Pesten is voor veel mensen, kinderen en volwassenen, een dagelijkse realiteit. Soms duikt er iets op in de media, zoals laatst, toen een moeder het filmpje on-line zette dat de pesters van haar dochter zelf hadden opgenomen, en waar op te zien was hoe ze getrapt werd. De pesters zelf en hun ouders werden toen slachtoffer van pesten, door mensen die zich door dat filmpje gerechtvaardigd voelden. Pesten gebeurt niet alleen op school, maar overal, vooral ook on-line, zowel tussen kinderen als tussen volwassenen (bijvoorbeeld op de werkvloer, of online).
Pesten is desastreus, het maakt mensen kapot. Het is natuurlijk vooral desastreus voor wie gepest wordt, maar ook voor pesters zelf (die het beeld van zichzelf krijgen dat ze anderen kwaad doen), voor de meelopers (die een ander kwaad doen terwijl ze dat uit zichzelf niet zouden doen), voor de passieven (die het beeld van zichzelf krijgen dat ze laf zijn), en voor degenen die ingrijpen, die daarmee vaak zelf medeslachtoffer worden. Pesten moet dus stoppen, overal. Maar hoe is dat mogelijk? Wat zou er moeten gebeuren? Er is gelukkig veel onderzoek naar pesten, en daar kun je conclusies uit trekken.
Onderzoek naar individuen
Sommige onderzoekers proberen er achter te komen wat de eigenschappen van pesters zijn, en van gepesten. Er zijn een aantal problemen met dat soort onderzoek:
- Dat soort onderzoek suggereert dat er vaste indelingen te maken zijn: mensen die pesten en mensen die gepest worden (soms wordt er ook nog een categorie opgenomen van mensen die soms in de ene en soms in de andere groep vallen). Maar pesten of niet pesten, en gepest worden of niet gepest worden is niet iets vaststaands per individu. Elk individu beweegt zich in elke situatie ergens anders op de continui daartussen.
- Het is bij dergelijk onderzoek niet duidelijk wat oorzaak is en wat gevolg. Als slachtoffers van pesten vaker dan gemiddeld depressief zijn, betekent dat dat depressieven vaker worden gepest of dat slachtoffers van pesten een grote kans hebben om depressief te worden?
- Het is onduidelijk wat je ermee moet. Stel dat slachtoffers van pesten minder assertief zijn dan gemiddeld, wat zou je met die kennis kunnen doen? Een norm stellen voor assertiviteit? Stel dat pesters agressiever zijn dan gemiddeld. Wat kun je daar dan mee? Kinderen die agressiever zijn stigmatiseren als potentiële pesters? Je suggereert met dit soort onderzoek dat pesten of gepest worden een eigenschap is van mensen, dat het bij hun karakter zou horen. Dat is kwetsend en onwaar tegelijk.
Eén uitkomst die je terugziet is dat de beste voorspeller of iemand zal gaan pesten is hoe iemand tegenover pesten staat en tegenover het gebruik van geweld. Als iemand vindt dat dat “erbij hoort”, is de kans groot dat hij (of zij) zich ook daadwerkelijk schuldig zal maken aan pesten.
De houding tegenover pesten en het gebruik van geweld is dus belangrijk. Die houding, die is van buitenaf te beïnvloeden: met zo’n houding wordt niemand geboren. De omgeving (ouders, onderwijzers, werkgevers, wetgeving) kan iets aan die houding veranderen. Het is dus belangrijk dat overal de norm wordt dat pesten en het gebruik van geweld niet is toegestaan, dat het “fout” is.
Onderzoek naar voorwaarden
Pesten is in feite een ander herhaaldelijk kwaad doen, met woorden, met fysiek geweld of anderszins (bijvoorbeeld door het verspreiden van foto’s). Er zijn een aantal beroemde experimenten gedaan om te onderzoeken wanneer mensen bereid zijn om een ander kwaad te doen. Dat blijkt angstwekkend gemakkelijk te gaan. Gewone mensen blijken zich heel gemakkelijk te lenen om een ander kwaad te doen. Een term daarvoor is The Banality of Evil (een term van Hannah Arendt): je kunt mensen niet verdelen in ‘de goeien‘ en ‘de slechten‘; het kan iedereen overkomen om deel uit te gaan maken van ‘de slechten‘. Bij ‘de goeien‘ blijven horen vergt een voortdurende inspanning.
– Milgram liet zien dat mensen onder de autoriteit van een onderzoeker in een witte jas bereid zijn absurd krachtige elektrische schokken aan een ander mens toe te dienen.
– Philip Zimbardo liet in het Stanford prison experiment zien dat een angstwekkend hoog percentage mensen, als ze in een setting worden gebracht waarin het `normaal’ lijkt om anderen er met geweld onder te houden, dat ook doen.
