Ducati met berijder in La Roche
Straatbeeld in La Roche

La Roche

We brengen een aantal dagen in La Roche in Belgie door, totdat Ernst naar z'n afspraak is geweest.

Geen straf: La Roche is niet voor niets een hangplek voor motorrijders (en wielrenners, en kayakkers, en autorijders, en...).

Dit reisverhaal begint met dag 1.

zondag, 26 april 2009

Vandaag, na een heerlijk ontbijtje (ontbijtbar, inclusief, in een kamer van 35 euro) lopen we naar de Spar om inkopen te doen voor een picknick, en dan beklimmen we de heuvel naar de burcht.

 

We zijn er al voor openingstijd, en wanneer het hek wordt geopend wachten we eerst maar even tot de groep die ook is aangekomen een eindje op weg is.

Eerst klimmen naar het hoogste punt. Veel trappen, torens, onverwachte gewelven: het is een echte kruip-door-sluip-door burcht, uitgevoerd in donkere leisteen, en hier en daar voorzien van bordjes die vertellen dat wat je ziet een kapellentoren is, bijvoorbeeld.

 

Het toeristenseizoen is nog niet aangebroken, maar het is zondag: er lopen al veel mensen rond. Geen straf, want mensen kijken is minstens even leuk als burcht kijken.

 

Bovenop uitzicht naar alle kanten. Twee geiten klimmen op rotsen tegenover ons.

Aan de andere kant kunnen we het park in aanleg, waar we gisteren in rondliepen, in z'n geheel zien.

 

Een stukje verder naar beneden beneden bekijken we, zittend op een muurtje van het kasteel, een wielerwedstrijd, die een uur van te voren al wordt aangekondigd door de karavaan, auto's met reclame, en veel motoragenten en verkeersregelaars. Ondertussen huilen een aantal motoren, steeds heen en weer, en het schalt over heel La Roche.

Na twee uur komen de wielrenners dan eindelijk voorbij: vier vooraan, dan een peloton, en dat is het.

 

En ook nu is mensen kijken natuurlijk prachtig.

 

Bij ronddwalen in de burcht valt op dat de Belgen hier erg gesteld zijn op verbodsborden.

Het is bijvoorbeeld verboden voor honden om deze ruimte te betreden, afgesloten door een hek waar misschien inderdaad een Chihuahua-puppie door zou passen.

 

Het verbod om met stenen te gooien is misschien wel zinnig, maar op de een of andere manier heb ik het idee dat de doelgroep van het verbodsbord zich niet veel aantrekt van zo'n bord, en dat de anderen zonder dat bord niet op het idee gekomen zouden zijn om stenen te gaan gooien...

 

De burcht is een heerlijk plekje, kinderen proberen hem uit, en moeders maken daar foto's van.

We hebben dan al sirenes gehoord van een politieauto, en niet veel later houdt het gehuil van de heen en weer scheurende sjonnies op: er wordt dus iets gedaan aan geluidsoverlast van motoren hier. Verder maken eigenlijk alleen de Quadjes veel lawaai; de meeste motoren rijden fluisterstil het stadje binnen.

 

Na een kleine siesta spotten we een oude Sarolea op het plein, een echte Belgische klassieker.

 

Hij staat prachtig te contrasteren naast de motorscooter. De beide berijders zijn samen uit rijden.

La Roche wordt in tweeën verdeeld door de rivier. Vanuit de brug loopt de hoofdstraat door het belangrijkste gedeelte, van waaruit je via een steil zijweggetje bij het kasteel kunt komen.

De rivier maakt daar een bocht en zo komt de hoofdstraat aan het einde weer bij de rivier uit, om samen te komen met de weg die er langs loopt. Aan de andere kant van de brug ligt het gedeelte waar ons hotel ligt, met een vierkant plein waar motoren gestald kunnen worden, met terrassen er omheen vanwaar je een mooi uitzicht hebt op je eigen motor. Op dat plein dus staat de Sarolea.

 

Dan lopen we aan deze kant van het water omhoog, steeds de rivier rechts houdend, en in dezelfde bocht meelopend.

 

Van daaruit zien we dat het geluid van de motoren afkomstig is van raceauto's: er is een wedstrijd, en ze rijden inderdaad heen en weer.

Wat we op de burcht hoorden waren dus geen motoren maar auto's.

 

We lopen er naar toe en zien onder andere een oud Fiat 500tje, voorzien van enorme spoiler.

 

We zijn niet de enige bewonderaars van het Fiatje.

 

Gezien de deuken aan weerszijden van een van de auto's die aan de kant staat, is de wedstrijd stilgelegd geweest vanwege een ongeluk.

 

We hangen even rond wanneer de wedstrijd weer hervat is. Ze spurten steeds met veel lawaai weg; het Fiatje gaat er hard vandoor in vergelijking tot de rest.

