden omdat er een feest is in het centrum, maar Ernst weet desondanks het steile straatje met de naam Nispert te vinden.
Het gebouw met de boogramen rechts is een kapel, de St. Johannes Baptist-Onthoofdingskapel. Dat "onthoofding" betekent niet dat er in die kapel mensen werden onthoofd, maar het slaat op de onthoofding van Johannes de Doper. In dit Wikipedia-artikel valt trouwens op dat nergens wordt vermeld dat Johannes de Doper een van de grote profeten is binnen de Islam, terwijl dat wel keurig staat vermeld in het Engelse John the Baptist artikel en in het Duitse Johannes der Taufer artikel.
Even verderop kun je dan linksaf de Schönefelderweg inslaan, en daar komen we deze groep overstekende ponies tegen, met kinderen op hun rug.
We houden stil op grote afstand: ze zijn eerst helemaal verbaasd dat we ze voor laten gaan.
Met ingetrokken koppeling klinkt de Guzzi niet intimiderend: geen enkel ponietje raakt in paniek, en ook geen enkele van de kinderen.
Via de Schönefelderweg rijden we over de Hoge Venen.
Het is naast het weggetje bij Hockay de leukste manier om de Hoge Venen over te steken: andere manieren zijn allemaal breed en vooral kaarsrecht.
We rijden Duitsland binnen bij Roetgen, rijden naar Lammersdorf, en zitten even later op de weg naar Nideggen.
Het is zondag: de weggetjes naar de Ruhr Stausee zijn afgesloten voor motoren.
Je zou het hier niet zeggen, maar de Eifel is vandaag propvol motoren. We komen ergens onderweg nog langs een Tref met echt honderden motorrijders.
Als je vlakbij Nideggen komt, is er een prachtige serie bochten.
Je ziet hier heel mooi de Burg Nideggen hoog liggen. Er zit een restaurant en een Burgenmuseum in.
Helaas hadden we de bochten niet vrij: voor ons was een auto en daar achter reed een Harley.
De Harleyrijder nam steeds aanstalten om in te halen, maar deed het steeds niet.
Op een gegeven moment reed Ernst langs zowel de Harleyrijder als de auto. De Harleyrijder kwam uiteraard naar links, precies op het moment dat Ernst hem inhaalde. Ik zag het bijna fout gaan, maar gelukkig miste hij Ernst op een haartje. Hij reed achter Ernst aan, en ik bleef met het hart in m'n keel achter de auto vast zitten.
Het duurde even voor er weer een gelegenheid was.
Toen deed zich het volgende probleem voor: de Harlerijder remde erg af voopr de bocht, en gaf als hij er uit kwam een enorme dot gas. Daardoor kon ik hem op de rechte stukken tussen de bochten niet voorbij komen: die stukken waren niet zo lang).
Er zat niets anders op dan hem in te halen in de bocht, zodra dat mogelijk was.
Mijn Guzzietje kan dat perfect ;-)
Zülpich heeft een stadsmuur die nog vrijwel geheel intact is, en een aantal stadtorens.
Dit is de Münstertor, uit 1357.
Vanuit Zülpich rijden we via de saaie B56 in de richting van Euskirchen.
Bij de T-splitsing met de B266 zien we dit reclamebord: een Volkswagenbusje is toch wel bijzonder schattig ;-)
Vreemd is trouwens dat het reclame is voor Gaffe; Kölsch. Alcohol en rijden in een Volkswagenbusje hoort toch niet echt bij elkaar zou je zeggen...
Via Euskirchen rijden we verder in de richting van Bad Neuenahr.
Hier rijden we Bölingen binnen, waar dit knalgele huis te zien is, van een plantenkwekerij.
Bölingen, Ringen en Grafschaft vormen één geheel.
Het is een aaneenschakeling van vakwerkhuizen.
Het is in Grafschaft dat de straat opgebroken blijkt. In zo'n geval kijken we altijd even of we er door kunnen: vaak is dat het geval.
Nu niet: een paar honderd meter verderop gaat een enorm gat over de gehele breedte van de weg. We keren weer om en slaan naar links af, waar na de GPS z'n werk doet en ons weer keurig naar de juiste weg brengt.
De Guzzi geeft geen krimp, ook al staat hij op toersportbanden ( Pirelli Sport Demon). Maar toch gaan er bij de volgende gelegenheid Pirelli Scorpions op!
