De zin en onzin van een psychiatrische diagnose

Tegeltableau met worst en varkens

 

Er is een explosie aan psychiatrische labeltjes in Nederland’, hoor je vaak: Asperger, ADD, ADHD, depressie, enzovoort. Er gaan dan ook steeds meer stemmen op dat die labels ten onrtechte op mensen worden geplakt, dat die diagnosen een symptoom zijn van de psychiatrische ‘bedrijfstak’ die meer wil verdienen, enzovoort. Hoe zit dat? Komen er alleen meer labels, komen er steeds meer psychiatrische stoornissen, of worden ze nu beter ontdekt? Wat is de zin van zo’n diagnose eigenlijk?

De zin van een diagnose

In ons geval raakte Ernst als een van de gevolgen van mijn motorongeluk depressief. Hij zocht daarvoor hulp, en de psychiater die hem behandelde kwam met de voor ons verrassende mededeling dat hij het syndroom van Asperger heeft.

Plotseling viel alles voor ons op z’n plaats. Dat Ernst nooit een baan kon behouden, dat hij met zoveel mensen ruzie kreeg. Dat ik me die ruzies zo goed voor kon stellen terwijl voor mij tegelijkertijd zo duidelijk was dat hij alleen maar goede intenties heeft.

Voor Ernst brak een periode van rouw aan: rouw over hoe hem door zoveel mensen is verweten dat hij niet “gewoon” was, terwijl hij dat niet *kon*. Rouw over al die tijd waarin hij geen hulp heeft kunnen krijgen. Voor mij brak een periode aan van alles lezen wat ik kon vinden (het boek Een vreemde wereld van Martine Delfos is een aanrader) over het syndroom van Asperger. Een periode van steeds beter leren begrijpen hoe de wereld er door zijn ogen uit ziet. En tenslotte gaf deze diagnose hem eindelijk de gelegenheid om voor het eerst in zijn leven een therapeut te vinden die hem echt kon helpen zich beter staande te houden in het dagelijks leven, om te leren de valkuilen in de communicatie met anderen te vermijden, om effectiever te worden in wat hij wil bereiken. Het nut van een diagnose is dus overduidelijk.

Wat is een diagnose eigenlijk?

Voor ons was dat etiketje, het label `Asperger’ een eyeopener, maar zo’n etiketje is slechts een klein onderdeel van een diagnose. Het is de aanduiding van een categorie, terwijl een echte goede diagnose precies beschrijft wat er precies met dit ene individu aan de hand is.

Een therapeut heeft zo’n echte diagnose nodig om samen met de “client” een strategie uit te kunnen stippelen hoe te werk te gaan. Het is daarom moeilijk om negatieve aspecten te kunnen bedenken van een diagnose, afgezien van misschien dat label. Als iemand problemen heeft met het leven, dan bestaat de eerste stap er uit om in kaart te brengen waar die problemen hem in zitten; dat is evident.

Uitleg over de naam van een restaurant
Het verhaal achter een label

Het nut van een label

Een label kan voor iemand op wie het geplakt wordt een gunstige uitwerking hebben, hebben we gezien: je bent er door in staat om informatie te vinden. Je weet ook dat je niet alleen staat, dat er veel meer mensen zijn die soortgelijke problemen hebben als jij.

Het gebruik van het label

Het probleem is, heb ik het idee, dat zo’n label niet alleen maar gebruikt wordt door de mensen die het label krijgen opgeplakt, of door hun directe omgeving. Allerlei instanties gebruiken het label om te bepalen of ze geld uitgeven aan een individu:

  • Scholen kregen tot voor kort extra geld (de rugzakjes) voor kinderen met een label.
  • Het UWV had allerlei voorzieningen voor mensen met een label (Wajong, sociale werkplaats, voorzieningen voor werkgevers die mensen met een label in dienst namen).
  • Gemeenten moesten zelf bijstandsuitkeringen betalen terwijl mensen met het juiste label een Wajonguitkering kregen die niet uit de gemeentekas kwam.
  • Er komen misschien quota voor het aantal gehandicapten in dienst van werkgevers. Dat betekent: quota voor mensen met een label.
  • Ziektekostenverzekeringen beslissen aan de hand van een label of ze wel of geen psychotherapie vergoeden.

Het is duidelijk dat het in al die gevallen lonend is – soms voor het individu, soms voor een instantie – om labels geplakt te krijgen op mensen. Daardoor valt er, zolang dat het geval is, geen zinnig woord te zeggen over de vraag of die toename van mensen met een label komt doordat steeds meer mensen een stoornis krijgen, doordat stoornissen beter herkend worden, of doordat te veel mensen baat hebben bij het plakken van labels. Het koppelen van financieel voordeel aan labels zou dus in z’n geheel moeten worden opgeheven.

Poort met daarboven de naam Ferrari
Sommige labels zijn veel geld waard

Het nadeel van de huidige situatie

Dat niet meer is vast te stellen of er een echte toename van stoornissen is is niet het enige probleem. Een groter probleem is dat steeds meer mensen gaan geloven dat er eigenlijk niet zoiets bestaat als despressie, ADHD of het syndroom van Asperger. Dat is nadelig voor mensen die wel echt grote last hebben, en moeite hebben hun leven te leven. Het ontkent de moeilijkheden waar ze voor staan, die vele malen groter zijn dan de moeilijkheden waar de gemiddelde mens voor staat.

Het zorgt er voor dat die mensen behandeld worden zoals Ernst vroeger werd behandeld, omdat niemand wist van zijn diagnose: “Je moet gewoon beter je best doen”, “Je bent gewoon lui”, “Waar een wil is is een weg”, enzovoort. Daar hebben die mensen zelf last van, maar vrijwel altijd ook de ouders van kinderen met een etiket, en dan met name de moeders. Als die hun kind maar beter zouden opvoeden zou er niets aan de hand zijn, is de gedachte. Dat is uitermate grievend en oneerlijk ten opzichte van die moeders.

Zo heeft er lange tijd het afschuwelijke idee bestaan dat kinderen met een autistische stoornis een `ijskastmoeder’ zouden hebben. De moeders uit die tijd is een enorm onrecht aangedaan.

Een winkel met Steiff pluche dieren
Waardevolle labels

Wat dan?

Het is dus een slechte zaak om financieel voordeel aan etiketten te hangen. Ziektekostenverzekeringen zouden daar onmiddellijk mee moeten stoppen.

De overheid is er intussen mee gestopt (tenzij die gehandicaptenquota doorgaan), maar op een verkeerde manier: ten koste van de mensen die hulp nodig hebben. Mensen die een Wajong-uitkering kregen krijgen nu geen hulp meer om werk te vinden, en gaan over op een bijstandsuitkering (wat inhoudt dat ze geen eigen inkomen meer hebben als ze een partner hebben of inwonen bij familie, en dat de werkgever geen bescherming meer heeft voor wanneer iemand tijdelijk of permanent uitvalt). Scholen krijgen nauwelijks budget om kinderen extra te begeleiden.

In feite doet de overheid hiermee alsof “al die labels onzin zijn”,  alsof mensen met een stoornis niet moeten zeuren, een schop onder de kont moeten krijgen. De overheid gedraagt zich hierdoor net zo wreed als mensen die niet beseffen dat iemand een stoornis of handicap heeft.

Dat moet dus anders. Als iedereen een onvoorwaardelijk basisinkomen zou krijgen (gepaard met het loslaten van een minimumloon) zou dat al veel schelen.

Daarnaast moet er vertrouwd worden op de integriteit van therapeuten en van onderwijzers wanneer die bepalen dat iemand een bepaalde vorm van hulp nodig heeft. Dat zou ook veel schelen. Misschien dat labels, etiketten, dan eindelijk weer de rol kunnen gaan spelen die ze horen te spelen: een indelen van diagnosen in categorieën, die mensen kan helpen om informatie te vinden over wat er aan de hand is, om een handleiding te vinden om om te gaan met de bijzonderheden van zichzelf, hun partner, hun ouder of hun broer of zus.

Tegeltablea met naam en Andalusische ruiters
Laat labels weer een verhaal krijgen

23 gedachten over “De zin en onzin van een psychiatrische diagnose

  1. Persoonlijk ben ik wat sceptisch ten aanzien van diagnoses waarom, omdat niet altijd de juiste diagnose wordt gesteld. Dit was bij mij het geval, in 2004 werd bij mij de diagnose adhd met ass en onderliggend nld-profiel gesteld, in Vlaanderen, door het “zogenaamde” gerenomeerde universitair ziekenhuis Gasthuisberg Leuven. Nld staat voor niet verbale leerstoornis.
    De diagnose ass klopt niet, daar ben ik van overtuigd en dat hebben ook verschillende psychiaters gezegd echter staat dit nergens op papier. Ik heb nld en neen dat is niet hetzelfde als ass , nld heeft overlap met ass en adhd maar is wel een andere stoornis. Bovendien heb ik geen onderliggend nld-profiel maar wel degelijk nld. Het probleem is dat nld tot op heden nog steeds niet erkend en herkend is, het staat nog niet in de DSM V. Dus stellen psychologen de diagnose ass met onderliggend nld-profiel opdat mensen toch hulp zouden krijgen. De hulp die deze mensen krijgen is uiteraard niet gepast want deze is toegespitst op mensen met ass. Deze hulp is zeer visueel, namelijk werken met pictogrammen en strakke schema’s. Iemand met nld is visueel helemaal niet sterk en die blokkeert op pictogrammen en schema’s. Iemand met adhd loopt vast op de te strakke schema’s. Bovendien kwam ik ook in een verkeerde zelfhulpgroep terecht namelijk in een zelfhulpgroep voor mensen met ass.
    Omdat ik niet tevreden was met de eerste diagnose adhd met ass en onderliggend ndl-profiel ben ik in 2012 naar Indigo in Mechelen gegaan. Daar werd de diagnose ass met onderliggend nld-profiel vastgesteld de adhd was plots verdwenen hoe kan dat? Er werd mij ook gezegd dat nld steeds samen met ass voorkomt wat ik niet geloof. Volgens mij hebben ze gewoon de diagnose van de eerste psychiater bijna letterlijk overgenomen, iets wat vaker voorkomt.
    Tot slot werd ik door beide partijen als een ware derderangsburger behandeld, iets wat je vaker ziet in Vlaanderen. Ik mocht geen gezin hebben, geen goede job en ik had de rest van mijn leven hulp en begeleiding nodig want ik zou het alleen niet kunnen redden.
    Volgens mij heeft een diagnose enkel maar zin als mensen eerst en vooral een juiste diagnose krijgen, gepaste begeleiding en ook als evenwaardig worden beschouwd. Iemand is toch geen derderangsburger omdat hij of zij een berperking heeft?

    • Ik ben er sowieso heel erg tegenstander van dat bij een diagnose een ‘vast’ behandelschema wordt gebruikt. Iedereen is verschillend, iedereen is een individu.
      Een diagnose zou alleen maar een hulpmiddel moeten zijn om grofweg ideeën te hebben over wat bij deze persoon zou kunnen helpen.
      Het is inderdaad een groot probleem dat diagnoses steeds meer worden gezien op dezelfde manier als lichamelijke ziektes: bij longontsteking neem je antibiotica A, werkt dat niet dan B, enzovoort.
      Zo werkt het niet wanneer je op de een of andere manier afwijkt van ‘de norm’.

      In een ideale wereld mag iedereen zijn zoals ie is, en krijgt iedereen de individuele ondersteuning die hij of zij nodig heeft.
      Die ideale wereld hebben we niet. In deze wereld heb je een diagnose nodig om ondersteuning te krijgen, en ook vaak, om te mogen zijn wie je bent!
      Maar als die ondersteuning niet op jou als individu wordt aangepast heb je er nog steeds niets aan…

  2. Hartelijk dank voor je feedback.
    Het geeft me alvast stof tot nadenken om er zo positief mogelijk mee om te gaan.
    Want inderdaad….ook zonder dat ‘label’ kan ik mijn zoon alvast hulp aanbieden.
    Ik heb het boek…’geef me de vijf’….reeds aangekocht, en hoop hier inderdaad al handvaten in te vinden.
    Bedankt nog!

  3. Beste mensen
    Ik heb enkele vragen aan jullie.
    Naar aanleiding van een scheiding ben ik zelf op zoek gegaan naar een psycholoog die me hierin begeleidt, en ook mijn 2 zonen van 11 en 14 volgen therapie, om alles wat te kunnen verwerken.
    Bij het opvolgen van mijn jongste zoon werd een vermoeden van autisme naar voren gebracht bij het laatste opvolgingsgesprek.
    Argumenteringen :
    1. zijn emotionele leeftijd word lager geschat dan zijn biologische leeftijd
    2. Hij hecht veel belang aan zijn ‘knuffels’, en dat noemt de therapeute ‘niet normaal’ voor zijn leeftijd.
    Zijn interesses zouden ergens anders moeten liggen gezien zijn leeftijd…(hoewel dat ook zo is, want de computer
    vind hij top, hij leest zeer graag, houd van gezelschapsspelletjes…..etc)
    3. zijn lievelingseten is ‘pizza’…..hoewel ik denk dat vele jongeren hun lievelingseten bestaat uit pizza,
    frietjes, hamburgers…..maar over het rijstgerecht van mama dat hij zo graag eet had mijn zoon niet gesproken.
    4. Mijn zoon speelt graag met kinderen die een stuk jonger zijn dan hem. Dit werd opgemerkt tijdens een 3-daagse
    opvolgkampje voor kinderen. Ze leerden zich er sterker en assertiever te maken.
    Nochtans speelt hij op school met leeftijdsgenoten, hij is sociaal, volgt muziekschool, woord, en heeft veel
    interesses.

    Men heeft me gesproken over een eventuele diagnosetest.

    Niettegenstaande deze bovenstaande vermeldingen zou het me niet verbazen, indien er een persoonlijkheidsstoornis zou zijn, want 1 van de redenen dat ik in een
    scheiding zit is omdat mijn ex me regelmatig echt kwetste en vernederde….en zoals hij nadien zelf aangaf….besefte hij totaal niet dat dat zo was.
    Dat hij van elk ernstig gesprek ging lopen, dat er nooit of weinig sociaal-emotionele interactie was, dat hij zeer veeleisend was, en nooit tevreden.
    Ik begreep hem soms totaal niet, en begon ook aan mezelf te twijfelen.

    Mijn vraag is nu :…..
    Laat ik mijn zoon testen ….en hem een ‘label’ meegeven….
    of ga ik zelf aan de slag om hem vaardigheden bij te brengen en laat ik hem eventueel later in overleg met hem als hij wat ouder is alsnog testen ?
    Ik geef toe dat ik echt niet 100% achter die tests sta.
    Mijn zoon doet het supergoed op de reguliere school, is een aangename jongen, heeft toekomstdromen.
    Waarom zou ik dit ondermijnen?
    Ik heb een beetje het gevoel dat ze letterlijk ‘op zoektocht’ zijn naar ‘probleempjes’ bij kinderen.
    Mag een kind nog gewoon kind zijn zonder ‘label’ ?
    En ja….wat is dan misschien ‘normaal’ ?
    Alvast dank voor het artikel uit het magazine ‘Stroom’.
    Dank voor jullie reactie.

    • Het is een lastige kwestie!
      Het voordeel van een diagnose is dat je zoon dan “mag zijn” zoals hij is. Als het goed is zou de nadruk na zo’n diagnose *niet* liggen bij hem te proberen bij te spijkeren waar hij afwijkt van wat “normaal” is, maar zou de nadruk komen te liggen in hem ondersteunen in *zijn* ontwikkeling.
      Het probleem is alleen dat:
      – niet alle leerkrachten, en vooral ook niet alle autismebegeleiders/therapeuten zo denken. De kans is dus groot dat er *nog* meer nadruk komt te liggen op vaardigheden bijbrengen die hem zo “normaal” mogelijk maken.

      In principe vind ik dat elk kind zijn of haar eigen ontwikkelpad zou mogen bewandelen, zonder dat er gekeken wordt of het afwijkt van “normaal”. Je zou dus kunnen kijken of je je zoon dat zo veel mogelijk kunt bieden.
      Als je iets niet goed begrijpt van je zoon, zou je je kunnen verdiepen in ASS, om te zien of dat mogelijke handvatten biedt.

      Overigens zie ik in je beschrijving van je ex-man veel aanwijzingen voor ASS; niet van een persoonlijkheidsstoornis!

  4. Sylvia, ik ben lid van Antroposana, een vereniging voor mensen die kiezen voor antroposofische gezondheidszorg. Atroposana geeft voor haar leden een magazine, genaamd Stroom, uit. Afgelopen winter was het een themanummer over autisme. Het interview met kinderarts Edmond Schoorel boeide mij het meest: “Het Kindertherapeuticum [waar Edmond Schoorel werkt, B.E.] werkt niet met afvinklijsten. Schoorel: ‘Wij geven een beschrijvende diagnose en formuleren wat het kind nodig heeft om verder te komen in zijn ontwikkeling. Daarbij sluiten we altijd aan bij waar het kind is. Wij zien niet veel in behandelprotocollen. Die zitten de ontwikkeling van een kind alleen maar in de weg…”‘
    Misschien vind je het interessant en lukt het je je niet af te laten schrikken door begrippen uit het antroposofische mensbeeld: https://www.antroposana.nl/SiteFiles/1/files/stroom%20pdf/Stroom%202016-1_LR.pdf

    • Dank je Bert!
      Ik ben het volledig eens met die manier van diagnose stellen. Ook buiten autisme om, denk ik dat dit de enig zinvolle manier is.
      Zorgverzekeraars werken dit tegen: behandelaars krijgen één zitting om “de diagnose” te stellen, en op die manier kun je niet zo’n beschrijvende diagnose stellen.

