Er heeft de afgelopen tien jaar een revolutie plaatsgevonden in autismeland. Terwijl er vroeger geen enkele aandacht was voor de zintuigen is het nu algemeen aanvaard dat ‘prikkelgevoeligheid’ een kernaspect van autisme is.
Dat is natuurlijk heel fijn, want prikkelgevoeligheid hoort bij autisme, en therapeuten en coaches en autisten zelf hebben nu handvatten om daarmee om te leren gaan. Maar die prikkelgevoeligheid kun je op een heel andere manier bekijken. Een manier die niet klinkt als iets dat lastig is, maar als iets dat positief is.
Zintuigen
De term prikkelgevoeligheid lijkt te suggereren dat ‘prikkels’, alles wat via de zintuigen binnenkomt, ‘hard’ aankomen, alsof de zintuigen extra gevoelig zijn. Dat is niet het geval. De zintuigen van autisten zijn hetzelfde als de zintuigen bij neurotypici. Er bestaan geen ‘autistische’ zintuigen.
Het verschil zit hem niet in de zintuigen, maar in de hersenen. Autistische hersenen hebben geen filter, wordt ook wel gezegd. Maar ook dat zit net iets anders in elkaar.
Je zou denken dat hersenen voortdurend bezig zijn met verwerken wat er via de zintuigen binnenkomt. Het feit dat je een bal kunt vangen, laat zien dat het zo niet werkt. Je zintuigen zouden namelijk de beelden van die bal doorgeven, je hersenen zouden ze verwerken en je spieren aansturen. Dat zou betekenen dat je altijd veel te laat zou zijn met het vangen van die bal.
Bewustzijn
Hersenen zijn slim. Ze weten al van alles en voorspellen op basis van wat ze weten, wat er via je zintuigen binnen zal komen. Ze sturen je spieren aan op basis van die verwachtingen. Je vangt die bal dus op basis van de verwachtingen van je hersenen. Je vangt als het ware je eigen illusie, die overeenkomt met de werkelijkheid.
Alleen wanneer je hersenen afwijkingen signaleren die maken dat je verwachtingen niet kloppen, wordt je bewustzijn erbij gehaald. Dat zie je bijvoorbeeld wanneer je hersenen voorspeld hadden dat de kruising leeg was en je plotseling heel hard moet remmen voor een auto die vanachter een geparkeerde auto vandaan blijkt te komen. Je bewustzijn wordt aangesproken. Die ene situatie zul je je dan ook herinneren, terwijl de rest van je woon-werkroute ‘vervlogen’ lijkt te zijn. Die heb je op basis van je voorspellingen gereden en daardoor komt er vrijwel niets in je bewustzijn.
Leven met aandacht
Bij autisme is dat anders. Voorspellingen zijn bij autisten precies, waardoor er voortdurend afwijkingen zijn die aan het bewustzijn worden doorgegeven. Prikkelgevoeligheid is dus niets anders dan leven met aandacht voor alles, leven terwijl je je bewust bent van je omgeving.
Zenboeddhisten en monniken doen hun best om die staat te bereiken. Het is een benijdenswaardige eigenschap. Zenboeddhisten en monniken weten ook dat je, om in die staat te leven, een gestructureerde en rustige omgeving nodig hebt. Dat is waar het autisten aan ontbreekt.
Laten we het dus niet meer ‘prikkelgevoelig’ noemen, maar leven met aandacht. En laten we beseffen dat bij ‘leven met aandacht’ een rustige en gestructureerde omgeving hoort.
Ook verschenen bij uitgeverij Saam, vanwege mijn boek Autisme is geen puzzel dat daar is uitgekomen.