Een neurodiverse maatschappij 3: Werk

Iemand aan het lassen

 

Eerder hebben we laten zien waarom de maatschappij echt neurodivers zou moeten zijn (https://www.sylviastuurman.nl/blog/2024/04/een-neurodiverse-maatschappij-1-waarom/), en hebben we een analyse gegeven van de stand van zaken nu (https://www.sylviastuurman.nl/blog/2024/05/een-neurodiverse-maatschappij-2-de-huidige-maatschappij).

Nu gaan we over naar hoe dat er dan uit zou gaan zien. Daarbij blijven we niet realistisch. We stappen als het ware helemaal uit deze maatschappij, en bedenken hoe het er uit zou kunnen zien. Voor sommigen kan het daarom heel extreem lijken. Zie het als een gedachte-experiment!

Terzijde: de boeken die ik in de tekst noem, hebben een link naar Bol.com, voor het gemak. Je kunt ze natuurlijk veel beter in een (onafhankelijke) boekwinkel kopen, of er bij de bibliotheek naar vragen!

Motivatie

Uit 2016–2017 State of Enterprise Work Report

In Bullshit jobs laat David Graeber zien dat een angstwekkend hoog percentage van de mensen met een baan, die baan zelf zinloos vindt (zo’n 40 tot 50%). Receptionisten van een bedrijf waar vrijwel nooit iemand belt of binnenkomt, maar die een receptioniste willen hebben om belangrijk te lijken, telemarketeers die mensen telefonisch iets moeten proberen aan te smeren waar die mensen eigenlijk geen behoefte aan hebben, journalisten bij magazines voor een bedrijf die natuurlijk nooit echt journalistiek werk mogen doen, maar alleen positief stemmende verhalen over het bedrijf mogen opstellen, enzovoort.

Daarbij komt, dat steeds meer banen die beslist niet zinloos zijn, steeds meer zinloze onderdelen van het werk gaan bevatten. Tijdschrijven (waarbij je op je vingers getikt wordt wanneer wat je opschrijft niet overeenkomt met de planning die door je manager is opgesteld), je verantwoorden over wat je hebt gedaan in vergaderingen of in formulieren, jezelf ‘zichtbaar’ moeten maken, planningen opstellen, in plaats van dat je je werk gewoon mag doen.

Als je autistisch bent, kun je uitstekend werk verrichten wanneer je dat zelf zinvol vindt. Vaak kun je dan in een paar uur méér doen dan anderen in een hele dag (en de rest van de dag kun je dan ook niets meer verder doen).

Intrinsieke en extrinsieke motivatie

Intrinsieke motivatie is wanneer je iets wilt vanuit jezelf. Je wilt bijvoorbeeld eten omdat je honger hebt. Of je wilt iets uitzoeken over dinosauriërs omdat je je daarvoor interesseert.

Extrinsieke motivatie houdt in dat je iets doet vanwege een beloning, iets buiten jezelf dus. Je trekt schone kleren aan omdat je weet dat anderen dat van je verwachten. Je zoekt iets over dinosauriërs op omdat je leraar heeft gezegd dat je dat moet doen, ook al interesseren dinosauriërs je niet.

Als je autistisch bent, is het extreem moeilijk om iets te doen vanuit extrinsieke motivatie. Het is intrinsieke motivatie die je drijft (en zelfs dan is het vaak moeilijk om in actie te komen).

Het is duidelijk dat mensen een bullshit job doen vanuit extrinsieke motivatie. Ze kunnen, bijvoorbeeld, het geld niet missen.

Eisen aan een samenleving

Daardoor hebben we nu de volgende eis aan een neurodiverse samenleving:

  • Ieder moet vrij zijn om werk te doen dat hem of haar nuttig lijkt.

Bedenk daarbij dat ‘nuttig’ subjectief is, in de ogen van degene die werkt! In een neurodiverse maatschappij doe je dus werk vanuit je intrinsieke motivatie.

Daarbij is duidelijk dat de kwestie ‘geld’ hier een belangrijke rol speelt. Daarover komt een aparte post.

Tijd en energie

Een 8-urige werkdag is iets dat eigenlijk nog maar kort bestaat, in de menselijke geschiedenis.

Jagen deed je wanneer er iets te jagen viel. Dat was een tijdelijke hoge inspanning, en daarna was het rusten. Verzamelen deed je wanneer er iets te verzamelen viel. Het waren, kortom, altijd kortere perioden van werk, en dan weer perioden van uitrusten, spelen, slapen of iets anders leuks doen.

Ook voor boeren geldt dat die geen 8-urige werkdag hebben. Als je koeien of schapen hoedt, ben je niet voortdurend ‘aan het werk’. Als je gewassen teelt zijn er drukke tijden, en tijden (in de winter bijvoorbeeld) dat je alle tijd hebt voor andere zaken (houtsnijwerk bijvoorbeeld, als je dat leuk vindt).

Als je handwerker bent, kun je, bijvoorbeeld, één vaas helemaal afmaken, het resultaat bewonderen, en dan uitrusten of iets anders doen.

Dat was het ritme, en dat past bij hoe mensen in elkaar zitten. Een 8-urige werkdag past daar niet bij.

De meeste mensen zorgen dan ook tussendoor voor ontspanning, bijvoorbeeld door met anderen te kletsen. Als je autistisch bent is dat lastig: je bent aan het werk of je bent niet aan het werk. Over het algemeen presteer je daarom per tijdseenheid veel meer dan je collega’s, en raak je door een 8-urige werkdag al snel volledig overbelast.

Autistisch zijn kost sowieso veel energie. Je draait als het ware bijna voortdurend op het bewuste deel van je hersenen. Dat bewuste deel kost veel energie. Het is dan ook logisch dat je veel sneller dan anderen uitgeput raakt, zelfs als doe je, in de ogen van anderen, niets inspannends.

Daarbij komt je prikkelgevoeligheid, die er voor zorgt dat iets als een verjaardagsfeestje je volledig kan slopen, zodat je misschien twee dagen nodig hebt om weer een beetje bij te komen.

Werken zou, wordt duidelijk, helemaal op jouw termen moeten kunnen, in jouw tempo, op momenten die jou passen.

Eisen aan een samenleving

Daardoor hebben we nu de volgende eis aan een neurodiverse samenleving:

  • Ieder moet vrij zijn om het werk op de eigen manier in te delen, om zelf het tempo te bepalen, en zelf de werktijden.

Dat klinkt extreem, maar als je over jezelf goed nadenkt, is dat wat je nodig hebt!

Kwaliteit

Wie Zen en de kunst van het motoronderhoud heeft gelezen, weet dat Robert Pirig daarin betoogt dat je je leven zin kunt geven door aan wat je doet kwaliteit mee te geven. Of je dat doet, ervaar je zelf. Als je werk vanzelf lijkt te gaan, als je in ‘een flow’ zit, geef je je werk kwaliteit mee.

Helaas is het woord kwaliteit in onze samenleving iets heel anders gaan betekenen: overal is ‘kwaliteitsmanagement’ ingevoerd. Dat bestaat uit een verzameling regels en formulieren, waar iedereen zich aan moet houden en die iedereen in moet vullen. Het idee is dat de organisatie of het bedrijf dan kan ‘bewijzen’ dat de kwaliteit in orde is, dat er expliciet aandacht aan is besteed.

Dat is natuurlijk niet de kwaliteit van Zen en de kunst van het motoronderhoud. Het is ook niet de kwaliteit waar mensen behoefte aan hebben. Het is een papieren werkelijkheid die niets met echte kwaliteit te maken heeft.

Het is, denk ik, de behoefte van iedereen om in staat te zijn werkelijk kwaliteit te leggen in het werk dat je doet. Daarbij moet je dat zelf kunnen doen: je moet zelf kunnen bepalen wat kwaliteit binnen jouw werk is.