  5. Geen enkele psychiatrische diagnose heeft een wetenschappelijke onderbouwing. Dus psychiatrische stoornissen zijn niet objectief aan te tonen en zijn slechts een subjectieve interpretatie van de omgeving (maatschappij/psycholoog). Geen enkele test kan dus een stoornis objectief aantonen. Het feit of we iemand “gestoord” vinden is afhankelijk van de omgeving van de “patient” en niet zozeer van de patient zelf.
    Tot 1975 was homofilie een psychiatrische aandoening. Toen besloot men (de maatschappij) ineens dat dit niet meer het geval was en tot op de dag van vandaag is homofolie dus geen psychiatrische afwijking. Aan de homofiele mensen is niets veranderd, alleen de maatschappij is er anders naar gaan kijken.
    Hetzelfde gebeurd nu met kinderen die de diagnose ADHD, ADD enz enz opgeplakt krijgen. De kinderen zijn niet veranderd, maar de maatschappij is anders naar deze kinderen gaan kijken met als gevolg dat momenteel 8 -10 % van de kinderen ineens als gek wordt gezien.

    Aangezien het aanwijzen van mensen met een psychiartische stoornis dus een volledig arbitrair proces is en totaal geen wetenschappelijke onderbouwing heeft, zou je ook arbritrair een quotum van mensen die je maximaal als ziek mag bestempelen aan kunnen wijzen.
    Dus ipv 10% “zieken” zou je kunnen kiezen voor max 1 of 2% van de populatie die je als gestoord mag aanmerken.
    Op deze manier breng je het aantal overdiagnoses drastisch (80/90%) terug.

    • Je hebt gelijk: psychiatrische diagnosen zijn niets anders dan de constatering dat een bepaalde set ‘symptomen’ (eigenschappen) aanwezig zijn.
      Ik denk dat er twee kanten aan zitten:

      – Voor het individu met die symptomen kan het plezierig zijn met de diagnose een soort van gebruiksaanwijzing te krijgen, voor zichzelf (en voor anderen).
      – Voor de omgeving is het van belang te beseffen dat een diagnose niets normatiefs heeft. Iemand is niet ‘ziek’ of ‘gestoord’. Iemand vertoont slechts eigenschappen die in de maatschappij zoals die nu is tot problemen leiden.

      Omdat het voor een individu helaas een enorme handicap kan zijn om in deze maatschappij te functioneren denk ik niet dat je quotumsysteem eerlijk is.

      Ik denk *wel* dat het enorme aantal diagnosen aanleiding zou moeten zijn om allerlei regelgeving te veranderen. De huidige structuur van de maatschappij zit zo in elkaar dat steeds minder mensen er in passen.

      • Je zou alleen een diagnose moeten stellen bij mensen die er baat bij hebben. Helaas is het van te voren en zelfs naderhand niet vast te stellen of dit werkelijk het geval is. Dit komt omdat het krijgen van diagnose zelf een enorme impact heeft op het kind en zijn omgeving. Zodra een kind een diagnose heeft gekregen wordt onmiddellijk (bewust of onbewust) het verwachtingspatroon (van het kind zelf en van zijn omgeving) naar beneden bijgesteld. Voor sommige kinderen is dit terecht en prettig, maar voor een grote groep betekent dit deze ver onder hun nivo gaan presteren. En dat is dan enkel het gevolg van het label zelf en niet van het “afwijkende” gedrag van het kind.
        Labels zijn een waardeoordeel en hebben geen wetenschappelijke waarde. Hieruit volgt dat labels ook niet meer inzicht geven in de “ziekte” van de patient. Iemand die zich,om wat voor reden dan ook, geestelijk niet prettig voelt zal hier begrip voor willen krijgen en het geven van een label aan een dergelijk persoon voelt dan als erkenning van een ziekte. Het maakt dan niet uit wat voor label je geeft, het gaat namelijk enkel om de aandacht en de erkenning.In een dergelijk geval is labeling niet of minder schadelijk omdat het aan de roep om aandacht beantwoord.
        Maar ga niet duizenden kinderen labelen die er niet om vragen want de kans dat je schade to brengt is heel groot, althans bij zo’n 80% van de kinderen.

  6. Je zou, na het bovenstaande te hebben gelezen, eenvoudig kunnen stellen: heeft een diagnose zin? Of is de toenamen in ASS, ADHD en dergelijke alleen maar een gevolg van het willen labels plakken, alles in het juiste vakje stoppen en dan weten we wat, wie, waar van iedereen. Is dat zinvol?
    Maar als je na 45 jaar, twaalf ambachten en meer dan dertien ongelukken de diagnose “Asperger” krijgt, en heel je leven tot dan toe opnieuw kunt bekijken, en kunt zeggen: dat was de asperger-houding die problemen gaf, en dat was de ASS die in de weg stond, ja, dan is voor deze Asperger in elk geval, een diagnose waardevol.
    Niet dat het leven ineens simpel en eenvoudig en anders wordt. Nee, het is werken, werken en nog eens werken aan inzicht, aan een brug over de verschillen tussen ASS en NT. En die brug stort vaak in, als ik even niet oplet, en even vergeet dat de rest van de wereld anders is, en niet mijn rekenmachientje heeft.
    Misschien heeft een diagnose alleen zin als je open staat voor de mogelijkheid dat er iets met je is. Begrijp me goed, lollig is anders. Maar eerlijk maar mezelf kijkend, en naar de soms onbegrijpelijke wereld om me heen, ja, dan was mijn diagnose zinvol.
    Hans, een Asperger…

    • Dat heb je erg mooi omschreven, en ik ben het geheel met je eens.
      Je moet erg oppassen bij kinderen, met te snel zo’n label plakken.
      Maar het kan heel erg helpen als het je in staat stelt om te begrijpen wat er aan de hand is, en te leren hoe je daar mee om kunt gaan.

  7. Persoonlijk geloof ik dat je zelf deskundig bent en “deskundigen” beter aan hun eigen problemen kunnen werken.
    Het leven is pijnlijk vooral als je weerstand in en buiten jezelf oproept, en niet met de stroom mee kunt gaan.
    Maar als je een liefdevol mens bent, op je innerlijke reacties reflecteert, het leven aanvaardt zoals het zich voordoet,
    (erg moeilijk, hard werk) dan groeien je inzicht en helderheid.
    Zoals ik een Alaviet hoorde zeggen; “De ziekte zit in je, het medicijn ook, alleen weet je het niet”.
    Steun van mensen die echt van je houden is natuurlijk van onschatbare waarde.

    • In het algemeen is het natuurlijk een goed advies om te proberen meer van jezelf te houden (hoewel sommigen juist te veel van zichzelf houden), en kracht in jezelf proberen te vinden.

      Maar dat is niet voor iedereen weggelegd, en in het algemeen vind ik daarom het advies aan mensen om het zelf op te lossen geen goed advies.

      Iemand met Asperger bijvoorbeeld kan het concept van “zelf” nauwelijks bevatten, laat staan van zichzelf houden. Het probleem van iemand met een zware depressie is nou juist dat liefdevol naar jezelf onmogelijk is. Wanneer je een psychose hebt, heb je ook niets aan innerlijke reflectie.

      Kortom: er zijn veel situaties waarin jouw advies uitstekend is (afgezien van het niet accepteren van hulp van deskundigen), maar er zijn ook erg veel situaties waarin je dan in feite tegen iemand zonder benen zegt dat ie het beste kan leren lopen, als je begrijpt wat ik bedoel.

      En in het algemeen denk ik dat het vrijwel altijd heel goed is om te beseffen dat er misschien mensen zijn die je kunnen helpen.
      Dat het in de praktijk vaak heel moeilijk is om daarbij de juiste personen te vinden, dat ben ik geheel met je eens. Maar er zijn veel situaties waarin iemand het zonder hulp echt niet redt.

    • In het algemeen valt daar natuurlijk geen antwoord op te geven, maar ik heb het hier over labels die door “officiële” deskundigen (zoals psychiaters) in het kader van een diagnose worden gesteld.
      In principe heb ik daar niets op tegen, maar het probleem is dat er in Nederland geld aan die labels vast zit, en *dat* is waar het mis loopt.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

 

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.