Altruïsme en evolutie

 

Biologen wisten het al lang, maar langzamerhand dringt bij meer mensen, mede dankzij Frans de Waal, het feit door dat mensen altruïstische neigingen hebben, gewoon biologisch ingebouwd.

Toch stuit de mededeling dat mensen van nature altruïstisch zijn nog steeds op veel weerstand. Soms worden er argumenten gebruikt die duiden op een misverstand over de werking van de evolutie (de evolutietheorie is in de loop van de geschiedenis wel vaker verkeerd geïnterpreteerd); soms zijn de argumenten er tegen geraffineerder, maar de argumenten “bewijzen” uiteindelijk steevast dat altruïsme “eigenlijk” gewoon een vorm van egoïsme is.

Dat zal ik hier proberen te ontzenuwen.

Het eerste argument gaat ongeveer als volgt: “mensen zijn altruïstisch omdat ze zich zo verzekeren van het voortbestaan van de groep en de soort, dus zijn ze eigenlijk egoïstisch, want dat is eigenbelang”. Maar evolutie draait niet om “het behoud van de groep en de soort”. Evolutie draait zelfs niet om “het behoud van het individu”. Evolutie draait om het genetisch materiaal.

Als een gen bijdraagt aan een eigenschap van de drager ervan die er voor zorgt dat het gen vaker voorkomt in de volgende generatie (het gen is dan doorgegeven in kinderen), dan neemt het aandeel van dat gen toe in de populatie. Zo simpel is het.

Genen “doen” dat niet door individuen te indoctrineren met regels als “Behoud de soort, behoud het individu, behoud de groep!” Ze gaan slimmer te werk. Ze geven ons emoties, die ons er toe aanzetten gedrag uit te voeren. Als dat gedrag tot resultaat heeft dat we kinderen krijgen (met diezelfde genen) die ook weer kinderen krijgen, dan zal zo’n emotie in volgende generaties ook gevoeld worden.

Zo zorgen onze genen er bijvoorbeeld voor dat we honger en dorst voelen. Wet eten en drinken dan niet omdat we de groep of de soort willen behouden, maar omdat we honger of dorst hebben.

Genen zorgen er ook voor dat we altruïstische gevoelens hebben. Als we iemand in nood zien willen we helpen. Gewoon, omdat we dat zo voelen.

man wijst motorrijder de weg
Een simpele en plezierige vorm van altruïsme: iemand de weg wijzen

Een ander argument wordt gebezigd door mensen die dat wel begrepen hebben. Het gaat als volgt: “Mensen zijn alleen maar altruïstisch omdat ze zich beter voelen als ze dat zijn. Ze zijn dus eigenlijk gewoon egoïstisch, want ze doen het voor zichzelf”.

Die mensen begrijpen wel hoe de evolutie werkt, maar begrijpen niet het mechanisme van emoties: die zijn de drijfveer achter ons gedrag omdat we af willen van een vervelend gevoel (honger) en toe willen naar een goed gevoel (voldaan zijn). Dat is niet egoïstisch; dat is gewoon hoe emoties werken. De drang tot altruïsme is een emotie.

In feite stellen ze dat alle emoties egoïstisch zijn, maar dat is een stelling zonder inhoud. Eigenlijk stellen ze dat altruïsme voor hen alleen maar “telt” als mensen iets doen dat tegen hun eigen emoties in druist. Nu is het wel te begrijpen dat ze dat zeggen, want wie altruïstisch handelt moet vaak iets overwinnen in zichzelf.

Mensen zijn dan ook niet alleen maar altruïstisch: mensen zijn *ook* egoïstisch. Mensen zijn een vat vol tegenstrijdigheden, ook wat emoties betreft, en het verstand komt er vaak aan te pas om daar in te bemiddelen. Kiezen voor altruïsme is dan ook niet alleen een kwestie van een ingebouwde emotie volgen; het is *ook* een kwestie van kiezen voor een bepaalde handeling die soms tijd en moeite kost.