 

Er zijn een aantal categorieën, merken we als de race weer begonnen is: de diversiteit van de deelnemers is enorm.

 

Sommigen vertrekken iets te enthousiast en blazen hun blok op.

 

Er lijkt een prijs voor iedere deelnemer te zijn.

Kriek drinken op het terras met uitzicht op de burcht, en dan gaan we op zoek naar eten. Dat wordt een Pita-eethuis, Antalya, waar de eigenaar aan een tafeltje aan het raam zit, met een laptop: hij maakt daar gebruik van de Wifi-verbinding met een van z'n buren, en heeft een gesprek (met webcam) met z'n famileden in Turkije.

Ik heb hoofdpijn; de hele dag al, maar het wordt stteeds erger, en op dit moment begin ik me misselijk en duizelig te voelen. Ik krijg nauwelijks meer een hap door m'n keel, en kan alleen nog maar met m'n hoofd op m'n handen steunen en m'n ogen dichtdoen; geen echt plezierig etentje voor Ernst of mij.

Ik heb pillen bij me voor die hoofdpijn, maar de hoeveelheid is berekend op hoogstens eentje per dag, dus ik heb het proberen te rantsoeneren. Een nobel streven, maar onbegonnen werk, zo lijkt het.

Ik ga al om 7 uur slapen, met pil, neem er 's nachts nog eentje, en slaap de hele nacht.

 

maandag, 27 april 2009

Ook vanochtend neem ik weer een pil: ik heb besloten dat de hoofdpijn als we eenmaal echt op weg zijn vanzelf zal verdwijnen, en zo niet: in Spanje zijn veel medicijnen zonder recept te krijgen, en als er een recept nodig is kunnen we daar altijd langs een huisarts.

Het regent als we ontbijten. Ik heb die ochtend om 1/2 8 al de croissantjes geroken die vers werden gebakken. Ook vandaag gaan we een rustdag houden, besluiten we. Een leunstoelen-rustdag liefst.

Even komt de gedachte op om naar huis te gaan, daar van onze eigen leunstoelen gebruik te maken, daar te slapen, en als Ernst morgen naar z'n afspraak is geweest van daar uit te vertrekken maar dan zijn we niet meer op vakantie: we blijven hier.

We gaan gewoon alle hotels aflopen, inclusief de hoog gelegenen. Overal kunnen we dan naar binnen, kijken of er leunstoelen in de lobby zijn, en dan houden we daar onze leunstoelenrustdag. Lichaamsbeweging en rustdag tegelijk.

We komen langs een kapelletje met links en rechts een gleuf voor een munt: alsof ze hier zomers in de rij staan om dat te mogen doen.

 

Aan de vreemd geconstrueerde rotonde vlakbij ons hotel zit een café-friterie, en als we naar binnen gluren zien we daar pub-stijl zachte banken met uitzicht op de rotonde.

Binnen is heerlijk Belgisch bier, er zijn Belgische tapas, en er is Wifi.

 

Ideaal dus, ook al hebben we nog geen honderd meter gelopen. Ze draaien er lekkere zeventigerjaren muziek, en er is voortdurend van alles te zien:auto's die elkaar dwars zitten op de rotonde, motorrijders die netjes volgens de groepsrijdenfaq rijden en op achterliggers wachten, en langzaam wandelende locals die praatjes met elkaar maken waarbij de wereldproblemen met brede armgebaren worden opgelost.

 

En trekkers natuurlijk.

 

De zon schijnt inmiddels, de hoofdpijn is door de pil opgelost, het leven is goed.

Voor de nodige lichaamsbeweging lopen we omhoog, om te kijken of we het prieeltje dat we vanuit het kasteel hebben kunnen zien liggen (een stuk hoger) kunnen bereiken. We vinden een erg steil pad. Zo steil dat we onderweg tweemaal moeten uithijgen; ik vanwege m'n beroerde conditie, Ernst vanwege z'n zware rugzak met notebooks en dergelijke.

Trots komen we boven aan, waar het hard waait en het uitzicht erg weids is, over heel La Roche inclusief kasteel, de kronkels van de rivier, en zelfs over Buizerden die je hier van boven kunt bekijken.

 

Na een paar minuten verschijnt dan een jongen met hond, via een nog veel steiler stuk begroeid met rozen, en hij wordt gevolgd door nog een jongen en een meisje. "Oh, er is ook een pad", zeggen ze wanneer ze onze moeizame toegangsweg ontwaren, daarmee mijn laatste spoortje trots achteloos wegvagend.

 

Wanneer we het meisje blij hebben gemaakt door een paar blauwe stukken lucht aan te wijzen als ze verzucht heeft dat er alleen maar wolken zijn vertrekken we weer, via een parallel pad, in de hoop dat dat iets minder steil is.