– Reicher en Haslam tenslotte hebben met hun BBC prisoner experiment de uitkomsten van Zimbardo verder gepreciseerd. Ze argumenteren dat in de opzet van Zimbardo de autoriteit van de onderzoeker een rol speelde (als in Milgram). In hun experiment identificeerden de meesten zich in eerste instantie niet met hun rol. Toen de gevangenen (na manipulatie door de onderzoekers) in opstand kwamen begonnen de bewakers zich wel met hun rol te identificeren, werden net zo wreed als in het experiment van Zimbardo, en moetsen de onderzoekers het onderzoek stopzetten.
De conclusies uit deze experimenten zijn:
- Angstwekkend veel mensen zijn bereid het gezag van een autoriteit te accepteren die hen opdraagt kwaad te doen.
- Zodra mensen zich identificeren met een groep waarbinnen anderen kwaad aandoen hoort bij de groepsnorm, doen mensen anderen kwaad aan.
- De kans of iemand zich identificeert met een `kwaadwillende’ groep hangt af van:
- individuele verschillen (sommigen blijven hun eigen normen en waarden langer trouw),
- de status van de groep: als de groep waarvan ze deel uitmaken uit elkaar valt zullen ze zich eerder identificeren met een `kwaadwillende’ groep,
- de aanwezigheid van een krachtig overkomende leider van zo’n kwaadwillende groep.
En wat heeft zo’n kwaadwillende groep met een kwaadwillende ideologie met pesten te maken? Heel simpel: een groep kinderen of mensen die iemand pesten, hebben een soort gemeenschappelijke ideologie, namelijk dat het in orde is om die ene iemand te pesten. Zo’n groep is daarmee dus een ‘kwaadwillende’ groep.
Maatregelen tegen pesten: maatschappij
In de eerste plaats moet overal de norm worden uitgedragen dat pesten en het gebruiken van geweld uit den boze is. Zo’n norm uitdragen betekent natuurlijk vooral jezelf er aan houden. Politici en bestuurders die uitdragen dat iedereen die een misstap begaat “keihard” moet worden aangepakt, stimuleren dus helaas pestgedrag.
Het is belangrijk dat op allerlei niveaus gezonde groepen zijn waar mensen zich bij voelen horen. Dat betekent dat er voor iedereen een plaats in de maatschappij moet zijn. De trend om mensen af te rekenen op hoeveel geld ze opleveren aan de economie bijvoorbeeld, stimuleert pesten. Een hoge werkeloosheid stimuleert pesten. Een overheid die de Wet Openbaarheid Bestuur frustreert stimuleert pesten. Het uitkleden van de democratie, bijvoorbeeld door de Tweede Kamer te reduceren, stimuleert pesten.
Jens Stoltenberg, premier van Noorwegen, reageerde op de perfecte manier op het bloedbad dat Breivik aanrichtte: meer tolerantie, meer openheid en meer democratie.
Maatregelen tegen pesten: individueel
De individuele verschillen die Reicher en Haslam lieten zien (en die ook bij Milgram en Zimbardo zijn aangetoond: niet iedereen liet zich ertoe verleiden een ander kwaad te doen) werpen de vraag op: waar zitten die verschillen hem in?
De andere kant van The Banality of Evil is The Banality of Heroism : net zoals iedereen in principe bij ‘de slechten‘ kan gaan horen, kan iedereen ook bij ‘de goeien‘ gaan horen. Daar is een voortdurende inspanning voor nodig. Niet-pesten, niet-kwaad-doen is een activiteit.
Wat is daarvoor nodig? Eigenlijk weet iedereen dat al: je moet proberen jezelf voortdurend voor ogen te houden wat jouw normen en waarden zijn.
Wees extra alert als iedereen om je heen hetzelfde vindt; probeer dan extra goed te bedenken hoe je er zelf tegenover staat. Iedereen (met misschien een uitzondering voor mensen met sommige aangeboren afwijkingen) is geboren met een geweten.
De wetenschap dat mensen erg gemakkelijk geneigd zijn een autoriteit te volgen en dan tegen hun geweten in te handelen kan je kracht geven om dat geweten voortdurend actief te raadplegen.
Ter inspiratie hier Zimbardo op een TED talk (hij wil z’n verhaal zo graag vertellen dat hij voortdurend buiten adem lijkt):
Hoi,
Herkenbare teksten…slaan in als een soort helderheid, ineens lijken er dingen verklaarbaar in mijn relatie. Hoe zit het met vertrouwen, vreemd gaan en Asperger. Weet jij daar meer over?
Hartelijke groet,
Ik heb iets in die richting geschreven op http://www.sylviastuurman.nl/blog/2015/02/asperger-en-achterdocht/
Ik weet niet of dat antwoorden geeft?