Douglass - Bisbee
We lopen naar de Mexicaanse zusterstad van Douglas: Agua Prieta. Het verschil in welvaart is schrikbarend (hoewel Douglas nou niet bepaald een welvarend stadje is): een hele vreemde ervaring.
Verder rijdend komen we door Bisbee, een leuk oud mijnstadje, Tombstone, waar het Western-verleden op een leuke toeristische manier wordt uitgebuit, Fairbanks, een ghosttown waar we een prachtige rondleiding krijgen, en na wat omzwervingen komen we terug in Bisbee, waar we onderdak vinden in de Inn at Castle Rock.
Dit reisverhaal begint met dag 1.
Maandag 31-7-2000
Spullen inpakken, auto bij het hotel laten staan (daar hebben ze iemand in dienst die de hele dag bij de deur hangt om de boel in de gaten tehouden), lopen naar Agua Prieta (de Mexicaanse tweelingstad van Douglas), met een stop onderweg bij de McDonalds.
Het is heet. Niemand vindt het ontbijt bij de McDonalds lekker. Pieter moet zelfs een beetje huilen omdat hij geen gewoon menu kan bestellen rondde ontbijttijd, en ik heb de pest in doordat ik geen koffie krijg: ze hebben mijn "two big breakfasts and two orange juices" geïnterpreteerd alsof ik orange juice in plaats van koffie wilde, leggen ze uit wanneer ik voor de tweede maal een half uur in de rij heb gestaan.
We lopen verder naar de grens. Die stelt niks voor. Andersom is het een enorme toestand om er door te komen. Ik check nog maar even of ik inderdaad alle paspoorten bij me heb, want zonder kom je beslist niet meer terug...
Geen foto's van Mexico, maar eentje van hoe deze verhalen tot stand komen...
En dan lopen we in Mexico. Het is hier veel drukker dan in Douglas. Veel restaurants, café's en winkels, maar precies die ene waar we echtesombrero's zien is dicht. Deze hele expeditie is eigenlijk alleen maar op touw gezet voor die godvergeten sombrero voor Pieter. Wel veel Mexicaanselaarzen, en andere leren spullen die je overal op maat kunt laten maken.
Overal zitten mannen op de stoep, en die kijken en fluiten en sissen hardnekkig naar Karin en mij, of we nou gewoon groeten, recht in de ogenkijken, of helemaal niks doen. Het voelt niet plezierig aan. Hier kun je niet zonder begeleiding lopen, en als dat zo is heb ik altijd meteen eenongelofelijke hekel aan een land of stad.
*Red. Ja da's wel stom ze trekken zich van Syl of Karin's verontwaardiging niks aan maar slaan de ogen gelijk neer als ik kijk, vrouwen zijn hier duidelijk ondergeschikt aan de balletjes ;-(
We lopen een aantal winkels binnen om naar sombrero's te vragen, maar helaas, geen succes.
Dan dus maar terug. Bij de grens worden de paspoorten uitvoerig bestudeerd, vooral die van Ernst wordt echt bladzij voor bladzij bevoeld en bekeken. Tsja, dan is het een nadeel als je er altijd uitziet alsof je bewoner bent van het land waar je op vakantie bent...
Op de terugtocht naar het hotel inspecteren we ook nog de paar winkels in Douglas die we nog niet hadden gehad op sombrero's, maar helaas, het luktniet. Het is heet...
Wat het hier vooral zo depressief maakt is dat alles zo overduidelijk om geld draait. In Douglas is alles doods, want café's en restaurants enlevensmiddelen en kleren, en wat je nog meer kunt verzinnen, zijn in Mexico veel goedkoper, dus daar kun je in Douglas niet van leven. Auto'sen alles daaromheen zijn in Amerika duidelijk goedkoper: vooral de weg naar de grens is een aaneenschakeling van garages en tweedehands autoverkopers. Autoparts dus in Douglas; de rest in Agua Prieta.
En dan dat hotel, waar je aan kunt zien wat een glorietijden hier ooit zijn geweest...
So far for the border. De auto in (is niet leeggejat, wat weer meevalt), op weg naar Bisbee.
De stemming zit er niet erg in vandaag: iedereen is een beetje uitgeput van de wandeling in de hitte, en een beetje terneergeslagen door de ellende van een bordertown.
Bisbee bestaat uit een aantal plaatsen, rond een oude (open) mijn .
Ik rij door het Bisbee historical district, in Old Bisbee, en dat bestaat uit kronkelende straatjes (het is tegen een berg op gebouwd), winkels, oudehouten huizen, tegen de berg aan gebouwd, en uitzichten. Het ziet er heel erg leuk uit.
Helaas heeft niemand zin om uit te stappen, dus we rijden door.
***Red. ja de mooiste dingen heb je niet door als je ze tegenkomt....
Verder, naar Tombstone .
We kunnen nog een poosje de "oude" weg rijden, waardoor we Mule Pass Tunnel missen en over Mule Pass zelf heen rijden, over een heerlijk kronkelend smal weggetje, maar dan is het helaas gewoon een brede weg, die wel door de bergen leidt.
Tombstone is een heel bekende "ghosttown", een in de steek gelaten Wild West mijnstadje, dat nieuw leven is ingeblazen als toeristenattractie. Lonely Planet doet er nogal minachtend over.
Auto parkeren, door de straten lopen. Je loopt hier op van die houten boardwalks, bekend uit de film. Iedereen die hier werkt is verkleed, allesis hier winkel of eetgelegenheid, en toch is het verschrikkelijk leuk. Niet eens alleen maar vanwege het "tacky" aspect. Je krijgt gewoon echteen idee hoe levendig het hier vroeger was.
Heerlijk. We drinken sarsaparilla (nou ja, ik, ik heb Karin zo ver gekregen dat ze het bestelde en ze vindt het niet lekker ;-) in een saloon, met verlopen diensters in animeermeisjesoutfit uit de Lucky Luke.
We genieten daar van "life" cowboymuziek uit een rithmbox. Prachtig ook om te zien hoe de "cowboys" die binnenkomen hangen (het is voor Tombstone begrippen niet echt druk) soms zich met hun leather chaps en boots met sporen helemaal geen raad weten en daardoor maar overdreven stoer gaan lopen, terwijl anderen het dragen alsof ze het altijd aan hebben.
*Red. De toch wel ernstig verlopen animeermeisjes hebben wel voor de Kids die op de foto willen echte cowboyhoeden en een heuse Winchester waarmee ze tegen een frisse del aanhangend geportretteerd kunnen worden, helaas zijn onze kids meer geinteresseerd in kolibri's ;-(
En vandaag geschiedt het wonder! Pieter vindt zijn Mexican hat, in een winkel met echt mooie "oude" kleren (ik had nog bijna zo'nanimeermeisjesoutfit aangeschaft, maar gelukkig had hij niks moois dat mij goed pastte). Bovendien koopt hij hier cowboylaarzen met sporen.
*Red. Wat een gedoe zeg, echt een stuurman, totaal *niet* kunnende beslissen...
UUUren deed ie erover om zijn laarzen te kiezen, en toen moesten de sporen nog ;-(((
Als we buiten komen met die boots en die sporen regent het. We lopen zo'n beetje overdekt (met flink veel lekkages), en moeten af en toe naar deoverkant van de straat rennen. De regen is natuurlijk wel lekker warm hier. Er komt een echte stagecoach langs. Het is gewoon hardstikke leuk gedaan.
We gaan en passant ook nog alle Indian Jewelry winkels in, maar helaas, het Kokopelliringetje van Karin vinden we nog steeds niet...
Verder in de auto, naar het noorden, naar Fairbank.
Daar kun je de San Pedro River oversteken, en Fairbanks is een ghosttown waar ik benieuwd naar ben, en bovendien wil ik daar naar vogels kijken . Alle canyons en rivieren hier zijn absurd "goeie" vogelgebieden. Het klimaat is er heel gelijkmatig (in die canyons en bij die rivieren dan), en je vindt hier veel soorten die verder alleenmaar in Mexico en verder zitten.
Bij de San Pedro Riparian National Conservation Area is een parkeerplaats, en terwijl we daar uitstappen komt er een wat oudere hippie-cowboy op ons af:
"Hello, this is Fairbanks. Is it your purpose to be here or are you lost?".
Huh? Ik vertel over de vogels en de ghosttown die we willen zien. Hij klaart op. We willen hier echt zijn. Dat komt nauwelijks voor: negen op detien bezoekers zitten hier verkeerd ;-)
***Red. Hello I'm Old Tom... Ja dat was ie echt ook zo hartelijk als Oom Tom, voor wie die hut nog kent...
Hij barst meteen los. Fairbanks lag aan de rivier, en aan het spoor, en was daardoor het centrum voor alle mijnstadjes als Bisbee en Tombstone, en iedereen op weg daar naar toe liet zich eerst hier in Fairbanks verwennen.
Er was een hotel, dat het tot 1976 heeft volgehouden. Toen werd het afgebroken voor de weg waarover we zijn gereden. Je kunt nog wel de saloon zien, met de gevangenis er aan de achterkant aan vast gebouwd, de resten van de school, en het huis van de schooljuffrouw. En het oudste houten gebouwvan Arizona.
Dat er nog maar zo weinig staat van wat eens een heel welvarende plezierstad was, heeft een reden: een land-claimer vond dat hij recht had op dit stuk land, en heeft het tot hoog uitgevochten, en gewonnen. Hij stuurde toen iedereen weg omdat hij het wilde gebruiken voor zijn koeien.
Iedereen heeft toen zijn huis afgebroken, want niemand wilde dat die lul nog iets bruikbaars zou kunnen vinden.
Heel raar eigenlijk. Het groot-grond-bezit idee dat in Spanje Andalucia arm heeft gemaakt (doordat al die grootgrondbezitters er niks anders meededen dan schapen houden, zodat er nauwelijks iemand anders van dat land kon leven) is dus ook hier geïntroduceerd, en heeft ook hier van alleskapot gemaakt.
We wandelen naar de oude cemetery, en vinden onderweg een echte scherf! Onze conwboy-hippie had al gezegd dat hier heel veel te vinden was aanIndianenspul.
Ik hoor overal vogels, maar zie helemaal niks: we lopen tussen de bomen, en het bladerdek is heel erg dicht.
De cemetery is aandoenlijk. Op een heuvel, een paar stenen. De rest is verdwenen.
*Red. Op die heuvel stond ook weer zo'n prachtig dooie Ironwood, djeezus wat een pracht bomen zijn dat met strukturen waar god een jaar op zou moeten borduren terwijl ie de hele wereld in 6 dagen deed...
Terug, en wandelen naar de rivier, waarbij we onder het oude spoor door komen. Wandelen gaat maar bij korte beetjes bij elkaar: het is echt veelte heet om je in te spannen. Bij de rivier zitten we op de basis voor één van de pilaren die de weg ondersteunen. Ik zie een Black headed Grosbeak (geel met zwart) en een Blue Grossbeak (knalblauw), en een Oriole (oranje met zwart). Overal Zwaluwen. Een heel mooi plekje, de rivier, met bomen aan weerskanten, en heel erg stil.
Als we zijn bijgekomen van de inspanning wagen we de weg terug naar de auto, naar de airconditioning.
We nemen afscheid van onze hippie (hij is vrijwilliger, en woont in een caravan in Fairbanks, en vertelt de zeldzame mensen die er ingeïnteresseerd zijn over de stad. Hij kan echt prachtig vertellen, maar zegt wel telkens tussendoor "You're probably thinking, When will thisboring bloke shut his mouth? So I'll leave you right now", en dan moet je weer even iets vragen om een nieuw verhaal te horen ;-)
*Red. Ja was echt prachtig dan trok ie zich even terug maar kwam dan een kwartiertje later weer even aanhobbelen om nog even dit of dat te vertellen, echt geweldig hoe die in zijn eentje dat hele stadje weer tot leven bracht...
Dat is eigenlijk het jammere van die moderne attracties er is geen Narrater meer die een beetje de boel levendig maakt, want je kan wel een boekje lezen en de borden bestuderen, maar als er een persoon van vlees en bloed met een beetje gevoel voor dramatiek en kleMtoon de boel uitdraagtis het toch vele malen pakkender net als in Pipe Spring...
We rijden naar Fort Huachuca , waar we de Garden canyon proberen te vinden, wat niet lukt.
Dan maar door naar Ramsey Canyon, hoewel ik dat al van te voren had opgegeven: in mijn Lonely Planet staat dat deze Canyon zo geliefd is bij vogelaars, dat je maanden van te voren moet reserveren om er in te kunnen.
Er is namelijk een parkeerplaats met een beperkt aantal plaatsen, en je kunt verder nergens parkeren.
Ernst is uiteraard minder pessimistisch, en gelooft er geen zak van. Eerste verrassing is dan ook dat de parkeerplaats bijna leeg is!
*Red. Ik kom bijna altijd overal in, gewoon geloven dat het kan...
Binnen in het Visitor's Centre blijkt dat het al dicht is, zoals een ranger, die zichzelf blijkbaar heel erg graag hoort praten, meldt. Morgenzijn ze vanaf 8 uur open, en ze hoeven bijna nooit iemand weg te sturen, vertelt hij tot mijn grote verrassing (Ernst is natuurlijk absoluut nietverbaasd).
De ranger himself geeft een rondleiding, waarbij hij drie uur doet over een klein stukje van de canyon, omdat er altijd zoveel interessants is om over te discussiëren, zegt hij. Wij hebben het vermoeden dat die discussies in de vorm van monologen zullen plaatsvinden, en zeggen dus maar alvast dat wij meer de types zijn om een beetje op onszelf rond te dwalen.
Maar nu hebben we dus een Plan!
Slapen in Bisbee, besluiten we, en vroeg opstaan om naar Ramsey canyon te gaan! Echt ongelofelijk. In Ramsey Canyon zie je in alles wat er maar over vogels in Arizona te vinden is, en ik was er echt van overtuigd dat dat niet was weggelegd voor zo'n anti-planner als ik...
De weg naar Bisbee terug is niet echt vermeldenswaard. Op de heenweg hadden we in Bisbee een leuk hotel-achtig ding gezien, rood, uit 1890, the Inn at Castle Rock .
Wij krijgen de Geronimo kamer. Het hotel is prachtig, hippie-achtig (echt, met overal van die afghaanse kleedjes enzo), tegen een berg aan gebouwd.
*Red. en alles is overdadig thematisch aangekleed dus slapen we onder het wakend oog van een stuk of twintig Indiaanse Chiefs op meer danlifesize posters...
En de muren zijn behangen met kaarten van het gebied, alleen de airco maakt het geluid van een dienstdoende houtzagerij ;-(
Eten in een café-saloon, buiten (Pieter met Sombrero op en sporen aan zijn laarzen).
Avondwandeling (zonder Pieter, die wil even niet meer wandelen), de winkels bekijkend, langs trappen omhoog, malle-pietjes-winkels, een supernmarkt in oude setting met toonbanken en kasten met laatjes, "minerals and tattoos", iemand die van "afval" lampen en stoelen enzo maakt, enzovoortenzovoort. Dit is dus echt een stadje waar je niet kunt laten er aan te denken hoe leuk het zou zijn hier tussen te wonen.
Vroeg slapen, want we moeten vroeg opstaan morgen...