Via Bad Neuenahr komen we (druk) in Sinzig, waar we tot mijn verbazing niet via Linz am Rhein de \Rijn oversteken, maar rechtsaf slaan, via de saaie en brede en drukke B9.
In Bad Breisig, dat duidelijk al lange tijd welvarend is door het toerisme, besluiten we de route die de GPS (NavnGo IGO die Ernst vanuit de Becker op z'n Samsung Galaxy Note heeft weten te krijgen, en die wonderbaarlijk goed werkt; helaas moet je er een Becker voor kopen, want IGO is er wel voor IPhone maar niet voor Android...) ons voorschotelt te verlaten. Ernst zoekt het pontje over de Rijn op: aan de andere kant is de weg zo te zien minder saai.
Als we bij het pontje komen is dat net aan de overkant, maar het vaart voortdurend heen en weer, dus lang duurt het niet.
We kunnen als het naar ons toe vaart mooi zien dat het 45 graden schuin moet varen om recht over te steken: de Rijn stroomt krachtig!
Aan de overkant van de Rijn ligt Bad Hönningen.
Hoog boven Bad Hönningen ligt Schloss Arenfels: zoals het er nu uit ziet uit de negentiende eeuw, maar op een plek waar al sinds de dertiende eeuw een burcht staat.
Er zit een restaurant Burg Arenfelt in.
En dan rijden we langs de zonnige kant van de Rijn, en behalve voor veel kastelen bieden de hellingen hier ook plaats voor wijnstokken.
In de dorpen waar we langs komen draait dan ook alles om wijn.
Vanaf Neuwied rijden we door bebouwing verder langs de Rijn: we zien Koblenz al aan de overkant liggen.
Dan slaan we linksaf, een steil weggetje in, en niet veel later rijden we Naturpark Nassau, dat deel uitmaakt van de Taunus.
Het is heerlijk rijden hier, door bos, en de zon schijnt inmiddels volop (we hebben de hele dag dreigende bewolking gezien, en reden soms in de schaduw daarvan, maar het is geen enkele keer losgebarsten).
De borden geven hier steeds Limburg aan, zowel Ernst als ik merken dat - uiteraard - op. Ernst denkt er over om die borden te gaan volgen, maar wijst dat vervolgens af als onzinnig. Daardoor mist hij bijna een afslag wanneer de borden linksaf wijzen naar Limburg: hij had net besloten de borden niet te gaan volgen en ziet daardoor bijna te laat dat de IGO ook linksaf wijst.
Het is inmiddels half 8 geweest en we hebben nergens pauze gehouden. Ik ben erg moe. Als ik een Gastof-hotel zie, Hotel Alt-Staffel in Staffel, stop ik, maar het blijkt dicht. We bsluiten ter plekke dat we in Limburg iets te eten zullen zoeken, en ik wil het liefst iets waar we ook kunnen slapen.
Niet veel later rijden we het binnen; het heet in z'n geheel Limburg an der Lahn, naar de rivier waar het aan ligt.
Op het moment dat je de brug over de Lah oversteekt, naar de oude stad, zie je aan de overkant dit beeld: de Dom van Limburg an der Lahn (waarover verderop meer) met daaronder een prachtig huis.
Aan de overkant van de brug (die brig rijd je overigens op door onder een toren door te rijden) draait de weg naar rechts, en aan de Lahn ligt daar dit hotel, Hotel Nassauer Hof.
Ernst stopt en ik ga vragen of er een kamert is. Die is er, wordt me in het Nederlands verzekerd ;-) De eigenaar is Nederlands (zijn vrouw is Duits) en hij wil erg graag zijn Nederlands oefenen op ons.
De motoren kunnen veilig achter het hotel worden gestald.
De kamer die we krijgen biedt uitzicht op de Lahn.
Je kunt hier mooi de Alte Lahnbrücke zien, met z'n poort (de Brückenturm).
De brug stamt uit de Middeleeuswen, en maakte deel uit van de Via Publica (een hanelsroute) tussen Keulen en Frankfurt.
Ooit lag hier een houten brug, die is ingestort bij een uitzonderlijke hoogwaterstand. In 1354 was deze nieuwe stenen burg klaar, met oorspronkelijk een toren aan weerszijden.
Het is inmiddels al weer half negen geweest, maar het is gelukkig geen enkel probleem om hier nog te eten.
