Alhama de Granada
Zwerven door Alhama de Granada is een heel aangename bezigheid.
Ter afwisseling exploreren we de kloof, en proberen een kijkje te nemen in de Moorse baden. We eten in wat nu alweer onze vaste bar is geworden.
Dit reisverhaal begint met dag 1.
Zondag, 19 mei 2002
De volgende ochtend ga ik even vragen aan de hostalhouder of we nog een nachtje kunnen blijven. Geen enkel probleem. Hij zegt ook dat het ontbijt klaarstaat, maar Ernst wil liever op het terras van de bar van gisteren ontbijten.
Ik heb dan altijd het gevoel dat de hostaleigenaar zich helemaal teleurgesteld en op zijn ziel getrapt voelt, dus ik hoop maar dat dat alleen mijn eigen idiotie is.
Hij is tot een uur of drie weg, zegt hij nog, naar een eerste communie. Of we er aan willen denken om de sleutel mee te nemen, anders kunnen we er tussendoor niet in.
Ontbijt dus op het terras op het plein, en daar zijn we getuige van de aanvoer van mensen voor diezelfde eerste communie. Iedereen op zijn paasbest, vrouwen in lange jurken, mannen in zwarte pakken, jongetjes in jongetjespakjes, en sommige van de meisjes in eerste communiejurkjes.
Ik weet nog dat ik dat voor de eerste keer zag tijdens een vakantie in Frankrijk, en wat wilde ik graag zo'n meisje zijn dat naar haar eerste communie ging: een soort minibruidsjurkjes hebben ze aan, echt de droom van elk klein meisje (althans, van de kleine meisjes die ik ken: wij bespraken vroeger in de zandbak van de kleuterschool wat voor kleur trouwjurk we later zouden nemen (allemaal verschillend; lichtgeel was het voor mij), en we verdeelden de jongens voor dat doel. Ik deelde een jongen met een ander meisje, want er waren er niet genoeg. De even dagen waren voor haar en de oneven dagen voor mij; en dan allebei hopen dat de datum gunstig zou uitvallen...).
*** Red. Maar nu wil je helemaal niet meer doen alsof ;-)
Langzamerhand neemt de stroom communiegangers af, en gaan wij onze nieuwe woonplaats verkennen.
Vanuit de Plaza de la Constitucion, waar het terras is, kun je via een krom straatje (met souvenirwinkeltje, waar een oude Spaanse voor zit met haar kleindochter, en voordoet wat een absurd geluid er komt uit de keramieken fluitjes die ze maakt) bij de rand van de kloof komen: Alhama de Granada ligt net als Ronda aan de rand van een diepe kloof. Achter ons de Iglesia del Carmen, de kerk van Carmen, een simpele bakstenen kerk, en aan onze voeten de kloof.
*** Red. Prachtig hoe je hier op een Natuurlijk Balkon boven de diepte zit, al krijg ik toch ook een beetje weeïge gevoelens als ik wat plantjes onder die rand wil fotograferen, heeft dan iedereen ingebouwde hoogtevrees sensoren ?
Beneden zie je de rivier lopen, de Rio Alhama, met langs de oevers een aantal gebouwen, tamelijk vervallen. Aan deze kant en aan de overkant wanden die loodrecht omhoog lopen. Van die brokkelige grijzige wanden, met hier en daar gaten of grotten.
Er is een wandeling door die kloof, weet ik, en even verder staat een informatiebord met een kaartje over die wandeling. Maar eerst de rest van het stadje bekijken.
Niet alles is even goed onderhouden hier, en gelukkig blijft alles staan ook al heeft niemand er meer iets aan. Niet vanwege de romantische toerist, maar gewoon, waarom zou je moeite doen die niet nodig is?
Terug naar het plein, daar rechtsaf, en dan zitten we in de oude Moorse wijk.
Moorse wijken hebben altijd het bekende kromme stratenplan. De huizen zijn wit, en de straten bestaan uit kiezelsteentjes, netjes in patronen gelegd.
