Autisme en het voorspellende brein van Peter Vermeulen

boekomslag

 

Ik wist al lang dat het boek er aan zat te komen, en ik heb er halsreikend naar uitgekeken: het boek waarin Peter Vermeulen de nieuwe theorie over autisme uitlegt.

Die nieuwe theorie houdt in dat autisme iets te maken heeft met de manier waarop we waarnemen. Waarnemen gaat niet, zoals lang is gedacht en nog steeds wordt gedacht, zo dat je hersenen input krijgen van je zintuigen (ogen, oren, enzovoort) en die verwerken. Nee, je hersenen zijn slimmer dan dat.

Je hersenen weten al van alles over wat er om je heen waar te nemen valt. Het zou zonde zijn om al die beelden, al dat geluid, de temperatuur, het gevoel van de kleren die je aan hebt, om dat alles steeds opnieuw te interpreteren, te verwerken.

Gecontroleerde hallucinatie

Je hersenen voorspellen daarom wat er om je heen gebeurt. Wat je waarneemt zijn de voorspellingen van je hersenen. Een van de grondleggers van deze theorie, Andy Clark, noemt waarnemen dan ook: `gecontroleerde hallucinatie‘.

Leef je dan in een droomwereld? Heeft wat je waarneemt dan niets te maken met de werkelijkheid?

Gelukkig zit het zo niet in elkaar. Je hersenen ‘bekijken’ steeds wat er binnenkomst aan informatie via je zintuigen. Klopt het ongeveer met de voorspelling, dan gebeurt er niets en leef je verder in je ‘hallucinatie’. Wanneer er iets niet klopt, geven je hersenen het aan je bewustzijn door (bijvoorbeeld: er ligt een steen op de stoep voor je).

Vervolgens kun je twee dingen doen: de steen opzij leggen, zodat de werkelijkheid weer aan je voorspelling voldoet, of leren dat er een steen ligt, en de steen in je voorspelling opnemen.

Die voorspellingen gebeuren onbewust. Het beslissen of een afwijking de moeite waard is om aan je bewustzijn door te geven gebeurt ook onbewust.

En autisme?

En wat dat allemaal met autisme te maken heeft? Autistische hersenen vinden het belangrijker dat de werkelijkheid precies klopt met hun voorspelling dan neurotypische hersenen. Autistische hersenen geven daarom veel vaker iets door aan het bewustzijn.

Dat betekent dus dat neurotypici in vergelijking tot autisten veel meer in hun eigen hallucinatie rondwandelen. Ze hoeven daarbinnen nergens over na te denken: alles verloopt intuïtief, onbewust. Autisten worden door hun hersenen voortdurend met van alles geconfronteerd waar ze “iets mee moeten”: de steen opzij leggen of geleerd hebben dat er een steen ligt.

Een prachtige theorie

Ik vind het een prachtige theorie, die voor mij echt alles kan verklaren wat bij autisme hoort. Het is dan ook de theorie onder mijn eigen boek. Daarom was ik ook zo benieuwd naar het boek van Peter Vermeulen.

Het boek, de positieve kanten

In de eerste plaats is het echt enorm toe te juichen dat Peter Vermeulen een boek heeft geschreven waarin hij uitlegt hoe de theorie van het voorspellende brein kan verklaren hoe autisme in elkaar zit. Ik ben daar echt heel erg blij mee.

Hij neemt uitgebreid de ruimte om uit te leggen hoe het voorspellende brein werkt. Dat omvat niet alleen het waarnemen, maar ook emoties. Hij laat zien dat er ook al veel bewijzen zijn voor de theorie (ook wat betreft autisme), door experimenten te beschrijven die aantonen dat het inderdaad klopt.

Wat ik ook mooi vind, is dat hij een aantal consequenties van de theorie bespreekt. Zo’n consequentie is bijvoorbeeld dat het woord ‘prikkelgevoelig’ eigenlijk gevaarlijk is. Mensen (autisten zelf en coaches en therapeuten) zijn dan geneigd om de omgeving ‘prikkelarm’ te maken, terwijl dat geen zin heeft. Wat belangrijk is, is de voorspelbaarheid te vergroten. Zo heb je bijvoorbeeld geen last van geluid wanneer je dat zelf produceert (je controleert het zelf en het is dus geheel voorspelbaar), terwijl je er wel last van kunt hebben als een ander het produceert (dan wordt het onvoorspelbaar). Voorspelbaarheid is dus het toverwoord; niet prikkelarm.

Wat ik jammer vind

In een laatste hoofdstuk bespreekt Peter Vermeulen het begrip neurodiversiteit: autisme wordt steeds minder vaak als stoornis beschreven, maar als een ‘anders’-zijn, gelijkwaardig. Dat idee is vanuit autisten zelf ontstaan, en het wordt steeds breder gedragen, ook vanuit therapeuten die autisten begeleiden.

Hij geeft heel duidelijk aan dat hij dat idee ondersteunt, maar dat kun je niet zien aan de rest van het boek. Vóór dat eerste hoofdstuk beschrijft hij autisme steeds als een vorm van ‘defect’, van een ’te veel’, of een ’te weinig’, kortom, als een stoornis, een afwijking van ‘normaal’. Dat heeft waarschijnlijk ook te maken met zijn bespreking van al die experimenten en wetenschappelijke artikelen, die, heb ik helaas gemerkt, heel vaak die houding tegenover autisme hebben dat het een stoornis is.

Het mooie van de theorie van het voorspellende brein is nou juist, zo zie ik het, dat je daarmee kunt laten zien dat hersenen van de geboorte af aan verschillend kunnen werken, en dat je, als je autistische hersenen hebt, je dus op een andere manier ontwikkelt als mensen die met neurotypische hersenen zijn geboren. Overal in de maatschappij zouden mensen moeten leren dat niet iedereen het ‘normaal’ geachte pad bewandelt. Op die manier zou iedereen die met autistische hersenen wordt geboren, zich op zijn of haar eigen manier kunnen ontwikkelen, tot een gelukkige., volwaardige, autistische volwassene.

Het is duidelijk dat Peter Vermeulen dat eigenlijk ook zo ziet, maar het komt nog niet goed uit de verf.

3 gedachten over “Autisme en het voorspellende brein van Peter Vermeulen

  1. Hoi Syl,

    Wat ben ik toch jaloers dat je een zo taai en met zelfs voor mij teveel kruisverwijzingen, maar verder geweldig boek, in een paar alinea’s kunt samenvatten.

    Vooral dat “gecontroleerde Hallucinaties” wat mij op het verkeerde pad had gebracht, omdat ik nogal wat ervaring met in het ‘magisch denken’ verdwaalde autisten (b.t.d.t.) waaronder ikzelf een beetje in mijn vroegste jeugd, dacht dat ik een robot moest zijn omdat ik maar niet begreep waarom anderen alles wel snapten van die sociale spelletjes als bullying en “plagen”.

    Ik dacht dat juist Autisten gevaar liepen in Hallucinaties te geloven, maar je hebt het veel beter begrepen, de Neuro-Typici geloven in een wereld die alleen in hun hallucinaties bestaat, waar de mens niet langer een deel van het ecosysteem is, maar daarboven *heerst* dat is wel effe OMDENKEN.nl

    Het verklaart als enige nog mogelijke verklaring waarom die 15,9 miljoen Neurotypici er niks van zeggen dat Rutte en de Jonge ze glashard voorliegen, ze willen de werkelijke werkelijkheid niet onder ogen zien, eindelijk een theorie die niet alleen Autisme een duurzame verklarende grondslag geeft, maar ook het merkwaardige geloof in sprookjes van gewone volwassenen verklaard 🙂

    Moet ik nu wel het boek *nog een keer* lezen 🙁

    Maar goed als Autist is het zaak de predictive coding steeds verder te preciseren zodat je niet zelf in hallucinaties gaat geloven :+)

    Hopelijk leest Peter ook nog eens wat verder in Bleulers en Aspergers werken, want dat ie Kanner nog op handen draagt begrijp ik niet zo goed…

    Tot straks …

    • Ik heb dit boek ook gelezen en besproken op mijn blog, en vond het een heel positief en ook wel verrassend boek, omdat het vaak contra-intuïtief aanvoelt. Vermeulen legt dat redelijk goed uit, maar het blijft een moeilijk boek voor leken zoals ik.
      Voor mij is autisme in de eerste plaats een verschil of afwijking dat last bezorgt. Het is een deel van mijn (zware) handicap. Anders zou ik er niet aan gedacht hebben om ermee aan de slag te gaan.
      Neurodiversiteit roept vaak veel angst op, heb ik gemerkt, terwijl dat eigenlijk niet hoeft als je het niet te radicaal of polariserend interpreteert. Dat doet Peter in zijn laatste hoofdstuk, en die zin ben ik wat gerustgesteld.

      • Dank voor je reactie!
        Neurodiversiteit kan inderdaad het idee oproepen dat je geen hulp nodig zou hebben.
        Zo zie ik het niet. Ook in een maatschappij die veel meer “op ons” zou zijn ingericht, zou je het, als autist, nog lastig hebben.
        Ik denk dat bij zo’n maatschappij dan ook hoort dat je hulp krijgt op het moment dat je dat nodig hebt, en op de manier die je nodig hebt.
        Maar in zo’n maatschappij zouden ook de positieve kanten er van bekend zijn, de kwaliteiten, en daar zou je ook op worden gewaardeerd.

        (en ja, dat is een utopie)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

 

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.