Eisen aan een samenleving

We hebben dus de volgende eis aan een neurodiverse samenleving:

  • Ieder moet op zijn of haar eigen manier kwaliteit in het werk kunnen leggen, zelf kunnen bepalen wat dat is, en hoe dat te doen.

Dat klinkt opnieuw extreem, maar als je over jezelf goed nadenkt, is dat wat je nodig hebt!

Werkomstandigheden

Photo by Igor Omilaev on Unsplash

Op veel werkplekken is er een dwang (officieel of officieus) om ‘sociaal’ mee te doen. Je wordt geacht mee te gaan op allerlei uitjes, om samen met de anderen te lunchen, om te kletsen bij het koffiezetapparaat. Als je dat niet doet kan dat negatieve gevolgen hebben voor je beoordeling. Als je autistisch bent, is dat een ramp.

Kantoortuinen worden gelukkig steeds zeldzamer, maar ook andere werkplekken zijn vaak lawaaierig, met heen en weer lopende mensen op de gang, het geratel van de printer, het geklets bij het koffiezetapparaat, of het irritante gezoem van de airconditioning. Het is duidelijk dat zo’n werkomgeving niet samengaat met je prikkelgevoeligheid.

Eisen aan een samenleving

We hebben dus de volgende eisen aan een neurodiverse samenleving:

  • Er moet een besef zijn dat de behoefte aan sociale contacten van persoon tot persoon verschilt. Iedereen moet daarin zijn of haar eigen weg kunnen gaan.
  • Je moet je werkplek naar eigen inzicht kunnen inrichten, en ook kunnen kiezen wáár je werkt.

Aan werk komen

Solliciteren is erg lastig, als je autistisch bent. Je moet aanvoelen wat er bedoeld wordt: als je op vacatures afgaat, lijk je nooit te voldoen. Terzijde: dat is iets dat, over het algemeen, ook een handicap is voor vrouwen. Die zijn gemiddeld gesproken veel bescheidener over waar ze toe in staat zijn dan mannen. Mannen denken gemiddeld, wanneer ze aan de helft van de eisen voldoen, dat ze perfect voor de baan zijn; vrouwen denken dat pas wanneer ze aan letterlijk alles voldoen, en méér.

De eerste horde is dus al om te beseffen dat je best kunt solliciteren op een vacature waarin veel méér wordt gevraagd dan je in huis hebt. Werkervaring wordt bijvoorbeeld vrijwel altijd gevraagd, terwijl je dat, wanneer je net met veel moeite een diploma hebt afgerond, gewoon nog niet hebt, omdat je helemaal niet de energie had om ook nog een baantje erbij te nemen.

Vervolgens moet je jezelf presenteren, in een brief of een filmpje, met een LinkedIn-pagina die op de juiste manier gevuld is, om uitgekozen te worden voor een sollicitatiegesprek. Bij ‘jezelf presenteren’ komt je eerlijkheid om de hoek kijken: als je autistisch bet, ben je over het algemeen eerlijk, en valt het je zwaar om dingen te verzwijgen of juist aan te dikken. Daarbij moet je ook kunnen aanvoelen wat precies gewenst is: over het algemeen zijn er allerlei impliciete eisen en verwachtingen aan een sollicitant.

Een sollicitatiegesprek is al helemaal een kwestie van op eieren lopen. Je moet aanvoelen hoe je je moet kleden, je moet aanvoelen hoe je handdruk zal zijn, of je ‘je of ‘u’ zegt, enzovoort, enzovoort.

Eisen aan een samenleving

We hebben dus de volgende eis aan een neurodiverse samenleving:

  • Je moet aan werk kunnen komen door ergens gewoon een poosje mee te draaien, en dan te kijken of het je bevalt. Desnoods krijg je van tevoren een taak die je uit kunt voeren, om te kijken of je het inderdaad aan kunt.

Hoe dan?

De eisen die we hebben gesteld lijken misschien volledig onhaalbaar. We zouden dan ook eigenlijk niet ingaan op het hoe.