Op weg naar de kerk waar de eerste communie in plaatsvindt, lopen we langs een huis, voorzien van een bordje dat dit een heel oud Moors huis is.
Drie verdiepingen. De onderste twee niet witgepleisterd maar van lichte natuursteen, met een enorme Moorse boog in steen, met versiering, om de enorme
dikke houten deuren; daarboven een raampje met stenen kozijnen met Moorse bogen en zuiltje in het midden.
Daar heeft vast een dure Moor in gewoond...
*** Red. Even verder nadat we een echt spreekwoordelijk Zigeunermeisje tegenkwamen, komen we weer langs zo'n prachtige deur, helaas is het bordje wat er bij hangt alles behalve moors: "The Spanish Inquisition" heeft hier huisgehouden, Spanje is een prachtig land met een prachtige cultuur, maar ook een erg wreed verleden.
De kerk waar we dan op aflopen heeft aan de achterkant een pleintje. Deze kerk is door Ferdinand en Isabella aan Alhama gegeven (nadat de Moren verdreven waren dus), en is ook van baksteen, maar op een moeilijk de definiërenm manier heel erg mooi: alles is in verhouding, inclusief de vierkanten klokketoren. Nauwelijks versiering; alleen wat uitstekende bakstenen randen hier en daar.
Dit is de kerk van de andere kant.
Niet alle erkertjes zijn in even fantastische staat...
Veel huizen hebben hier nog van die stenen kozijnen om de voordeur, en zo'n voordeur is dan garage-breed, en van eeuwenoud eikenhout (althans, ziet er zo uit), met ijzeren beslag.
En huisnummers vaak in fantastische tegeltjes uitgevoerd...
Soms is zo'n deur nog zo'n beetje het enige wat overeind staat: behoorlijk wat ingestorte bouwvallen hier.
*** Red. Stiekum kijk je dan in de buik van zo'n verlaten huis, om de mooiste details te ontdekken, tot aan griekse zuilen aan toe, achter de vervallen facades schuilen millennia aan geschiedenis
We lopen zoveel mogelijk in de schaarse schaduw terug naar het plein met de terrassen.
We tracteren onszelf op een lunch op het terras, waarbij we getuige zijn van drie Amerikanen die zich als onvervalste knieperds gedragen:
het begint al bij het water. Wij bestellen altijd een grande agua, wat neerkomt op een anderhalve literfles van de Spaanse versie van Spa blauw, maar
als de hulp van de barman na hun "agua"-bestelling daarmee aankomt moet hij terug: ze willen een kleine fles water.
Daarop komt hij met zo'n klein eenpersoonsflesje, waar ze tamelijk verbijsterd naar kijken.
Over de prijs van het eten moet ook uitgebreid gedelibireerd worden, en als ze om de rekening vragen moet die per persoon worden opgesteld... Dat
hebben we Spanjaarden nog nooit zien doen: hier betaalt altijd één iemand, en soms gooit iedereen geld op tafel, en dan ligt er altijd
ruim teveel.
Schranzend siesta houden heeft wel wat, dat past wel bij ons ;-)
*** Red. Heerlijk hoe voedzaam een eenvoudige maaltijd kan zijn, al is een bord soep op de scheve tafel eten niet zo eenvoudig, gelukkig krijg je er een mandje brood bij ;-)
Maar tenslotte besluiten we toch een poging te doen het opgedane spek er weer af te lopen, via een wandeling in de kloof.
We lopen weer naar het informatiebord, dat van een onbegrijpelijk kaartje is voorzien, plus de uitleg dat de gebouwen die we zien oude meelfabrieken met watermolens zijn.
Hoe ik het kaartje in gedachten ook wend of keer, ik kom er niet uit, en tenslotte besluit ik dat de meest voor de hand liggende richting linksaf
is, beneden langs de oude stad.
Via een trappetje kom je beneden, en dan lopen we langs de oevers waar we vanochtend nog een schaapherder zagen met zijn schapen, geiten en hond.