Een derde argument dat ik ooit hoorde was inventief: altruïsme zou voortkomen uit dezelfde bron waar de beroemde gastvrijheid van de klassieke Grieken uit voortkwam, of de houding van de Barmhartige Samaritaan: mensen zouden er van uitgaan dat elke onbekende een god kon zijn, en zouden dus gastvrij zijn en altruïstisch uit angst voor de wraak van zo’n god. Altruïsme zou dus, volgens deze redenatie, – alweer – “alleen maar” egoïstisch zijn.

Een eerste tegenwerping is natuurlijk dat die redenering nu in ieder geval niet meer op gaat, maar er is een fundamentelere tegenwerping. De redenering lijkt er van uit te gaan dat het enige alternatief voor een beeld van mensen als puur egoïstisch, een beeld is van mensen die puur altruïstisch zijn. Maar het alternatief is natuurlijk een beeld van mensen die zowel egoïstisch als altruïstisch zijn.

Mensen kijken naar vuurwerk
Een simpele vorm van altruïsme: een kind op je schouder dragen

Als de houding van de Barmhartige Samaritaan en de gastvrijheid van de oude Grieken al uit angst voor een god voort zou komen, kun je dat ook zien als een verhaal dat mensen aan elkaar vertelden om zichzelf er toe te zetten te kiezen voor altruïsme en tegen egoïsme. Mensen moeten voortdurend van dat soort keuzes maken.

De strijd tegen overgewicht is er een van dat soort keuzes: geef je toe aan je korte-termijn verlangen naar op de bank hangen en chips eten, of kies je voor een wandeling en pas eten bij de volgende maaltijd? Dat mensen daarbij verhalen vertellen is ook niets nieuws. De verhalen van alle religies kun je ook zien als hulp bij het maken van dat soort keuzes.

Het laat alleen maar extra zien dat de mogelijkheid van altruïsme is ingebouwd bij mensen, maar dat altruïstisch handelen tegelijkertijd ook een bewuste keuze is.

Wat in deze hele discussie eigenlijk vooral interessant is, is de vraag waarom zo veel mensen er zo aan gehecht zijn te “bewijzen” dat mensen puur egoïstisch handelen…

5 gedachten over “Altruïsme en evolutie

  1. Altruïsme is me totaal vreemd. Onbaatzuchtigheid trouwens ook. Als ik iets doe, doe ik dat om er in zekere zin zelf baat bij te hebben. Zo zit ik al jaar en dag Opstelten en Teeven uit te maken voor rare idioten. Dat ik met die twee onverhoopt toch nog resultaten zou behalen … Met een Teevendeal dan nog. Ik hoop dat andere mensen daar ook leute van gaan hebben. Den os en den ezel liggen knock out op de grond.

    • Volgens mij is het niet zo simpel.
      Er is een poos gedacht dat oxytocine zo’n hormoon was (vrouwen produceren dat onder andere wanneer ze een baby de borst geven, bijvoorbeeld), maar mensen gaan zich er juist ook aggressiever door gedragen wanneer ze het gevoel hebben dat een ander niet bij “de groep” behoort.
      En dat getuigt bepaald niet van empathie…

  2. ‘Wat in deze hele discussie eigenlijk vooral interessant is, is de vraag waarom zo veel mensen er zo aan gehecht zijn te “bewijzen” dat mensen puur egoïstisch handelen…’
    Wel daar spelen 2 zaken in mee.
    1. Assertiviteit, of het vermogen om néé te zeggen uit zelfbehoud in een agressieve wereld. Wanneer anderen helpen óók egoïstisch is, maakt het dus niet uit om dat te weigeren. En je hèbt van die zeurpieten…
    2. Schuldgevoel, of de angst dat je geen goed mens bent omdat je nu eenmaal minder vaak altruïstisch bent. Wanneer die anderen óók egoïstisch zijn, dan valt het dus wel mee. 😉

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

 

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.