Om te laten zien dat het helemaal niet onhaalbaar is, is het goed om te denken aan open source. Open source betekent dat iets publiekelijk zo toegankelijk is dat je het kan delen of modificeren. Een goed voorbeeld is Wikipedia. Iedereen kan aan Wikipedia bijdragen. Er is een werkwijze die zoveel mogelijk voorkomt dat er fouten of vooroordelen in sluipen. De bijdragen worden allemaal gedaan door mensen zonder dat ze er voor worden betaald.

Iedereen kent waarschijnlijk ook wel open source software. Voor bijna alles wat je kunt bedenken is wel een open source alternatief beschikbaar. De kans dat je deze blogpost leest met een open source browser is bijvoorbeeld groot. Al die software is dus gemaakt door mensen die er niet voor betaald werden. En de kwaliteit is hoog!

Doordat alle bijdragen geheel op vrijwillige basis zijn gebeurd, is er automatisch voldaan aan alle eisen die we hierboven gesteld hebben. Zo utopisch zij die eisen dus helemaal niet.

5 gedachten over “Een neurodiverse maatschappij 3: Werk

  1. Nog een late inhoudelijke reactie op jouw betoog.

    Ik heb een blog gehad met de titel Culturele Verschijnselen en daar had ik een pagina ‘De Stoornis Maatschappij (DSM)’.
    Ik schreef o.a. over autisme en het begrip ‘beperkingen’. Later kwam ik op het idee om een artikel te schrijven met als titel ‘De wereld moet autistischer worden’. Het is er nooit van gekomen.

    Vrij recent ontdekte ik jouw blog en later las ik het boek ‘Autisme is geen puzzel’. In feite bedoelde ik in mijn beoogde artikel hetzelfde te vertellen wat jij nu doet in de vervolgserie over ‘neurodiversiteit’.

    Over ‘beperkingen’ schreef ik dat ik het vreemd vind, dat er onderscheid gemaakt wordt tussen twee soorten mensen, met en zonder beperkingen. Mijn conclusie was en is dat ieder mens beperkingen heeft. En afwijkingen t.o.v. een ander.
    Dit idee is kennelijk nog lang niet doorgedrongen tot en groot deel van de samenleving, althans niet bij een redactrice van Intonijmegen, waarin zij in haar filmrecensie het over mensen met beperkingen heeft, zonder specifiek te zijn.
    Als ik haar mijn artikel laat lezen als commentaar hier op, dan antwoordt zij, ik citeer:

    “In ons artikel hebben we bewust gekozen voor het gebruik van het woord ‘beperking,’ omdat we dit als een inclusieve term beschouwen die ook breed geaccepteerd en gebruikt wordt in de huidige samenleving.”

    Teleurstellend. Ik concludeer, dat er nog wel wat stappen gezet moeten worden om van die hardnekkige vooroordelen en drogredenen af te komen.

  2. Overigens, dit is geen verwijt aan jou Sylvia, alleen vraag ik mij af, waarom boekverwijzingen hier en ook op andere webpagina’ s van mensen die idealistisch zijn en echt een andere wereld voor ogen hebben en waar ik mij in kan vinden naar deze grote firma ‘linken’ als er alternatieven zijn. Wij willen een rechtvaardige wereld en AH en BpC zijn alleen in geld geinteresseerd. Ik hoop dat ik jeniet gekrenkt heb, ik waarder je juist enorm.

  3. Bericht aan Sylvia i.v.m. ‘Bol punt Dom’

    Een mooi artikel, maar jammer dat je voor de boekentips naar bol punt com verwijst. Deze firma is van Albert Heijn en maakt de kleine uitgevers en boekhandels kapot met medewerking van de klanten. Weer een stap verder naar een kleurloze (en zeker geen neurodiverse) ‘samenleving’. Kun je niet direct een verwijzing naar de uitgeverijen en boekhandels plaatsen? De samenleving is vergiftigd met opgelegde opvattingen over mensen die anders zijn en massabedrijven zoals bol punt dom houden discriminatie en uitsluiting in stand. Daar zijn zij gebaat bij.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

 

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.