*** Red. We komen langs iets waarvan ik van bovenaf nog dacht, "hee wat een luxe een zwembad in je achtertuin" maar dan blijkt dat het alleen maar hemelsblauw geschilderd is tegen de vliegen, en dat het een gewoon waterreservoir is ten behoeve van de bevloeing van gods akkers.
Eén van de oude meelfabrieken is echt helemaal ingestort, maar je ziet de raderen van de watermolen nog zitten, en de plek van de keuken, en de molensteen, alles diep verborgen onder een enorme laag vette schapenwol.
*** Red. Als we een beetje door de Ruïne klauteren vinden we allemaal "kunst" van puberale artiesten, en komen erachter dat de cultuur hier een heel ander beeld geeft van wat een mooie aantrekkelijke vrouw is, een ligt pornografisch werk van onbekende kunstenaar was in meerdere fasen van steeds bredere heupen voorzien, tot het een soort hottentot was geworden, nee Twiggy zal hier niet achterna gelopen worden ;-)
Van het dak is niet veel meer over.
De molen is half in de rotsen gebouwd.
Het is heet hier, af en toe is er links een rotsblok dat ooit in langvervlogen tijden naar beneden is gelazerd, zodat je wat schaduw hebt, maar verder is het heet.
We lopen rechts naast de rivier, met links aan de overkant zicht op de randen van Alhama, waar huizen staan te balanceren op de rand van de afgrond, niks voor mij om daar te wonen...
Een Hop
houdt ons gezelschap, en vliegt af en toe met zijn ronde zwart-witte
vleugels als een vlinder om ons heen en verdwijnt dan in een rotsspleet die hier in overvloed zijn.
Het stikt hier van de vogels, de gaten in de rotsen zijn zo'n beetje allemaal bezet.
*** Red. Die inboorlingen hebben het niet op foto's maken van ze ;-(
Langzamerhand lopen we zo'n beetje in een boog om het oude gedeelte van Alhama heen, en waaiert de kloof uit. Recht tegenover ons zien we dan de haarspelden waarmee we met de motor omhoog geklommen zijn, en stopt de route op een soort hoogvlaktetje, met restanten van ronde bouwwerken. Gevangenissen? Uitkijktorens?
Aan de overkant, in de zijwand van een zijrivier, een rotswoning. Het vreemde is dat ie opgeknapt wordt: er staat allerlei bouwmateriaal, maar er is absoluut niet te zien hoe je dat daar krijgt, behalve met een kraan...
*** Red. We volgen een pad aan de andere kant van de rio terug, en komen zo door de plaatselijke vuilstort lijkt het wel, en halverwege blijkt het weggeslagen door een te heftige lozing van een urinoir als ik mijn neus mag geloven, we keren dus maar weer om ;-(
Het uitzicht op de rivier is wel fantastisch trouwens.
Terug, en via een trap halverwege weer omhoog, en bijkomen op ons terras, wat een inspanning ;-)
We hebben niet kunnen slapen in het hotel bij de Moorse baden, maar we willen ze wel zien natuurlijk! Dus we stappen op de motor en rijden er naar toe, een ritje van nog geen vijf minuten.
Deze keer vraag ik maar of het meisje van de receptie, dezelfde als gisteravond, Engels kent, en zo kan ik op de gemakkelijke manier vragen of het mogelijk is dat we even een kijkje nemen.
Ze weet niet hoe ze moet kijken van de ellende: precies nu is er het één of andere programma voor een groep kuurgasten aan de gang, en kunnen we er niet bij. En dat terwijl we helemaal uit Nederland komen. Het liefst zou ze die hele groep nog voor ons wegjagen, geloof ik, maar nadat ik beloofd heb dat we nog een keer terug zullen komen om de baden te kunnen bekijken, berust ze in het lot.
En wij dus ook maar.
