Gorliz en Gasteiz/Vittoria
Voor de tweede keer naar Gasteiz. Erg heet, een erg mooi ritje, en weer feest in Gasteiz.
Dit reisverhaal begint met dag 1.
Zaterdag 9 augustus 2003
Dit prachtige VW-busje stond op de camping
Het was van twee Engelsen, en had helaas pech. Finale pech: ze zijn naar deze camping gesleept, en moeten hier wachten tot ze terug naar
Engeland gebracht worden. Jammer van die pech: het is het ultieme VW-busje.
Eigenlijk wil ik vandaag naar Bilbao. Ernst is morgen jarig. Wie weet kan ik in de winkel van het Guggenheim iets moois voor hem vinden. Er is daar een tentoonstelling met bewegende installaties, en er is daar air-conditioning, wat me een prima combinatie lijkt.
Maar Pieter wil naar Gasteiz, want daar is een El Corte Ingles met air-conditioning. Geen Guggenheimmuseum maar wel een feest in deze hitte.
Dus wordt het Gasteiz: het is tenslotte voornamelijk een Pieter-vakantie.
Bij Getxo is een stoplicht. Voor rood wachten in deze hitte is een marteling.
Ook wanneer je rijdt is het erg heet, maar dan is het nog wel uit te houden.
De route voert deze keer langs het Balcon de Biskaya. Daartoe rijden we langs Mungia, en een stukje naar rechts over de BI635 richting Amorebieta , over heerlijke bochtige wegen in het groen.
Dan slaan we linksaf een smal weggetje in, dat na een paar kleine dorpjes met enorme zwiepers en haarspelden omhoog klimt.
Bovenop vinden we een mozaiek met Maria met kindje jezus, waar maar een paar kleine steentjes aan ontbreken.
Verder een bord met een kaart van ons uitzicht, de kustgebieden aan weerszijden van de inham bij Bermio, de Rio de Mundaka.
Eén gedetailleerde nieuwe kaart, met alle bezienswaardigheden er op aangegeven, en eentje als tegeltableau, oud, maar nog steeds perfect
te bekijken.
Het uitzicht zelf valt tegen bij deze super-Spaanse attributen, want het is een beetje heiig. Heuvel na heuvel zien we voor ons, ongemerkt o vergaan in de lucht er achter.
En dan dalen we weer af.
Dan komen we, hoe kan het anders (hier in de buurt lijken alle wegen er naar toe te leiden en staat het op alle borden), terecht in Munitibar .
Munitibar is een erg Baskisch-schilderachtig mooi in de groene bergen gelegen plaatsje.
We rijden verder, de groene heuvels in. Uitzicht op de kerk van Munitibar.
De weg golft langs de heuvels. Af en toe heb je zelfs eventjes wat schaduw: het is heerlijk rijden.
Na Munitibar rijden we door Bolivar, een klein dorpje met grote kerk, en vooral met het museum van Simon Bolivar, die hier vandaan kwam en naar wie Bolivia is genoemd: dat was dus een Bask.
Ernst heeft een prachtige route uitgezet via smalle weggetjes. Altijd kronkelend natuurlijk hier, en altijd bos afgewisseld met kale rotsen (soms echt enorme loodgrijze wanden aan de andere kant van het dal hier), afgewisseld met schilderachtige stadjes of dorpjes.
Maar helaas betekent het wel vaak stoppen en op de kaart kijken, en de hitte is intens. Moeilijk uit te houden, zelfs al ben je zo onveilig gekleed als mogelijk is.
De BI632 loopt door een indrukwekkend bergmassief met superbochten. En ook daarna blijft het mooi.
Als we weer moeten stoppen om te kijken hoe we verder moeten merk ik dat mijn benen helemaal trillen en ik bijna met motor en al omval.
Bij de volgende stop idem dito.
We komen een barbecueplek onder de bomen tegen en besluiten dat ik even bij moet komen.
Ik strompel naar een tafel, Ernst zet de motoren in de schaduw weg, en haalt water, en ik zak in elkaar. Onbegrijpelijk dat Pieter en Ernst het zo
goed volhouden.
Een paar liter later voel ik iets minder trillerig en kan ik weer lopen in plaats van strompelen: het lukt weer.
De route van vandaag loopt niet via de snelweg, en op de kleine weggetjes is het wel uit te houden na de pauze.
Ernst weet ons parkeerplekje weer te vinden, op voor mij onnavolgbare wijze, en Pieter en ik mogen weer op een bankje in de schaduw wachten terwijl Ernst de motoren op slot zet en de helmen aan het helmslotje bevestigt.
We lopen deze keer niet omhoog, maar langs de onderkant van de oude stad, op zoek naar El Corte Ingles. Het is meteen al duidelijk dat het weer fest is: terrassen met mensen in klederdracht.
In de stad kunnen we stegen met schaduw aanhouden. Overal mensen in klederdracht.
We lopen door de schaduw, op zoek naar de air-conditioning van El Corte Ingles.
Indrukwekkende details in de huizen onderweg.
Onderweg op een plein een manifestatie, met spandoeken die zowel voor als tegen de ETA lijken te zijn.
Andere pleinen weer vreemd leeg: er is weer een optocht aan de gang, op een andere plek.
El Corte Ingles, airconditioning!
Pieter en Ernst vergelijken enthousiast prijzen van computerspullen met die in Nederland. Xbox-spellenkopers zijn in Nederland beter uit dan in
Spanje, maar de rest is hier goedkoper.
Ze verkopen hier echt alles in El Corte Ingles. Tot mijn verbazing wordt trouwens Brabantia hier als supermodern design gepositioneerd.
Ze hebben zowaar broeken voor Ernst. Met wijdere pijpen dan hij normaal draagt, en 1 maatje minder lang, maar het staat prima, en die ene broek die hij bij zich heeft mag zo langzamerhand wel eens vervangen worden.
En telefoonkaarten hebben ze ook, alleen het opwaarderen lukt niet echt.
Ik kan in de tijd dat zij aan het prutsen zijn heel Animatrix op een groot LCD scherm volgen (heel erg aan te bevelen trouwens).
We moeten het maar buiten proberen, vinden ze, maar eerst, om de hitte nog even uit te stellen, gaan we eten in het restaurant van El Corte Ingles: eten met air-conditioning.
Een lange bar, zoals in elk zelfbedieningsrestaurant bij ons, maar we zien nergens borden of dienbladen. Hoe moet dat hier?
Het gaat hier, hoe kan het ook anders, hetzelfde als in elke Spaanse bar: je kunt staand of zittend aan de bar bij de barman bestellen, of aan een
tafeltje gaan zitten en bediend worden. Bovendien is het eten net zo lekker en net zo goed als in elke Spaanse bar.
Dan is het toch echt tijd om de hitte weer op te zoeken en te kijken of het opwaarderen van de beltegoeden buiten beter lukt.
Een pleintje met bankjes en speeltoestellen, uiteraard vol ouders en grootouders die kinderen uitlaten, alles onder het meel.
Het is weer optochttijd. Deze keer wordt er niet met water gespoten maar met meel gegooid.
Ook het dansen gaat anders: nu gaan ze af en toe met z'n allen op de hurken zitten, springen dan tegelijkertijd overeind en springen dan verder.
De muzikanten spelen hun hele snelle muziek gehurkt.
Er wordt getrommeld, er wordt met vlaggen gezwaaid.
Dat we weer een optocht zien komt doordat het stierenvechten, na de optocht overdag, is afgelopen: zo laat is het inmiddels geworden. Dit is de tweede optocht, na het stierenvechten. Deze keer zijn de dansers duidelijk rijkelijker van alcohol voorzien als op de heenweg.
Ze bewegen zich dansend en springend en muziekmakend naar het grote plein onder de nieuwe kathedraal.
Een groep klimt de trappen op en voert daar een soort wave uit.
Iedereen hangt nu op het plein.
Een paar rollen over de grond, bewonderend toegekeken door kleine Baskjes, op hun beurt weer vertederd bekeken door hun ouders en door ons.
Tenslotte klimmen we naar boven, het oude centrum in, op zoek naar een plek waar de telefoontjes het goed doen. Daarbij moeten we helaas constateren dat de boxer racers het hier niet goed doen: het cafe staat te huur.
Het is inmiddels al donker als we het voor elkaar hebben dat Pieters beltegoed is opgewaardeerd, terwijl Ernst zo vaak het servicenummer heeft gebeld en halverwege werd verbroken, dat hij alleen nog maar te horen krijgt dat hij te vaak gebeld heeft en het morgen pas weer mag proberen.
Op de laatste restjes energie uit het batterijtje van Pieters mobieltje (hij is z'n oplader vergeten, als rasechte Stuurman) weten we Karin te bellen, die in Sevilla zit nu. Nou ja, eind goed al goed.
Op weg naar de motoren komen we nog langs één van de oudste huizen van Gasteiz: het is een stadje met een enorme geschiedenis.
Een informatiebord verteld hoe oud het huis is.
Tegenover onze motoren staat een soort ME-busje. Ernst ziet dat dat een speciaal nummerbord heeft, en wil daar een foto van maken. Onmiddellijk
komen de Baskische ME-ers met gerichte geweren op hem af: geen foto's.
Na uitleg dat het om de auo gaat worden ze vriendelijk, en is het prima.
De ETA heeft laatst politieagenten vermoord en ze willen begrijpelijkerwijs geen foto's waar ze herkenbaar op zijn, in uniform.
Baskenland is en blijft een onontwarbare kluwen.
Ernst leidt ons weer de stad uit. Het is inmiddels al donker, en we rijden het eerste stuk over de snelweg: het is niet meer zo absurd heet.
Er af op waarvn Ernst dacht dat het de A623 was, maar wat de A624 blijkt te zijn, maar dat merken we pas veel later.
Het is echt donker nu, en we rijden heerlijk: lekkere bochten tussen de bergen door, langs de Rio Altube.
Af en toe een plukje auto's die we kunnen inhalen ter afwisseling.
In de buurt van Bilbao blijkt de vergissing, en dan voert het via grote wegen in grote stappen naar de camping, waar we net nog een groot glas bier kunnen bemachtigen voor het terras sluit.