 

Ernst is een paar keer vooruitgelopen om alternatieven te inspecteren. Via een zo'n afgekeurd alternatief (een te steile glijbaan van leisteen) komen even later onze jonge vrienden aangeslenterd, handen in de zakken.

 

"Ja, ons een beetje een minderwaardigheidscomplex bezorgen he", zegt Ernst, wat ze niet begrijpen.

"Nou, wij waren helemaal trots dat we het gered hadden over dat steile pad, komen jullie daar dwars door de bushbush aan", leg ik uit, en daar moeten ze om lachen. We gaan elk onze eigen weg, zij de high road en wij de low road.

 

Even later komen we ze weer tegen: zij zijn bij het kasteel aangekomen en klimmen daarlangs omhoog.

Dit is geen klauteren meer maar echt klimmen, en ik krijg last van plaatsvervangende hoogtevrees. Echt heel erg dapper, en ze halen het tot helemaal in het kasteel, waarvoor ze nog een loodrechte muur van een paar meter hoog moeten bedwingen, die boven een toch wel indrukwekkende afgrond staat. Petje af!

Ons pad naar beneden stokt bij een stukje afgekalfd pad van een centimeter of veertig breed langs een afgrond: dat trekt mijn overlevingsinstinct niet.

 

We gaan terug, vervolgen de weg uit het stadje, en wandelen met een beekje beneden, en links, omhoog, bos.

Na een paar bochten omhoog (na elke bocht nemen we ons voor om om te keren als we daar niet naar links kunnen, terug naar La Roche, maar elke keer weer denk je dan: "nog één bocht dan") kunnen we linksaf, langs de begrafenisplaats (een bord aan het begin van dit weggetje vertelde dat het doodliep, "sauf cimétière", wat een vreemd idee is: dat lijkt nou juist bij uitstek de plek die doodloopt...) naar beneden, aan de andere kant van het beekje.

 

We komen zo onverhard het stadje weer in, naast de kerk, die erg mooi geometrisch gebrandschilderde ramen heeft.

 

Opvallend is het hoge drankgehalte bij de souvenirs.

 

Het is weer tijd om ons plekje aan de rotonde in te nemen, de notebookjes op te laden en te hangen!

We eten er eetcafe-eten (boulettes ardennoises, gehaktballen gevuld met met Ardenner ham en kaas voor mij) met bier en voelen ons gelukkig.

Na afloop maken we nog een lange wandeling omhoog, langs sterk verwaarloosde onverharde straten, waarlangs grote borden staan dat ze met Wallonië-subsidie worden opgeknapt. De kredietcrisis lijkt geen vat te hebben op la Roche, en terecht: het heeft nog wel recht op een inhaalslag.

 

En op een onverharde straat is zo'n Mariabeeldje dat je hoog in een muur ontdekt extra leuk.

 

dinsdag, 28 april 2009

We zijn deze keer al om 8 uur wakker. Ernst moet vandaag terug naar huis, voor z'n afspraak. Om 1/2 2 moet hij daar zijn, en eerst nog wat spullen van thuis ophalen. Na afloop gaat hij dan extra pillen voor mij, en m'n bergschoenen ophalen: de cowboylaarzen bleken tijdens de klim naar het kasteel en het prieeltje toch niet echt optimaal te zijn.

We ontbijten daardoor tijdens spitsuur: de andere Nederlanders staan blijkbaar keurig om 8 uur op. Ik vraag of we er nog een nacht aan vast kunnen plakken: Ernst zal zeker niet voor een uur of 6 terug zijn, en als we dan na het eten vertrekken kunnen we nooit echt veel kilometers maken. Bovendien zou ik dan de dag moeten doorbrengen met een wakend oog op de R3B met koffers, en de tanktassen en het rugzakje met kostbare spullen naast me. Gelukkig is dat mogelijk: aan het aantal gasten te zien zit het hotel behoorlijk vol.

Ernst vertrekt in de regen. De garage staat wagenwijd open als we aankomen: erg veel toegevoegde waarde qua veiligheid geeft het zo niet.

Ik installer me op de bank naast de rotonde, in ons thuis-café, en staar naar de regen (het regent gelukkig niet hard, maar Ernst zal de snelweg nemen en dan is een beetje regen al gauw veel), en het bouwverkeer, de auto's, en de mensen die aan de overkant een krantje kopen. Het weer past wel bij de dag: Ernst die heen en weer moet scheuren voor een afspraak waar hij tegenop ziet, en ik die de hele dag alleen zal doorbrengen.

Ik ben nog getuige van een bijna-ongeluk als een automobilist keurig om het middenstukje van de rotonde naar links draait, en twee wielrenners rechtdoor knallen...

 

© Copyright - Auteur: Sylvia Stuurman , Foto's: Ernst Anepool .
Copyright 1993-nu.
Voor commentaar, e-mail adres: sylviastuurman@gmail.com
 
terug Code voor foto: