Lange rechts weg met bergen in de verte
Arizona: langs de grens met Mexico

Columbus - Douglas

In Columbus blijken we een lekke band te hebben, en we krijgen veel hulp van de man des huizes om dat op te lossen.

Vervolgens trekken we Arizona in, en rijden door de Chiricahua Mountains. Via de Kuyckendall's Cutoff Road rijden we daar weer uit, en komen terecht aan een stadje aan de grens met Mexico: Douglas.

Onderdak vinden we in een prachtig vergane glorie hotel: het Gadsden hotel.

Dit reisverhaal begint met dag 1.

Zondag 30-7-2000

Vandaag beginnen we in New Mexico, en rijden via een klein stukje Texas naar Arizona.

Als ik de bagage naar de auto breng zit Javier, onze huisbaas, aan de keukentafel: "You've got a flat you know, but don't you worry, I'll take care of it."

Eerst krijgen we eten: melk, cereals, en toast. En verhalen. Zijn vader en 2 ooms waren hier miners. Ze hadden heel veel goud gevonden, maar, "easy come easy go", was het probleem met goud.
Het was er met bakken uit gegaan, en de kinderen hadden geld moeten lenen om ze te kunnen begraven. En dat terwijl er dagen waren dat zijn moeder bij het schoonmaken van de kleren van haar vader een slordige 14 gram goud vond.

 

Foto van de omgeving van Columbus...

Hij is zelf ook miner geweest. Hij vertelt over een toch naar Mexico, waarbij hij plekken zou aanwijzen om naar goud te gaan zoeken, en waarbij ze 14 lekke banden op één dag kregen. Hij laat ons ansichtkaarten zien van een canyon in Mexico, waar je boven de sneeuw kunt zien liggen, en waar beneden de bananen groeien.

Martha, zijn vrouw, komt ook binnen, in ochtendjas. Ze heeft de stem van een zware roker die elke avond een fles whisky achterover slaat. Wat we over Columbus weten? Ik vertel over de Lonely Planet gids, over Pancho Villa (een Mexicaanse vrijheidsstrijder hier uit de buurt, bekend uit Lucky Luke), en het historical museum ("Then you know about everything there is to know"), en dat zij ook in die gids staan ("I know"), en hoe lastig het was de straat te vinden doordat er op maar één van de vijf kruispunten een bordje staat, en dat Columbus dan toch nog heel wat kruispunten telt.

 

Aan de muur in de keuken kranteknipsels over het Tumbleweed Theatre, dat als oefenruimte de courtyard van het café hier achter heeft. In deze contreien is zo'n dorpje van niks al gauw een wereldstad...

We mogen ook nog echt gaan ontbijten, zegt Martha, in haar restaurant ("Just tell them Martha sent you"), een eindje verderop, waar de gaten van de schietpartijen nog in de muur zitten.

 

Maar eerst de flat tire.

Als Javier eerst met een compressortje, en daarna met een tank lucht de band aan het oppompen is, bekijken Karin en ik de gele bloemen met lange rode meeldraden, waar een kolibrie op vliegt. Waanzinnig mooie bloemen, en die groeien hier gewoon als onkruid.

Dan rijden we achter Javier aan (hij zou dus om 10 uur in de kerk zijn, maar maakt absoluut niet de indruk dat hij zich erg haast om dat nog te halen. Als er gisteren niet iets met die band aan de hand was geweest zou ik bijna op het idee komen dat hij die band had lekgestoken om onder die church uit te komen...), naar de tire fix shop, die ook in tweedehands spulletjes doet (als iemand nog een Apple IIe zoekt: bij de tire repair shop in Columbus, New Mexico, kun je er eentje vinden).

We bedanken hem uitvoerig voor alle hulp, en nemen afscheid, maar even later duikt hij weer op met het instructieboekje van de Ford, dat we hadden laten liggen. Een hulpvaardiger volk dan die Amerikanen bestaat niet, zeker niet dan die van het Columbusse soort.

 

Iedereen spreekt hier in de eerste plaats Spaans, maar we kunnen ons in het Engels verstaanbaar maken. Karin en Pieter spelen een spelletje pool (hoort ook bij de tire repair shop, een pooltable), en Pieter is vanaf nu verslaafd. Hij staat dan ook met 20-10 voor, voornamelijk doordat Karin telkens geen enkele bal raakt), maar dan speelt hij per ongeluk de zwarte er in. Vanaf dat moment wil hij overal pool spelen, om wraak op Karin te nemen.

De band wordt netjes gerepareerd, met een plakker aan de binnenkant. Er is hier echt niemand die het in zijn hoofd haalt een band weg te gooien omdat hij lek is...

Voor de tweede keer ontbijten in Martha's restaurant. De waitress is geïnteresseerd in digitale camera's. Ze heeft zo'n 13 baantjes, vertelt ze, en "I'm a Maccer, you know". Ze schrijft onder andere voor lokale blaadjes, en zo'n camera zou daar heel handig bij zijn. We vergeten daardoor helemaal naar de gaten in de muren te zoeken...

 

Dat bubbeltje bovenop die rand is een Roadrunner...

 

Op weg. Een lange, saaie, rechte, brede weg. Gieren, Raven , Western Kingbirds , Western Meadowlarks, Loggerhead Shrikes (op de telefoondraden), Mourning Doves ,

 

Roadrunners!

Het is nog niet warm (zo'n graad of 28), en het stikt van de vogels.

Overal waar een rivier loopt (als er water is dan) zilver bloeiend gras, in de "rivier".

 

Voor Rodeo gaan we de Chiricahua Mountains in.

 

Eerst richting South Fork Canyon (we passeren een bordje Paradise , wat we natuurlijk hadden moeten volgen. Het is een ghost town, en dat had ik wel willen zien. Maar dan waren we teveel de bergen uit gereden, en we wilden er natuurlijk juist in).

 

We stappen uit als we het einde van de weg hebben bereikt, in de canyon, en de

 

Mexican Jays lopen daar zo'n beetje om voedsel te bedelen.

 

De volwassenen bedelen naar ons, met leuke (zeker voor kraai-achtigen) geluidjes;

 

de jongen bedelen naar hun ouders (meestal zijn ze minstens even groot als die ouders, trouwens, je moet ze ook overal de deur uit schoppen) met vreselijk gekras bij hun ouders.

 

De canyon wanden zijn af en toe tussen het groen van de bomen door te zien. Rood met groen. Sprookjesachtig mooi.

 

Hier beneden heel weelderig bos.

 

Heel veel verschillende soorten bomen, krikras door elkaar groeiend. We horen Spechten. En we zien, een paar keer, een Painted Redstart . Een heel klein zwart met rood vogeltje, heel beweeglijk. Zo dichtbij dat ik zelfs het beetje wit rond zijn oogje zie.

 

Weer verder in de auto (het is alweer heet natuurlijk).

 

We willen helemaal doorsteken, en hebben op de kaart een route gevonden, een dirtroad die dwars door de bergen gaat

 

(op de kaart het smalle rode weggetje vanaf de Forest Road naar beneden, via Long Park)

 

Het is een waanzinnig mooie weg.

 

Zo hobbelig, en met zoveel afgrond er naast, dat ik moet gaan rijden, want ik voel me te beroerd er naast ;-)

 

Op een gegeven moment komen we er niet meer uit, en als we een ranger zien vragen we de weg.

 

Helaas, vorig jaar heeft hier een enorme bosbrand gewoed, en daardoor is de route die we in ons hoofd hadden niet meer mogelijk:

 

rotsblokken hoger dan de auto versperren de doorgang.

 

Dan dus maar via een andere route de bergen weer uit,

 

pas wel op de beren...

 

Pas erg goed op de beren...

 

Nog even genieten natuurlijk, en dan is er een asfaltweg naar het zuiden.

 

Al snel weer een dirtroad: de Kuyckendall's Cutoff Road, nogal recht, maar wel met enorm veel vertikale hobbels, met enorme dips.

 

Dan verder, de Ricker Canyon Road, de Lesley Canyon Road (allemaal dirtroad, en allemaal door lekker bergachtig gebied),

 

met rechts de Swiss Helmet Mountains, die er inderdaad precies uitzien als een rijtje Zwitserse helmen.

 

Lekkere bochten, overal yucca's. Dat droge berglandschap is verslavend, ik wil hier gewoon nooit meer weg.

 

Tenslotte rijden we een hele smalle canyon in, een bocht, en dan opent zich een vlakte voor ons. De zon schijnt door de wolken heen, zodat je de stralen op de vlakte ziet neerdalen. "Het beloofde land" schiet door je heen, maar dat klopt natuurlijk niet, want dat kan nooit een vlakte zijn...

 

Nu een 15 mile lange rechte weg, en dan zijn we in Douglas , een stad aan de grens met Mexico, waar we naar het Gadsden hotel rijden, uit 1907. Die naam komt van de Gadsden acquires, toen de USA een stuk Mexico heeft gekocht om de grens recht te kunnen trekken, en een eind te maken aan de grensconflicten).

Een prachtige lobby, met marmer, goud, brandgeschilderd glas. Een grote kamer met twee grote bedden, maar heel erg sjofel. Het is een vergane-glorie hotel ;-) Het is heel goedkoop, maar als je die lobby binnenkomt waan je je in een uiterst luxe hotel. Heel vreemd.

 

We maken een wandelingetje naar de grens.

 

Meer dan de helft van de winkels is out of business. Alles is leeg, en alles ziet er armoedig uit. Troosteloos.

 

Hier en daar kun je dezelfde grandeur van vroeger nog zien die het Gadsden Hotel ook heeft: een leegstaand theater/bioscoop.

 

De grens is precies zoals je in de films ziet: een soort gracht (zonder water weliswaar), met een enorm hek met prikkeldraad, en op elke hoek een border patrol auto, die in de gaten houdt of er geen Mexicanen over het hek klimmen.

Van over de grens klinkt muziek.

Heel vreemd allemaal.

We lopen terug, en eten in het hotel. Het blijkt tamelijk verschrikkelijk, hoewel ze het toch nog net niet halen bij de Navajo's.

 

© Copyright - Auteur: Sylvia Stuurman , Foto's: Ernst Anepool .
Copyright 1993-nu.
Voor commentaar, e-mail adres: sylviastuurman@gmail.com
 
terug Code voor foto: