Voor wie Andreas Burnier niet kent: zij (niet hij) was een intellectueel zeer begaafde, zeer breed geïnteresseerde, zeer eigenzinnige vrouw, wetenschapper, romanschrijver, essayist. Ik heb destijds veel van haar boeken gelezen, en was altijd blij wanneer ze haar commentaar gaf op maatschappelijke ontwikkelingen in de vorm van ingezonden brieven, interviews of essays.
Met veel plezier heb ik haar biografie gelezen, die niet alleen een erg mooie ingang geeft voor haar werk, in context, maar die ook tot denken aanzet (zoals Andreas zelf ook altijd deed).
Om een beetje een idee te geven over haar veelzijdigheid: ze schreef over het gevoel eigenlijk een jongen te zijn, lang voordat anderen dat deden, ze schreef haarscherpe stukken over de ongelijkwaardigheid van vrouwen ten opzichte van, ze schreef even haarscherpe stukken over waar feministen uit die tijd in haar ogen de fout in gingen (bijvoorbeeld dat klassenstrijd feminisme overbodig zou maken), ze durfde het aan, in een tijd waarin iedereen pro-euthanasie was, te analyseren wat er fout aan is (en ze gaf ook aan dat ze, hoewel ze voor het recht op abortus was, vond dat abortus werd voorgesteld als een veel te vanzelfsprekende beslissing), en ze was belezen in de filosofie, in de letteren, in de antroposofie, het boedhisme, het hindoeïsme, en in christelijke, joodse en islamitische mystiek.
Ze was, voor WO II, het enige kind (na de oorlog kreeg ze nog een broertje) in een liberaal, niet praktiserend Joods gezin in den Haag. In de oorlog zijn zij en haar ouders alle drie apart ondergedoken. Andreas heeft van haar 11de tot haar 15de in veertien verschillende gezinnen gezeten.Na de oorlog is het contact tussen haar en haar ouders nooit echt wat geworden. Ze functioneerde onafhankelijk. Ze las enorm veel, verprutste haar studententijd, trouwde, kreeg een kind, ging filosofie studeren, met bijvak criminologie, werd uitgekozen door de criminoloog Nagel (de ook schrijver J.B.Charles) om te promoveren, werd niet lang na haar promotie hoogleraar criminologie in Nijmegen, en schreef ondertussen romans.
Ik voelde me met haar verwant. Ik ben, net als zij, van jongs af aan verontwaardigd geweest over het feit dat je als meisje zo anders werd behandeld als wanneer je een jongen bent. Ik heb nooit van massa’s gehouden, en ben, net zoals zij dat was, sceptisch wanneer iedereen opeens hetzelfde denkt. Het was dan ook verrassend om te zien hoe veel meer overeenkomsten we hebben. Haar onhandigheid bijvoorbeeld (toen ze dood was vertelde een van degenen die bij de plechtigheid was dat hij haar vermogen om bij een receptie een toastje met paté zo te eten dat de paté op haar wang bleef zitten zo zou missen), haar ‘losgeslagen’ periode in haar studietijd, haar verlegenheid, haar problemen met onder de knie te krijgen hoe je je in allerlei sociale situaties gedraagt. Ze leerde bijvoorbeeld pas rond haar zestigste dat je, wanneer je in gezelschap bent, niet plotseling (bijvoorbeeld terwijl iemand aan het praten is) hoort op te staan onder het mompelen van ‘Ik ga nu weg’. Die neiging om plotseling weg te willen uit een sociale situatie ken ik.
In het boek zegt iemand dat ze ‘geen autist’ was, maar wel eigenschappen had die daar op leken. Of ze autist was of niet doe er niet toe, maar het feit dat ze het net zo goed zou kunnen zijn laat zien dat autisme niet een etiket hoeft te zijn dat iemand neerhaalt; haar eigenzinnige kijk op de wereld heeft juist zo veel bijgedragen omdat die kijk eigenzinnig was, en het is heel goed voorstelbaar dat die kijk een ‘autistische’ kijk was.
In de tijd dat ik in Leiden woonde, heeft ze daar drie lezingen gehouden, die geheel aan mij voorbij zijn gegaan. Ze heeft ze gegeven rond de tijd dat mijn jongste zoon werd geboren. Ik wijdde me volledig aan die zwangerschap: drie maanden daarvoor had mijn broer zelfmoord gepleegd, en ik heb toen mijn ongeboren kind beloofd er volledig voor hem/haar te zijn, en het verdriet en de gedachten over mijn broer uit te stellen tot na de geboorte. Ik had geen aandacht meer over voor Andreas Burnier toen.
Andreas heeft er, bijna als vanzelfsprekend, voor gekozen om haar kinderen in pleeggezinnen te laten opgroeien (haar ouders wilden het niet, en zij had het idee dat ieder ander beter voor ze kon zorgen dan zijzelf). Ik prijs mezelf heel gelukkig dat ik daarin van haar verschil (ook al ken ik die twijfels over of ik wel geschikt ben als moeder maar al te goed).
In feite is al haar werk, zowel de romans als haar essays en haar wetenschappelijke werk, gewijd aan het bestrijden van het kwaad, van het fascisme, dat ze onder andere definieerde als ‘mensen behandelen op basis van uiterlijke kenmerken’. Dat kun je psychologisch duiden (haar onderduiktijd was sowieso traumatisch, en dat er nooit over gesproken kon worden omdat haar leed in het niet viel vergeleken bij de overlevenden uit concentratiekampen en ook die nooit over die tijd spraken maakte het des te traumatischer), maar daarmee doe je, vind ik, afbreuk aan haar betekenis. Ze was als geen ander in staat om haar licht zo te laten schijnen op zaken die met goed en kwaad te maken hadden dat je het duidelijk kon zien.
Het enige dat ik niet goed begrijp is dat ze, toen ze laat in haar leven terugkeerde naar haar Joodse wortels, en actief het Jodendom ging beleven, niet geprotesteerd heeft tegen het erfelijke karakter daarvan, tegen het feit dat je alleen Joods kunt zijn wanneer je moeder dat was (ze heeft er wel voor gestreden dat ook een Joodse vader voldoende zou zijn, overigens). Dat lijkt in tegenstrijd met haar antifascistische houding.
Ik kan er alleen zelf een antwoord op gegeven: het was simpelweg inconsequent, en ‘Jede Konsequenz führt zum Teufel’.
Deze biografie raad ik aan iedereen aan die houdt van de vlijmscherpe blik van een buitenstaander, al was het alleen maar om een perfecte leeswijzer te hebben voor het werk van Anderas Burnier.
Gegevens
Andreas Burnier, Metselaar van de wereld, ISBN 9789045028644 Elisabeth LockhornOh ja: dit boek kun je natuurlijk het best kopen in een echte boekwinkel
Ja , het geloof leerde je wel dat je nooit goed genoeg kan zijn . Bij zo’n baas loop je dan maar weg . Maar die baas heeft zich eerst wel in je genesteld . En dan weet je niet tegen wie je vecht , tegen je zelf of tegen je baas . Alom verwarring . Dus de verwarde mens die zijn weg zoek tussen verwarde mensen , waarvan hij leert dat ze vaak helemaal niet zo verward zijn , integendeel , heel goed kunnen zien , vanaf de rand van de samenleving zonder sociaal belast filter . Helderheid en humor . De schaduwkanten tja …. veel moeten leren en misschien nog meer af moeten leren . Uiteindelijk merk met je sirene rust en aanwezigheid en vertrouwen uitstralen breng je mensen op weg . Dat mag je dan eerst wel geworden zijn , dat zijn. Anders werkt het niet .
Een stuk van mijn verhaal . En je zal zien dat we inderdaad op elkaar lijken . Nou vooruit dan maar . Onder protest !
Jij houdt het levendig en wordt levendig gehouden met je partner . Brengt roering en verstand en verstand van zaken op DC.
Ik houd het rustig , kijk af en toe door het (DC) venster en wordt geraakt en pruttel wat mee omdat er ook wel eens iets uit moet met al die prikkelende zaken .
Sylvia , het ga je/jullie goed . Vergis je niet per ongeluk artkel 31 te stemmen . Dan kom je te dicht in mijn oude geref. buurt . Voor jou is 1 artikel wel genoeg .
Ik was op zoek gegaan naar Sylvia Stuurman , die mij langzamerhand begon op te vallen om haar niet aflatende heldere aanwezigheid op DC . Ik val je “leven” binnen bij je inleiding over Andreas Burnier . Na de eerste alinea dacht ik :dit gaat over Sylvia Stuurman zelf.
Aangenaam kennis te maken . Ik hoop u niet verder te storen .
Ik ben de vaak (emotioneel gepassioneerd ), redelijk sober consument . Ook wel Achterblijver en (trotse) Loser en 70 jarig, beoogd wereld-leider . En laagvliegende prutser .
Dag !
Hoi 🙂
Toen ik het schreef bedacht ik inderdaad dat het meer over mij ging dan ik ooit had gedacht 🙂
(waarmee ik niet beweer dat ik in haar schoenen zou passen; die zijn veel te groot 🙂
Bij deze lieg ik nu : ik ben toch nog even terug ( ik zou u met rust laten ) . Voor mij bent u meer dan groot genoeg en dan heb ik niet over uw voeten en schoenmaat ! Dat wil ik graag zeggen tegen u . En nog iets dat ik , later terugkijkend in mijn hoofd registreerde . Andreas , zegt u ging terug naar haar Joodse wortels en actief het Jodendom beleven .En dat u niet begrijpt….. In DC zij u enige weken geleden iets over uw zingen in het RK-koor en dat het geloof over …. en ik reageerde toen dat u beter onder …. zou kunnen schrijven . Klopt zei u , Ik kan daarom nooit rooms katholiek worden .
Maar weet u , dat bleef me bij . Wat ik bedoel is dat het wereldbeeld van mensen die opgevoed zijn in het geloof , dat geloof onder het wereld beeld zit. (Herman Finkers zegt daar meen ik ook wel iets over in die zin ) . Als Andreas naar haar wortel is teruggekeerd , dan kan het zijn dat het geloof onder haar wereldbeeld is teruggekeerd en dat heeft heel wat consequenties voor haar wereldbeeld en het leven daarvoor . Ik ken Andreas onvoldoende , maar het kan zijn dat die hoeveelheid energie en creativiteit die ze toonde , voortkwam uit een soort positieve woede -dat wel- omdat ze haar wortel kwijt was. Zoiets .
Wat ik schrijf is ervaring , geen wetenschap of studie . Zelf kom ik uit een gereformeerd nest en daar is geen ontkomen aan in diepste wezen. Vandaar dat ik u dit wil voorleggen en wil helpen te begrijpen .
Verder kan ik u niet helpen . Ik ben niet groter dan ik ben . Maar ik zal nog wel een keer kijken of u reageert .
Sterkte met eventueel verder zoeken . Ik weet niet of ik vragen hierover nog verder kan beantwoorden . Maar ik vind dat u dit waard bent. Dag .
Dank je 🙂
Toen ik je eerst reactie las bedacht ik dat ook, van dat katholieke koor.
Maar het vreemde bij mij is dat ik sterk anti-godsdienstig ben opgevoed. Mijn vader zei altijd “De Gereformeerden kun je nooit vertrouwen en de Roomsen nog minder”. Hij was, om het zo maar te zeggen, een fanatieke atheïst.
Ik heb altijd het idee dat ik in dit Katholieke dorp juist daarom zo gemakkelijk pas. Iedereen, ook wie zwaar gelovig is, draagt hier de herinnering mee aan de zware tijd dat de pastoor je zei dat het tijd werd voor het volgende kind, jongetjes bij de pastoor werden uitgenodigd (ook hier is een geschiedenis van misbruik), en de pastoor bepaalde of je verder mocht leren, enzovoort.
Ik heb zo’n `zwaarte’ niet, en kan daardoor veel gemakkelijker de mooie kant zien van het wekelijks bij elkaar komen, de mis volgens steeds hetzelfde ritueel te doen, in de preek stil te staan bij hoe je het goede in jezelf naar boven kunt halen, en samen te zingen, om maar een voorbeeld te noemen.
Wat Andreas betreft denk ik dat je gelijk hebt. Maar dit gedeelte kan ik dus niet op mezelf betrekken: ik denk niet dat ik ooit terugkeer in het fanatieke atheïsme (maar godsdienstig zal ik nooit kunnen worden) 🙂
Je vader zal alle reden hebben gehad om zo te denken . Maar binnen onze zuil waren we vast wel aardig . Ik heb me losgemaakt en heb er vrede mee dat was , is geweest ook bij mij . Maar mijn diepste zijn is toen gevormd ,binnen dat geloof . Dat zit onder al wat de wereld je verder heeft geleerd. Zoiets.
Ik ben wel verbaasd dat mensen nog blijven leven onder die zwaarte en het misschien in stand houden ? Het is een liefde die ik niet wil dragen. Maar zingen is voor hen een goed medicijn , een manier om de pijn om te zetten tot iets moois . Denk ik .
Ja ik vond het heel bijzonder dat je in een R K koor zingt . Welke gekke atheist doet dat nou ? Nou Sylvia . Dat vind ik erg goed van jou ,dat je zo breed bent . Dat intrigeert .
Ik ben eigenlijk heel klein en heb dat vrij bewust ook willen blijven , ook qua studie en ook geen carriere . Ik heb mijn werk , dicht bij de randen van de samenleving , als mijn werk gemaakt en bijna alle keuzes daarop aangepast . Dat vraagt offers , maar daar wordt het ook rijk van . Sublimeren . Het louterend effect van tegenslagen. Dat gaat een beetje tegen alle stromen van wat men gewoonlijk doet in . Het was ook een beetje mijn experiment .
Niet verder vertellen hoor ! ( ik heb geen emoitjes bij de hand).
We zijn 2 (rare ?) heel verschillende mensen denk ik .
Die zwaarte van de RK kerk is volgens mij toch altijd al een stuk lichter geweest dan die van de gereformeerde kerk. Ik kan me juist van katholieken goed voorstellen dat ze blijven geloven.
Ja, ik denk dat we meer op elkaar kijken dan je op het eerste gezicht zou zeggen 🙂
Ik heb me letterlijk aan de rafelranden van Nederland genesteld, in het uiterste zuiden van Limburg. En mijn partner-met-autisme zorgt er wel voor dat ons leven altijd aan de rafelrand blijft, en altijd interessant 🙂
Verweven leven
Eenmaal vastgebreid in midden,
word je geleefd, dat is pas balen.
Aan de rafelrand van het leven
kun je er makkelijk meer uithalen.