In het water dat naast het hotel stroomt, komt de zelfde warmwaterbron uit die de baden van heilzame mineralen en warm w
ater voorziet. Er zitten allemaal mensen in deze gratis kuurbaden, maar met dit warme weer hebben wij daar niet zo'n trek in.
Wij maken een wandeling langs het riviertje, langs een park vol schaduwgevende platanen, en vinden een plekje waar ik kan zitten schrijven.
Ernst vermaakt zich ondertussen met pogingen de enorme hoeveelheden vis die hier in het riviertje zwemt op de foto te krijgen.
Het is een heel mooi plekje hier...
Voor de terugweg nemen we een omweg: vijf minuten is te kort om van het landschap te genieten.
Overal waar mogelijk landbouw, en daartussen slingerende weggetjes.
Het probleem met de door ons gevolgde route is dat we helemaal geen informatieborden tegen zijn gekomen, en dat was ons beloofd. We hikken er nog een poosje tegenaan, maar tenslotte moeten we er toch echt aan geloven: de *echte* route ging natuurlijk de andere kant op... En zo klimmen we voor de tweede maal naar beneden, en deze keer lopen we tussen de nog bewoonde (maar wel al half ingestorte) meelfabrieken door, en volgen we de rivier weg uit Alhama, en verdomd, er staat een bord, over die meelfabrieken!
Ook bij de voorzieingen voor het water staan informatieborden.
Deze route voert door een smallere kloof, met meer schaduw, veel aangenamer.
*** Red. Onderweg komen we nog een Muilpaard tegen dat eenzaam boven ons wat voor zich uit hinnikt en een natuurlijke amsterdamse takel in de rotswand.
Hier en daar sporen van vroegere bewoning.
Als we achterom kijken ligt Alhama daar schitterend te wezen in het licht van de ondergaande zon.
Het allermooiste hier was de Ermita de nostra Signora de los Angeles, een kapelletje in een grot. Binnen bloemen en schilderijtjes. Er stond een verhaal bij, dat op deze plek ooit een ruiter was aan komen galopperen, op de vlakte hierboven, en op deze plek naar beneden was gedonderd (de bovenkant van de kloof is hier zo'n twintig meter hoog). Hij was ongedeerd, en uit dankbaarheid heeft hij deze Ermita gebouwd. Daar kan ik me wel wat bij voorstellen...
Er wordt vriendelijk gevraagd of iedereen die hier langs loopt even aan nostra Signora wil denken, dus dat doen we...
De route loopt verder via allerlei borden over de planten die je hier ziet enzo, en eindigt tenslotte op een asfaltweg, waarover we teruglopen naar
Alhama.
*** Red. Hier ligt een van de vele embalsa's (stuwmeren) die Spanje rijk is, wat tevens een broedplaats is van vele vogels, overal bordjes naar vogelkijk hutten om het "meer", hier moeten we nog eens terugkomen, gek word je daarvan, al die plekken die je moreel verplichten terug te komen.
Voor ons een man met twee muilezels. Bij de brug laat hij één van de twee muilezels in het gras staan, terwijl de andere op de weg blijft staan, waar we niks van snappen, tot we zien dat hij zo vanaf de brug op de rug van de muilezel kan stappen. Ik ben niet de enige met korte pootjes ;-)
*** Red. We volgen nog een tijd zijn pad, maar helaas eindigt dat bij een andere kloof, die alleen door de asfaltweg word overbrugd, dus moeten we weer terug naar die donkere plak die schier eindeloos lijkt.
We zijn compleet uitgeput als we in onze bar aankomen, maar de tapas en de manzanilla die ik deze keer bestel (een speciale soort sherry die alleen
in Sanlucar de Barrameda, aan de kust wordt gemaakt, en waarin je volgens de verhalen de zilte zeelucht proeft, en verdomd, het is waar...)
brengen ons er weer bovenop.
Het slaapt errug lekker, na een paar van die belachelijke fysieke inspanningen en tot slot tapas met manzanilla in het geroezemoes van een Spaanse
bar...