In de zomer zie je ze niet, bij ons in de tuin, maar in de winter zijn ze er van tijd tot tijd: Staartmezen. Meervoud, want ze komen altijd met een groepje tegelijk.
Dat is ook wel nodig: in hun eentje zouden ze onmiddellijk worden weggejaagd door een Koolmees of Pimpelmees, maar in een groepje staan ze sterker.
Staartmezen zijn ook maar hele kleine vogeltjes als je hun staartje wegdenkt. Dat wegdenken gaat natuurlijk lastig: de staart is het eerste dat opvalt. Die staart zorgt er ook voor dat je ze onmiddellijk herkent.
En als je ze eenmaal hebt gehoord herken je ze ook aan hun geluid: hoor je in de herfst of de winter ‘Trrrrrrr trrrrr’, dan zijn die lange staarten in de buurt.
Staartmezen zij heel fijn gepenseeld, alsof ze zo uit zo’n Chinese pentekening komen vliegen. Ze maken de wereld er een stuk mooier op, alleen al door simpelweg te bestaan…
Staartmezen zijn schattigheid troef! Die kraaloogjes en geluidjes… Eergisteren zag ik ze bij ons in de tuin (in noordoost Groningen), en volgens mij met jonkies… Ik heb mee gemaakt dat ze ’s winters in een groepje met me mee vlogen tijdens m’n wandeling met m’n hond… Heerlijk!
Het word echt tijd voor een Meesbook 🙂
Want nu is het Kuifeesje vast stikkus jaloers 🙂
leuk, in de grote stad zie je deze zeker niet