Het restaurant van het hotel heeft een eigen naam: der Kleine Prins. Als we de ruimte binnenlopen zien we dan ook over de tekeningen uit De Kleine Prins van Antoine de Saint-Exupery.
We nemen beiden een glas Riesling (we zijn tenslotte in Duitsland, en het eten blijkt erg lekker, van het brood met boter dat we krijgen vooraf, en de hapjes die daarbij komen, tot en met het hoofdgerecht.
De eigenaar komt nog even langs en dringt er op aan dat we de stad nog zullen bekijken: duizenden toeristen komen hier elk jaar speciaal om de stad te bezoeken; wij komen hier toevallig langs, en we kunnen gewoon niet vertrekken zonder de stad te verkennen, vindt hij.
We beloven het.
We slenteren na het eten dus het (grote) Middeleeuse centrum van Limburtg an der Lahn in.
We zien het ene vakwerkhuis na het andere. Zoals je ziet vaak met veel houtsnijwerk.
Waar ik zo geïnteresseerd naar kijk zijn houten vogels bij een antiquair: de binnenstad bevat uiteraard erg veel horeca, en daarnaast veel winkels die allemaal wel iets bijzonders hebben.
Behalve veel houtsnijwerk zie je ook veel beschilderde huizen. Zowel het hout als het wit daartussen wordt beschilderd, om het hout extra te accentueren.
Je ziet hier ook mooi dat elke verdieping over de verdieping daar onder uitsteekt. Die gewoonte was er in Nederland ook in de Middeleeuwen: je kunt er aan herkennen dat de gevel nog echt Middeleeuws is. Het was tegen de regen: zo werd de gevel van de onderste verdiepingen veel minder nat.
Extra ideaal omdat de onderste ramen vaak naar beneden konden klappen en dan als een soort open etalage dienden.
In de vakwerkhuizen dus veel winkels (er komen hier tenslotte duizenden toeristen per jaar), en vaak verkopen die iets kunstzinnigs.
Hier eentje met schilderijen, die ik niet alleen erg leuk vind, maar die ook uitermate betaalbaar waren (het schilderij met de muzieksleutel bijvoorbeeld kost 60 euro en het was geen reproductie).
Limburg an der Lahn is al lang een toeristentrekker, zoals je mooi kunt zien aan deze oude ansichtkaart. Daar zie je trouwens ook Schloss Oranienstein op staan, en als dat je ergens aan doet denken heb je gelijk: hier komen de Oranje-Nassau's vandaan; dat zie je ook al aan de naam Naturpark Nassau. Schloss Oranienstein is nog steeds van de koninklijke familie.
Het Middeleeuwse centrum van Limburg an der Lahn ligt tegen een heuvel aangevleid, en loopt voor ongeveer driekwart rond die heuvel; de rest wordt ingenomen door de Lahn.
Bovenop die heuvel ligt de Dom van Limburg an der Lahn. Je kunt hier de ligging van de Dom mooi zien (met de er naast gelegen burcht, waar we straks ook nog komen).
Aan de kant van de Lahn is de helling vrij steil; vanuit het centrum kun je er gemakkelijk naar toe klimmen.
Er hebben voor deze Dom waarschijnlijk andere kerken op deze plaats gestaan, maar de bouw van deze kerk is al begonnen in 1180, en in 1235 is hij ingewijd: het is een heel erg oud gebouw, Romaans tot de vroege gotiek.
We zien hem hier recht van voren, maar in totaal heeft hij zeven torens (op de foto hierboven, waar we hem vanaf de andere kant van de Lah zien, kun je er vijf van zien; hier zie je in het midden nog net een derde toren).
De Dom is in de negentiende eeuw van z'n verf ontdaan (zoals veel grachtenpanden in Nederland in die tijd zijn witgepleisterd), maar is tussen 1968 en 1972 weer in ere hersteld (wat in Nederland niet mag van Monumentenzorg): een enorme verbetering!
Van binnen schijnt hij prachtig te zijn, met hele oude gebrandschilderde ramen, fresco's, en een orgel uit de vijftiende eeuw.
Helaas waren we te laat om naar binnen te kunnen.
Als je rechts langs de Dom loopt kom je bij de burcht van Limburg.
Die ligt op de plek van een Keltisch centrum, en vanaf zo ongeveer 800 staat hier een burcht (die uiteraard in de loop der tijd is uitgebouwd).
Hier zie je de binnenplaats.
Rechts op de foto hier zie je de kapel, uit de elfde eeuw: het oudste gebouw van de huidige burcht.
Links daarvan de "woontoren", uit de dertiende eeuw.
En links op de hoek een gebouw uit de Renaissance, uit 1600.
We dalen af langs de helling tegenover die van de Lahn, en komen in stille straatjes terecht, met kinderkopjes en een overdaad aan rozen langs de muren.
Aan dit huis is interessant dat er rood-witte boogjes zijn boven de garagedeur. Die lijken bijna een kopie van de bogen van de Mezquita in Cordoba.
Hier een mooi beeld van een huis met een Middeleeuwse voorgevel en een zijgevel uit 1905.
Dit is slechts een van de vele straatjes (en pleinen) in Limburg an der Lahn die gewoon helemaal Middeleeuws zijn.
Het is echt ongelofelijk uitgebreid.
Dit is de Plötze (plaatselijk dialect voor pleintje), met dit beeld van een bierdrinkende man.
Het is de roofridder Friedrich von Hattstein, die van 1357 tot 1363 "stadshoofdman" was van Limburg. Dat was niet geheel vrijwillig.
Hij had ooit een bruiloft van een ridder van Limburg, Siegfried von Rheinberg, geplunderd (de ridder kon ternauwernood ontsnappen), en voerde jarenlang een schrikbewind in de dorpen rond zijn gebied.
Op een dag toog hij in de richting van Limburg, en dit kwam Siegfried von Rheinberg ter ore, die een aantal mederidders charterde, en met z'n allen overvoelen ze de roofridder Friedrich von Hattstein.
Die werd onder dwang "bekeerd" tot eerzame burger, en kreeg een aanstelling als ambtenaar: stadshoofdman.
Hij stond bekend om z'n enorme kracht: hij kon, zoals je hier ziet, een vol vat bier boven z'n hoofd tillen om te drinken.
De roofridder kon het na een aantal jaar toch niet laten, en plunderde een drop, en richtte er een bloedbad aan. De ridder onder wie het dorp viel werd woedend, en heeft de roofridder gedood, in 1963.
We hebben maar een klein gedeelte van het uitgestrekte Middeleeuwse stadscentrum gezien.
Hoe goed onderhouden het is zie je pas als je een hoekje ziet waar een stuk gevel iets minder goed in de verf staat.
Deze poster voor silhouetkunstenaar Ernst Moritz Engert viel op omdat hij zo'n mooi beeld met Kaketooe geeft.
Er is een permanente tentoonstelling aan hem geweid in het stadsmuseum van Limburg an der Lahn.
Limburg an der Lahn is een aantal maal door de pest getroffen (in 1349, 1356 en 1365). Dit beeldje is een herinnering daar aan.
Je komt hioer en daar prachtige details tegen, zoals dit geheel beschilderde en van houtsnijwerk voorziene uitbouwtje.
We slenteren weer terug naar het hotel, en mijmeren nog even op de brug over de Lahn.
We hebben in de bomen aan het water als een Grauwe Vliegenvanger gezien. Er liggen eilandjes in het water, en ook de onderkant van de pilaren van de brug zijn een plek voor vogels: Blauwe Reigers, Wilde Eenden, Meerkoeten.
Midden op de brug staat dit stenen kruis, uit 1657.
Aan de overkant staat een beeld van de heilige Nepomuk, oftewel Johannes Nepomucenus, die van de Karelsbrug in de Moldau is gegooid omdat hij het biechtgeheim van de vrouw van de koning niet wilde schenden, en zo is hij een marteldood gestorven.
Wat hij hier precies doet, is dat hij daarmee een heilige voor bruggen werd.
Aan de overkant van het water zie je de dom weer schitterend liggen.
Ons hotel is net niet te zien op deze foto: het zit er net rechts van.
In het hotel zelf is ook nog van alles te zien. Zo is er een enorme verzameling zandlopers te bewonderen.
En een ongelofelijk grote verzameling medailles en andere prijzen, en een krantenknipsel over Marc-Philipp Prins.
Hij doet aan triathlon (fietsen, rennen, zwemmen) en zit vaak in de prijzen (vaak in Nederland trouwens).
Hij is de zoon van de eigenaars: de Kleine Prins.